WARSCHAU – De overeenkomsten die de Europese Unie heeft gesloten met landen van waaruit migranten naar Europa vertrekken, lijken te werken. Die voorzichtige conclusie trekt de directeur van Frontex, de Europese grensbewakingsorganisatie. Voorbeelden zijn de deal met Tunesië en het veranderde visumbeleid van de westelijke Balkanlanden. De Nederlander Hans Leijtens staat sinds twee jaar aan het hoofd van Frontex. “Het is voor smokkelaars moeilijker geworden om op de manier waarop zij dat willen migranten Europa binnen te brengen. Ik geloof wel in de strategie om samen met derde landen irreguliere migratie aan te pakken. Migratie heeft te maken met mensen die gemotiveerd zijn om de route af te leggen. De motivatie kun je niet zo maar afpakken, maar de route kun je wel afsnijden”, zegt hij. Vorig jaar heeft Frontex 239.000 migranten tegengehouden aan de Europese buitengrenzen, die probeerden binnen te komen zonder een grenspost te passeren. Dat is een daling van 38 procent ten opzichte van 2023, toen het er bijna 400.000 waren.
De Tunesiëdeal, waarin is afgesproken dat Tunesië geld krijgt voor grensbewaking en de economie in ruil voor het indammen van de migrantenstroom, heeft mede geleid tot een afname in 2024 van 59 procent vanuit Tunesië en Libië. Via de Balkanroute kwamen zelfs 78 procent minder migranten de EU binnen. Deze landen hebben onder druk van de EU hun visumbeleid gelijkgetrokken met dat van de EU-landen, waardoor meer migranten een visum nodig hebben. “Daarnaast is onze aanwezigheid in dat gebied in de afgelopen jaren toegenomen. We staan nu daadwerkelijk aan de grens. Dat zou ook kunnen bijdragen aan een verminderde irreguliere migratie op de Westelijke Balkan. Smokkelaars anticiperen ook op onze aanwezigheid. Het is een beetje een kat-en-muisspel.”
Wel is er een stijging te zien van het aantal mensen dat via Mauritanië, Senegal en Gambia naar de Canarische Eilanden gaat en zo op Spaans grondgebied komt. Dat waren er vorig jaar 18 procent meer dan in 2023.
“Je ziet dus dat er op de plekken waar afgelopen jaren een grote stijging was, nu juist een daling is”, aldus Leijtens. Het effect van de Tunesiëdeal is wel duidelijk. “Er waren twee manieren van migratie: via Egyptische vissersschepen (die tussen de 500 en 600 mensen kunnen vervoeren) of via kleine metalen bootjes, die in korte tijd in elkaar worden gezet. Daar passen zo’n 30 mensen op. Die laatste vorm van migratie is inmiddels met de helft afgenomen, dat is fors.” Dat komt vooral doordat er meer wordt gecontroleerd en doordat er tegenwoordig een vergunning nodig is om het plaatmateriaal waarvan de bootjes worden gemaakt te verhandelen. “Dat heeft echt een verschil gemaakt”, legt hij uit. “Daarnaast weten we steeds meer van de stromen en van de motivatie van migranten, dat helpt ook de grenzen te beschermen”, zegt Leijtens. De grootste stroom van migranten in het zuiden van Europa komt uit Syrië, de Palestijnse gebieden en Libanon.
Minister Faber van Asiel en Migratie ziet ook het “dempende effect” van de maatregelen in het zuiden van Europa en Tunesiëdeal. “Daar heeft Nederland ook voordeel van”, zegt ze. Ze wijst verder op de gesprekken die met Marokko en Algerije worden gevoerd om vergelijkbare afspraken te maken. Vorig jaar daalde het aantal asielzoekers dat naar Nederland kwam voor het eerst in vier jaar. Zo’n 45.600 mensen vroegen asiel aan of kwamen naar Nederland voor gezinshereniging. De meeste kwamen uit Syrië, ruim 20.000. Of die stroom afneemt nu het regime-Assad is gevallen, valt moeilijk te voorspellen. Faber verwacht dat de daling van het aantal illegale migranten doorzet: “Zeker als de asielwetten door de Kamers komen, want dan heb je gewoon meer instrumenten om het in te dammen.” (NOS)
Fototekst: Frontex-topman Hans Leijtens bij een Europese buitengrens. (AFP)