ARIZONA – De migratiecrisis aan de Amerikaanse zuidgrens is een van de belangrijkste verkiezingskwesties. In het zuiden van Arizona riskeren ongedocumenteerde migranten die de grens overtrekken niet alleen arrestatie en uitzetting, maar ook hun leven.
“Daarboven zie je soms spotters van de Mexicaanse kartels bewegen”, zegt Bob Key, wijzend naar een van de bergen in de verte, net over de grens. “En op die andere berg heeft Border Patrol allerlei apparatuur staan om alles in de gaten te houden.” De kleine, pezige 73-jarige opent de achterklep van zijn Toyota en vult een rugzak met energierepen en zakjes appelmoes. Daarna pakt hij vier grote plastic flessen drinkwater en wandelt hij het ruige terrein op.
De bergachtige woestijn in Pima County, ten zuidwesten van de stad Tucson, is een van de meest afgelegen gebieden aan de lange grens tussen de Verenigde staten en Mexico. Oktober geeft gewoonlijk verlichting van de hitte, maar nu is het nog steeds een graad of 42. Het is het heetste jaar sinds het begin van de metingen. Key is vrijwilliger bij de Green Valley Samaritans, een liefdadigheidsorganisatie die aan beide kanten van de grens migranten bijstaat. De zachtaardige oud-tandartsassistent heeft recent drie nieuwe water- en voedselpunten geplaatst in de wildernis.
Sinds 2020 hebben zeker 728 migranten hun reis door de woestijn in Pima County niet overleefd. Dat zijn mensen van wie de stoffelijke resten zijn gemeld bij de autoriteiten. Door het ruige terrein, de weersomstandigheden en aaseters, zoals gieren en coyotes, worden veel anderen nooit gevonden. “Afgelopen juli kregen we elk halfuur een noodoproep van iemand in de woestijn”, zegt Phillip Jones, die zestien jaar agent is bij Border Patrol in Arizona. “Vaak zijn ze verdwaald en gedesoriënteerd. We gebruiken gsm-masten om hun locatie te bepalen, maar die zijn niet zo nauwkeurig. Het is zoeken naar een speld in een hooiberg. Soms moeten wij 5 kilometer lopen om hen te vinden. Ze daar wegkrijgen vergt dan alle middelen die we hebben.” (NU.nl) …[+]