Geheime documenten tonen dat Assad-regime zelfs achter kinderen aan ging: “Verraders” werden gefolterd en gedood
DAMASCUS – Geheime documenten van de Syrische inlichtingendiensten die de Britse krant The Sunday Times kon inkijken, onthullen hoe het regime van de verdreven dictator Bashar al-Assad een gigantisch netwerk van informanten opzette om iedereen in de gaten te houden. Daarbij werden mensen gedwongen (of verleid) om familie, vrienden en buren te bespioneren, op zoek naar mogelijke “verraders”. Die werden gefolterd en gedood. Zelfs kinderen waren niet veilig, zo blijkt. De kleinste verdenking kon genoeg zijn om iemand in de gevangenis te laten verdwijnen, waar folteringen en executies dagelijkse kost waren. Wie het niet overleefde, werd nadien in een massagraf gegooid. De documenten bestaan uit duizenden pagina’s en zijn afkomstig van vier basissen van de inlichtingendiensten van Assad in de centrale stad Homs. Ze bevatten onder meer interne communicatie en arrestatiepapieren. Het is duidelijk dat de inlichtingendiensten niet wilden dat iemand ze zou zien, want op zeker twee plaatsen werd geprobeerd om ze te verbranden. Dat lukte gelukkig maar deels.
Wat erin te lezen staat, is schokkend. Niemand blijkt veilig geweest te zijn voor het regime. Zelfs kinderen niet. Zo wordt beschreven hoe een jongen van 12 jaar opgepakt werd voor het verscheuren van een stukje papier waarop een afbeelding van de president stond. “Het gescheurde stuk papier werd onder zijn bank gevonden”, aldus het verslag. “Op het papier stond een foto van de president. De jongen gooide het later in de vuilnisbak.” Medeleerlingen vertelden het aan een leerkracht, die de directie op de hoogte bracht. De directie stapte vervolgens naar de politie, die de veiligheidsdiensten inschakelde. De leraar werd verhoord en getuigde dat de jongen hem had verteld dat hij niet gezien had dat er een foto van de president op het papier stond. Hij zei ook dat het om een stille en goed opgevoede leerling ging, die zich nooit eerder slecht had gedragen.
Desondanks sprongen de veiligheidsdiensten op de zaak. “We hebben zijn (de leerling) achtergrond gecheckt en zijn familie bleek niet betrokken te zijn bij activiteiten die verband houden met de aanhoudende gebeurtenissen in ons land (de burgeroorlog)”, staat er te lezen in de geheime documenten. Toen hij zelf verhoord werd, vertelde de jongen dat hij “geen slechte bedoelingen” had en dat hij niet “de bedoeling had gehad om iemand te beledigen”. Desondanks moest hij vier dagen later voor de rechter verschijnen. Wat daarna met hem gebeurde, is niet duidelijk. Het verslag eindigt daar.
Wie werd opgepakt om politieke redenen, stond sowieso niet veel goeds te wachten. Volgens voormalige gevangenen en mensenrechtenorganisaties kreeg je eerst een “welkomstfeestje”(lees: werd je in elkaar geslagen op weg naar de gevangenis, vaak in de gang die naar je cel leidde). Vervolgens werd je opgesloten in een isolatiecel en regelmatig opgehaald voor ondervragingen. Sommigen werden gefolterd. Dat gebeurde onder meer door elektroden aan te brengen op het lichaam en elektrische schokken toe te dienen. De straf van “verraders” was afhankelijk van het aantal namen van andere “terroristen” die ze prijsgaven. (HLN)
Fototekst: De verdreven dictator Bashar al-Assad/één van zijn gevangenissen. (EPA/AFP)