“Vrouw overleden door achteruitgang gezondheidszorg”

PARAMARIBO – “Een 50-jarige vrouw is deze week in Wanica overleden door achteruitgang in de gezondheidszorg.” Dit zei voorzitter Chandrikapersad Santokhi van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) woensdag tijdens een partijvergadering te Weg naar Zee. Volgens hem heeft de vrouw niet tijdig de nodige medische behandeling gekregen, hoewel zij op tijd naar het ziekenhuis is gegaan.

Santokhi zegt dat de regering voor zichzelf een ‘platinumbehandeling’ van het Staatsziekenfonds heeft geregeld, terwijl de samenleving doodgaat wegens de slechte gezondheidszorg. Hij is naar de begrafenis van de 50-jarige vrouw geweest. Hij heeft vernomen dat de vrouw ziek werd en voelde dat er iets mis was met haar. Ze zei nog tegen de artsen dat het op een bloeding in haar hoofd leek te gaan, maar haar werd doorgegeven dat er niets aan de hand was. Pas op het laatste moment werd een bloeding geconstateerd, maar toen was het al te laat. “Elke dag gaan mensen dood in de ziekenhuizen als gevolg van achteruitgang van de ziekenhuiszorg.” Santokhi bekommert zich om de gezondheidszorg en heeft daarom van zijn netwerken in september gebruikgemaakt om hulp in het buitenland te zoeken. Hij zegt dat politiek Nederland niets van Suriname wil horen en omgekeerd. Daar zag Santokhi wel de mogelijkheid om de deuren te openen voor noodhulp aan de medische sector in Suriname.

Nederland heeft aan Santokhi aangegeven, dat het bereid is noodhulp te geven waarbij Suriname moet aangeven, waar de levensbedreigende situatie ligt. Er zou hulp komen in de vorm van materiaal, hulpmiddelen en medicijnen. Hij zegt dat Nederland via hem vroeg de Surinaamse regering een brief te laten schrijven. Maar het benadrukte tegelijkertijd dat het geen politiek agenda is, maar humanitaire hulp om levens te redden. Santokhi heeft in een gesprek met president Desi Bouterse hem dit voorgehouden dat indien hij van dit land en volk houdt en geen zieken dood wil zien gaan, de brief te laten richten via de minister van Volksgezondheid. Het staatshoofd gaf hem de garantie dat een brief geschreven zou worden, omdat hij ook wil dat Suriname gered wordt.

Santokhi zegt dat het intussen een maand verder is en dat er nog steeds geen hulp opgang is gekomen. Hij vraagt zich af of die brief wel is gericht naar Nederland. “Mensen gaan dagelijks dood. Waar ik een leven ga kunnen redden, zal ik het doen, ik weet niet of de regering dat ook zal doen. Het is mijn taak en plicht om dit voor het Surinaamse volk te doen. Ik ga door met mijn missie.” …[+]