PARAMARIBO – De staat Suriname met name het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BIZA) heeft een kort geding aangespannen om stopzetting van de executie van veiling op goederen van het kantoor van het Centraal Hoofdstembureau (CHS) te bewerkstelligen. Deze rechtszaak is gisteren voorgegaan. Advocaat Nailah van Dijk zegt dat het ministerie opheffing vraagt van de in beslag genomen goederen door de politieke partijen Vooruitstrevende Hervormingspartij, Nationale Partij Suriname, Perjajah Luhur en de personen Barkat Mohab-Ali en Prim Sardjoe.
Rechter Robert Praag behandelde de zaak en stelde een schema vast. Op 25 juli moeten de gedaagden antwoorden, 26 juli is er repliek om negen uur ’s morgens en dupliek om 14.00 uur. Er is nog geen datum voor het vonnis bepaald. Van Dijk zegt dat het CHS geen bezittingen heeft. Ze geeft aan dat de vergadertafel, dertien stoelen, een televisietoestel, een water dispenser, een laptop, twee filekasten, een koelkast, andere kantoorgoederen en bankrekeningen waarop beslag is gelegd, aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken casu quo de Staat toebehoren. Van Dijk beschikt over de bewijzen om dit te kunnen aantonen.
“De beslaglegging is onrechtmatig en vexatoir, omdat het CHS geen bezittingen heeft. De beslagleggers hebben de Staat nimmer geïnformeerd over het beslag leggen op de goederen van de Staat.” Er zal schriftelijk worden geprocedeerd in deze zaak. Anderzijds heeft Irvin Kanhai, advocaat van CHS, ook een rechtszaak aangespannen voor
stopzetting van de veiling. Deze rechtszaak is gisteren ook in behandeling genomen.