PARAMARIBO – Het Ministerie van Regionale Ontwikkeling & Sport vierde op 28 januari zijn 51e verjaardag. Het departement werd in 1970 opgericht en heette toen het ministerie van Districtsbestuur en Decentralisatie. Door de jaren heen heeft het ministerie enkele veranderingen gekend, in 1988 kreeg het de naam die beter bekend is bij de samenleving, namelijk ‘Regionale Ontwikkeling’. Bij het aantreden van de regering Santokhi-Brunswijk in 2020 heeft dit ministerie nog een beleidsgebied erbij gehad, de naam is toen veranderd naar ‘Regionale Ontwikkeling & Sport’, (ROS).
Vanwege de heersende COVID-19-pandemie kon het ministerie dit jaar geen groot feest houden, echter wil zij toch ervoor zorgen dat op deze dag de samenleving begrijpt waarvoor het departement staat. Het is goed stil te staan bij enkele belangrijke momenten die het ministerie heeft gekend en wat de toekomstvisie is van de huidige ‘Regionale Ontwikkeling & Sport’. Een van de belangrijke aspecten binnen dit ministerie is het decentralisatieproces. Verder is ROS overal in Suriname actief en gaat het werk dwars door beleidsgebieden van andere ministeries. Het ministerie van Regionale Ontwikkeling & Sport heeft tegenwoordig vijf directoraten, te weten: het directoraat Regionale Ontwikkeling; directoraat Duurzame Agrarische Ontwikkeling Binnenland (DDAOB); directoraat Duurzame Ontwikkeling Afro-Surinamers Binnenland (DDOAS); directoraat Duurzame Ontwikkeling Inheemsen (DDOI) en het directoraat Sport. In dit artikel leest u de ervaring en felicitatieboodschappen van verschillende functionarissen die betrokken zijn (of zijn geweest) bij dit ministerie:
Directeur Maverick Boejoekoe van Regionale Ontwikkeling;
ROS richt zich niet alleen op bijvoorbeeld Sipaliwini en Brokopondo; het ministerie opereert in het geheel land. Ala presi pe i go, ROS de. Dat is overal in het land terug te zien, omdat alle districtscommissarissen onder dit ministerie vallen. De ontwikkeling die nodig is voor ons land, zal dus niet alleen gelden voor een bepaald gebied. In ala uku fa kondre a ontwikkeling mus kon. A nyun leiding e s’don pas, maar un de bun na pasi…[+]