Joeloemsingh vraagt regering op te treden bij Stalweide

NICKERIE – De ingebruikname van het nieuwe openbaar slachthuis van Nickerie, welk gevestigd is te Zeedijk, is voor districtscommissaris (dc) Wedprekash Joeloemsingh een hele aderlating. Behalve het feit dat het oude slachthuis, dat volgens de burgervader geen slachthuis meer genoemd kon worden, eindelijk is vervangen, had Joeloemsingh ook moeite met het transporteren van vee naar Paramaribo om geslacht te worden en daarna zijn weg terug te vinden naar Nickerie met het gevolg dat de kosten op de consument werden verhaald.

Wat de dc echter nog dwars zit, is dat enkele personen die het bestuur vormen van de Stalweide zich voordoen alsof zij de eigenaren zijn van het vee dat in de weide rondloopt. Het kan volgens Joeloemsingh niet zo zijn dat slechts zeventien personen die het bestuur van de weide vormen, bepalen wat er met het vee gebeurt. Hij vroeg minister Suresh Algoe van Landbouw Veeteelt en Visserij (LVV) om het probleem van de Stalweide eens op te lossen “anders kan het heel fout gaan.” Het feit dat het gros van de leden geen contributie betaalt of geen lid meer is, is voor de burgervader reden om te zeggen dat meer dan driekwart van de veeboeren die vee heeft in de Stalweide, geen vertrouwen heeft in het bestuur. Joeloemsingh merkt op dat met de opening van het nieuwe slachthuis, de tijd aangebroken is om de Stalweide weer in de boezem van LVV te brengen, zodat het slepende probleem dat zich daar al jaren voordoet, daadwerkelijk opgelost kan worden. De dc zegt momenten te hebben meegemaakt waarbij boeren die hun vee in de weide hebben, bij hem zijn geweest met het beklag dat zij bedreigd zijn dat hun vee verkocht zal worden als het niet uit de weide gehaald wordt. Om escalaties te voorkomen, deed de dc een dringend beroep op de minister van LVV en zijn collega van Regionale Ontwikkeling om de zaak aan te pakken. Volgens Joeloemsingh is het een mooi moment, nu het nieuwe slachthuis in gebruik is genomen, om stappen te ondernemen om de Stalweide te ordenen in het belang van het district...[+]