Rusland en regeringsleger voeren aanvallen in Syrië op na terreinwinst rebellen
SYRIË – Het Syrische leger heeft samen met bondgenoot Rusland de aanvallen op rebellen in Syrië opgevoerd. De intensivering van de bombardementen volgt op berichten dat strijders terreinwinst boeken in het noordwesten van het land. De aanvallen zijn gericht op steden en dorpen in de provincies Idlib en Hama en de stad Aleppo, waar rebellen een opmars hebben gemaakt. Dat bevestigt het Syrische leger tegenover persbureau Reuters. Ook het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten (SOHR), een waarnemings bureau in Engeland, maakt er melding van. Bij bombardementen op Idlib, een van de grootste Syrische steden, zouden zeker vier mensen zijn omgekomen. Dat meldt Reuters op basis van hulpverleners ter plaatse. Het Syrische leger en Rusland ontkennen dat er burgers zijn aangevallen en stellen dat de aanvallen zijn gericht op toevoerlijnen en schuilplaatsen van rebellen. Het Syrische leger hoopt met hulp van Rusland de rebellen terug te dringen.
Aleppo, de tweede stad van Syrië, zou voor het eerst sinds het begin van de Syrische burgeroorlog niet meer onder controle van de regering staan. Dat meldt het SOHR zondag aan persbureau AFP. Deze informatie is nog niet onafhankelijk bevestigd. Alleen de wijken die door Koerdische strijdkrachten worden gecontroleerd, zouden niet in handen van de rebellen zijn. Zaterdag was al duidelijk dat rebellen een groot deel van Aleppo hadden ingenomen. Het Syrische regeringsleger trok zich tijdelijk terug uit de stad om zich voor te bereiden op een tegenoffensief. (Nu.nl)