Nieuwe onthullingen over beruchte Britse Sovjet-spion Kim Philby

LONDEN  –  Hij vormde de inspiratie voor de spionageromans van John le Carré en was zonder twijfel de meest succesvolle dubbelspion uit de geschiedenis van de geheime diensten: Kim Philby. Dertig jaar lang werkte de Brit in het diepste geheim voor de KGB, de beruchte inlichtingendienst van de Sovjet-Unie. Een reeks geheime staatsdocumenten die na zestig jaar zijn vrijgegeven uit de Britse overheidsarchieven werpt een nieuw licht op de meesterspion. Ze geven nieuwe details over de schade die hij aanrichtte en hoe Londen hem uiteindelijk wist te ontmaskeren. Kim Philby was in de jaren 30 een jongeman met communistische sympathieën die studeerde aan de prestigieuze Universiteit van Cambridge. Vlak na zijn afstuderen in 1934 wisten de inlichtingendiensten van de Sovjet-Unie hem te rekruteren als spion.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging hij werken voor de Britse Secret Intelligence Service (de SIS, die tegenwoordig MI6 heet), waar hij met zijn charme en intelligentie al snel hoge posities bekleedde. Philby was onderdeel van de zogeheten Cambridge Five, een groep van vijf Britse dubbelspionnen die allemaal waren gerekruteerd door de KGB op de Universiteit van Cambridge. Philby was de meest succesvolle spion van het vijftal. In de jaren dat hij voor de SIS werkte, gaf hij enorme hoeveelheden geheime informatie door aan de Sovjet-Unie. Zo wist de KGB honderden spionnen en dissidenten op te sporen en te liquideren. Ook gaf Philby de plannen door voor een geheime Brits-Amerikaanse operatie om het communistische regime in Albanië omver te werpen. Moskou wist zo een staatsgreep te verijdelen. De vrijgegeven staatsdocumenten bevestigen ook wat al decennialang vermoed werd. Philby was verantwoordelijk voor een van de beruchtste incidenten uit de geschiedenis van de Britse geheime dienst: het verraad van de Russische KGB-agent Konstantin Volkov in 1945.

Volkov was in september van dat jaar de Britse ambassade in Istanbul binnengewandeld. Hij was bereid om over te lopen naar de Britten voor een bedrag van 50.000 pond. Het leidde tot grote opwinding in Londen, omdat Volkov een goudmijn aan geheime informatie bezat. Niet alleen beschikte hij over een lijst met de namen en adressen van alle KGB-agenten, ook wist hij de identiteit van negen Britse dubbelspionnen die werkten voor de Britse overheid. Een van die negen namen was Kim Philby. Philby was op dat moment het hoofd van de contraspionage-afdeling van de Britse geheime dienst en rook meteen gevaar toen hij hoorde over Volkov. Hij dreigde immers nu zelf ontmaskerd te worden als dubbelspion. Hij gaf een noodsignaal aan zijn contactpersoon bij de KGB. Een Sovjet-team van geheimagenten wist Volkov en zijn vrouw te onderscheppen in Istanbul. Ze werden gedrogeerd en naar Bulgarije gesmokkeld. Van hen werd nooit meer iets vernomen.

In 1951 rezen de eerste vermoedens dat Philby een dubbelspion was voor de Sovjet-Unie. De geheime dienst kon dat niet bewijzen, maar de vermoedens waren voldoende om Philby te ontslaan. Hij ging de journalistiek in, werd correspondent in Libanon, maar bleef actief als spion voor Moskou. Pas in 1962 vonden de Britse geheime diensten het bewijs waarnaar ze zo lang op zoek waren geweest, met de bekentenis van een oude studiegenoot van Philby. Zij verklaarde dat hij had geprobeerd haar in 1934 te rekruteren als geheim agent voor de Sovjet-Unie. Londen stuurde MI6-spion Nicholas Elliott, die een oude vriend was van Philby, naar Libanon om een bekentenis te ontlokken. Na een aanvankelijke ontkenning gaf Philby uiteindelijk toe dat hij spioneerde voor de KGB. (NOS/ Alamy Limited/ANP)