PARAMARIBO – De CARICOM- en SDG-jeugdambassadeurs zijn samen met hun jeugdofficieren op maandag 23 december 2024 geïnstalleerd door de President van de Republiek Suriname, Chandrikapersad Santokhi, in aanwezigheid van de minister van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken, Steven Mac Andrew, op het Kabinet van de president.
Het gaat om Richard Pinas en Arantxa Swedo, die zijn geïnstalleerd als Caribbean Community (CARICOM) Jeugdambassadeurs van Suriname, terwijl Amrish Lalsa en Drusilla Blinker zijn geïnstalleerd als de nieuwe Sustainable Development Goals (SDG) Jeugdambassadeurs van Suriname. Deze jongeren werden eerder dit jaar als winnaars verkozen bij een speciale verkiezing voor deze functies, gehouden door de leden van de Jeugdraad Suriname (JRS).
De ambassadeurs zullen voor een periode van twee jaar dienen en worden voorbereid op hun taken door middel van diverse trainingen. Zowel de CARICOM- als de SDG-jeugdambassadeurs worden ondersteund door jeugdofficieren, ook wel ‘Youth Officers’ genoemd. Deze jeugdofficieren werden bij deze gelegenheid eveneens geïnstalleerd door de president. Ze spelen samen met de jeugdambassadeurs een cruciale rol in het bevorderen en realiseren van de doelen van zowel de CARICOM als SDG’s binnen de Surinaamse gemeenschap.
Bij deze gelegenheid heeft de president zijn verwachtingen van zowel de jeugdambassadeurs als de Youth Officers kenbaar gemaakt. Volgens hem hebben de jeugdambassadeurs een belangrijke rol in het vertegenwoordigen en activeren van jongeren om bij te dragen aan maatschappelijke en duurzame ontwikkeling. Hij verwacht daarom een proactieve rol van deze jongerenleiders, die behalve een voorbeeld moeten zijn voor de Surinaamse jongeren, ook richting moeten geven in discussies over maatschappelijke aangelegenheden die een impact kunnen hebben op het leven en de toekomst van jongeren, zowel in ons land als in de regio. Hij wees de jongeren op de uitdagingen waarvoor Suriname en de regio staan.
De president noemde in dit verband de gevolgen van klimaatverandering, die vooral impact kunnen hebben op komende generaties. De president vindt daarom dat jongeren harder hun stem moeten laten horen voor sensibilisering en actie tegen de gevolgen van klimaatverandering, zoals overstromingen en verlies van biodiversiteit. De ambassadeurs moeten volgens hem jongeren actief betrekken bij milieubescherming en het verhogen van bewustzijn over milieuproblemen en duurzaamheid. “Als wij niets doen en de jongeren passief blijven, zullen wij moeten instaan voor de gevolgen wanneer Paramaribo in 2050 zal onderlopen.”
Er zijn volgens de president ook maatschappelijke uitdagingen en ontwikkelingen die zij als jongeren moeten aansterken. Hij noemde in dit verband het vernieuwen van het onderwijs, de sociale gevolgen van olie- en gaswinning, en het stimuleren van agrarische productie en toerisme. Jongeren zullen volgens hem de aanzet moeten geven voor het diversifiëren van ons onderwijssysteem. Petrochemie is al als nieuwe opleiding geïntroduceerd, waar hij blij mee is. Er moeten volgens hem meer technische studierichtingen worden ontwikkeld, zoals een studierichting gericht op ‘’Carbon Credit’’, die zich richt op het begrijpen, beheren en ontwikkelen van mechanismen om koolstofemissies te reduceren of te compenseren via het handelssysteem van koolstofkredieten. Hij ziet het belang hiervan in tegen de achtergrond dat Suriname een leidende rol vervult in de wereld als een van de negen landen die carbon-negatief is. Dit moeten wij als land benutten, vindt hij.