DE NPS PLEIT VOOR EEN VERSNELDE ONTWIKKELING VAN ONZE OLIE- EN GASVOORRADEN

PARAMARIBO – Mondiaal zijn er een aantal belangrijke trends zichtbaar. De IEA (de International Energy Agency) heeft diverse scenarios uitgewerkt, waarbij voorzien wordt dat de grootste vraag naar ruwe olie verwacht wordt rond 2025-2035, waarna het zal afnemen. Verder wordt verwacht dat in het jaar 2050, de electrificatie van transport, industrie en verwarming circa 55% van het ruwe olie verbruik zal uitmaken.     We zien ook dat vanwege het gevaar van Global Warming, er een groeiende pressie is om het gebruik van olie en gas te verminderen. Invloedrijke investeringsfondsen, die aandeelhouders zijn van de olie multinationals, beginnen een actieve houding aan te nemen, door pressie uit te oefenen investeringen in deze sectoren te verminderen en te kanaliseren naar renewable energy bronnen zoals zonne energie en windenergie.

Nationaal belang tegen deze achtergrond is het voor Suriname van groot belang onze Oil & Gas versneld te ontwikkelen ten behoeve van onze nationale ontwikkeling.  Met het komend herstel van de koopkracht van de burger en de te verwachten investeringen van ondernemers in een verbeterend macro-economisch klimaat, voorzien wij een versnelde groei van het electriciteitsverbruik op korte termijn.     De versnelde ontwikkeling van onze Oil & Gas hulpbronnen dient gestoeld te zijn op een aanpak, die gebaseerd is op de volgende uitgangspunten: De NPS, als ontwikkelingspartij, vindt dat onze natuurlijke hulpbronnen versneld ontwikkeld moeten worden ten behoeve van de Surinaamse natie, waarbij de voordelen ten goede komen van de Surinaamse burger. De verkregen inkomsten moeten we deels in het Spaar en Stabilisatie fonds plaatsen en dit fonds bemensen met de beste beheerders die binnen en buiten Suriname zijn om zodoende de beste investeringen te plegen in duurzame industrieën en ontwikkelingssectoren voor Suriname.

Suriname zal in haar belang, een actief beleid moeten voeren die investeringen aantrekt voor de versnelde ontwikkeling. Suriname heeft al een achterstand van 5 jaren in de ontwikkeling van onze offshore olie ten opzichte van Guyana. Wij kunnen ons niet veroorloven, dat Guyana struktureel het beste investeringsklimaat heeft en alle energie en petrochemische investeringen naar zich toetrekt.  Suriname moet een gelijke of goedkopere kostprijs van energie en aardgas hebben als die van Guyana. De olie- en petrochemische multinationals kijken naar de mogelijkheden van de offshore resources van Suriname en Guyana en vragen zich af, voor welk land ze gaan kiezen om die grote investeringen te doen. Guyana heeft bekendgemaakt dat ze met hun gas-to-shore project een kostprijs van USD 0,06/kWh, mogelijk zelfs USD 0,03/kWh kunnen bereiken. Daarnaast gaat hun Amaila hydroproject, die binnenkort gecontrueerd wordt een kostprijs opleveren van USD 0,078/kWh. Tegen deze achtergrond kan de NPS het niet begrijpen dat de Surinaamse Regering een 25-jarig contract wil sluiten met het Deense bedrijf HPSG om electriciteit gegarandeerd af te nemen tegen USD 0,11/kWh. In de praktijk zou dit betekenen voor Suriname, dat onze baseload aan electriciteits opwekking door de Afobaka centrale en door HPSG geleverd moet worden. Hierdoor zullen alternatieve Surinaamse gas-to-energy en andere renewable energy projekten die een lagere kostprijs hebben geen afzet vinden en dus niet levensvatbaar zijn. Het betekent ook dat Tapajai en Kabalebo hydro energie voor nog langere tijd in de diepvries moeten. De NPS doet daarom een dringend beroep om het voornemen van de Surinaamse Regering om energie af te nemen tegen USD 0,11/kWh van HPSG in heroverweging te nemen. Het heeft heel grote negatieve consequenties voor de ontwikkeling van andere goedkopere energiebronnen niet alleen, maar ook de energie intensieve industrien zullen uitwijken naar ons buurland. We dienen behalve Kabalebo hydro energie, ook een scenario dringend uit te werken met aardgas als energiebron voor de ontwikkeling van de Bakhuys bauxiet reserves. De vraag die ook beantwoord moet worden is of de te bouwen Corantijnbrug het mogelijk scheepvaartverkeer in verband met de West Suriname ontwikkeling niet gaat beperken.

Suriname dient haar eigen gas-to-shore op korte termijn te ontwikkelen. Aardgas afkomstig van onze eigen bronnen, welke met een eigen pijplijn naar het vasteland getransporteerd wordt. Op basis hiervan kan Suriname haar eigen gas-to-energy projekt voor goedkopere energie en ook aardgas als grondstof voor een veelomvattende petrochemische industrie ontwikkelen. Net zoals gedacht wordt aan voedselzekerheid voor ons land, dienen we te denken aan energiezekerheid en aan petrochemische grondstof zekerheid voor ons land. Een strategie die al is ingezet met de bouw van de raffinaderij, om niet afhankelijk te zijn voor brandstof van de wereld markt…[+]