Deens museum schenkt inheemse ceremoniële mantel aan Brazilië

deense

DENEMARKEN – De Braziliaanse president Lula da Silva nam gisteren een ceremoniële mantel in ontvangst die in de 17e eeuw door Europese kolonisten uit Brazilië was meegenomen. Het Tupanimba-volk, die het kledingstuk als heilig zien, eisten het terug. De cape bestaat uit vierduizend veren van rode ibissen en werd in de 17e eeuw door Europese kolonisten uit Brazilië meegenomen. De mantel was afkomstig van het Tupanimba volk, die het gebruikten in religieuze rituelen.

President Lula da Silva woonde in de hoofdstad Rio de Janeiro een ceremonie bij waarbij het Deense Nationalmuseet afstand deed van de mantel, en die overdroeg aan het Nationaal Museum van Brazilië. De mantel is voor het eerst beschreven in een Deense inventaris uit 1689. Maar het lijkt erop dat het decennia eerder al naar Europa is vervoerd, misschien al tijdens de Nederlandse koloniale periode in Brazilië, die van 1630 tot 1654 duurde.

De mantel bevond zich lang in de etnografische collectie van het Nationalmuseet, het Nationale Museum van Denemarken. In 2000 werd het uitgeleend voor een tentoonstelling in São Paulo. Daar zag een Tupanimba-leider de opvallende rode mantel en eiste hem terug.

De mantel werd afgelopen juli naar Brazilië gebracht en gisteren officieel aan de Braziliaanse overheid overhandigd. Ongeveer 170 Tupinamba reisden van het zuiden van Bahia naar Rio om de terugkeer te vieren. Eerder al klaagde de groep dat ze niet de kans kreeg speciale ontvangstrituelen uit te voeren voor wat zij zien als een heilig relikwie. (NU.nl)