KICKBOKSEN – De nieuwe kampioen in de lichtzwaargewichtdivisie trok bij de loting voor Grand Prix, het achtmanstoernooi dat op 8 juni in Ahoy wordt gehouden, een opvallend balletje. Precies dat met nummer 1 erop. Dat betekende dat hij als eerste mocht kiezen en dat werd de Fransman Pascal Touré, een vrij nieuwe naam bij Glory. “Een goeie jongen, maar ik kies wel een beetje de veilige kant”, gniffelde Khbabez om zijn geluk en vermijdt hiermee de Surinaamse Donegi Abena.
“Hoe heet je ook alweer?”, vroeg Khbabez toen hij zijn tegenstander in de eerste ronde aanwees. “Toen ik hem net ontmoette, wist hij mijn naam niet, maar als hij kan lezen, had hij het geweten”, zei Touré met een alleszeggende smile. “Ik kan garanderen dat hij die na de 8e juni niet meer vergeet.”
Khbabez is als kampioen in één klap een stuk meer ontspannen. Het boze is eraf en de vileine woorden van weleer zijn ingeruild voor woorden met een komischere toon. “Ik ben opgegroeid in de Schilderswijk en dat was een ghetto destijds”, vertelde hij over het grote doel dat ontstond. “Ik heb heel slechte jaren gekend, verloor alles in 2020 en 2021, maar zie nu: ik ben de kampioen. Daarmee wil ik aantonen dat álles mogelijk is, als je maar blijft vechten in het leven.”
Khbabez onttroonde in maart Abena, die direct werd uitgedaagd door de Roemeen Stefan Latescu. Abena was de hoogstgeplaatste na Khbabez en Latescu wil niemand uit de weg gaan. Sergej Maslobojev, de oud-kampioen in de divisie, keert bij het achtmanstoernooi terug bij Glory, tegen Bogdan Stoica.
En dan is er nog Bahram Rajabzadeh, de ’Golden Wolf’ uit Azerbeidjan en nieuwe rijzende ster van de organisatie. Hij oogde meer ontspannen dan ooit. “Muhammad Ali had een gezegde: succes maakt je een kampioen, karakter maakt je een legende. Ik wil een legende worden. In de finale wil ik de koning hebben”, en hij keek opzij naar Khbabez.
Niet eerder was Rajabzadeh ook zo respectvol en weinig agressief in zijn bewoordingen. Hij wordt nu dan ook van alle kanten gepleased, wat niet helemaal lekker viel bij zijn tegenstander, Ibrahim El Bouni. Die zat al nee te schudden bij alle lof die werd toegezwaaid. “Iedereen lijkt een beetje bang voor hem en hij wordt enorm gehypet, maar wie een beetje kickboksverstand heeft, ziet dat hij gaten laat vallen”, aldus El Bouni. “Hij is agressief, maar kijk eens naar zijn dekking. Van die gaten ga ik gebruikmaken.” (De Telegraaf)…[+]