PARAMARIBO – Het Hof van Justitie in hoger beroep heeft dinsdag de strafzaak tegen ex-vicepresident Ashwin Adhin in behandeling genomen. Adhin, die in de rechtszaal verscheen, moet zich voor vijf rechters verantwoorden.
Advocaat Chandra Algoe is verbijsterd dat de strafzaak tegen Adhin binnen vijf maanden in hoger beroep dient, terwijl dat in andere strafzaken niet het geval is. “De geschiedenis is geschreven”, zegt zij aan de krant. In hoger beroep zal de zaak opnieuw worden behandeld. Procureur-generaal Garcia Paragsingh wil acht getuigen horen. Er zal op de komende zitting een aanvang worden gemaakt met het horen van vier getuigen. Algoe en haar collega Irvin Kanhai hebben het recht voorbehouden om alsnog getuigen op te geven. Het Hof van Justitie in eerste aanleg met als fungerend president Marie Mettendaf en leden Danielle Karamatali en Roy Elgin, had Adhin vorig jaar vrijgesproken wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
Een van de ten laste gelegde strafbare feiten is namelijk valsheid in geschrifte. Er werden memo’s opgemaakt op het Kabinet van de Vicepresident voor afschrijving van goederen, die niet meer bruikbaar zouden zijn voor de dienst om die dan te doneren. Volgens het Hof in eerste aanleg ontbreken de criteria voor de vaststelling van de afschrijving en de daarna te stellen procedures. Ook ontbreken eenduidige getuigenverklaringen. Bij gemis aan deze criteria komt het Hof niet tot het bewijs van het strafbare feit. Ook het bewijs van verduistering en vernieling ontbreekt. Er waren goederen bij Adhin die zijn opgehaald en afgeleverd op het Kabinet van de Vicepresident. Er werden defecten en/of vernielingen geconstateerd aan de goederen. Volgens het Hof is op basis van het procesdossier niet met zekerheid vast te stellen dat Adhin de goederen heeft vernield. In de verklaring van de medeverdachten van Adhin is volgens het Hof omtrent de vernieling geen aanwijzing te vinden. Bovendien heeft Adhin vanaf het prille begin aangegeven dat hij geen goederen heeft vernield. WJ…[+]