Santokhi: “We hadden ook kunnen kiezen voor een populistische koers”

3 We hadden ook kunnen kiezen voor een

PARAMARIBO – Ondanks de naderende verkiezingen in 2025 blijft president Chandrikapersad Santokhi vastberaden het strenge herstelprogramma van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voort te zetten. De president is zich bewust van het risico dat deze impopulaire maatregelen hem bij de verkiezingen kunnen schaden. Volgens hem zijn de hervormingen noodzakelijk om Suriname op lange termijn weer op de been te helpen, ondanks het gevaar om hiervoor afgestraft te worden door het electoraat.

 

Santokhi, tevens voorzitter van de Vooruitstrevende Hervormings Partij, laat er geen twijfel over bestaan: zijn kabinet zal in de resterende maanden tot aan de verkiezingen niet kiezen voor populistische projecten om de steun van de kiezers te winnen. Het land verkeerde in een diepe financiële crisis bij de machtswisseling in 2020 en zal, naar eigen zeggen, tot de laatste dag van deze zittingsperiode werken aan het herstel. “Het land stond aan de rand van de afgrond, failliet, en wij hebben de verantwoordelijkheid genomen om te beslissen hoe hiermee om te gaan”, aldus de president.

Hij onderstreept dat het herstel van de economie uit meerdere fasen bestaat, waarbij de eerste fase vooral gericht was op het stabiliseren van de financiële crisis en het implementeren van noodzakelijke hervormingen. “We moesten eerst de crisis onder controle krijgen, hervormingen doorvoeren en belangrijke herstructureringen realiseren”, aldus Santokhi. Hij verwijst onder andere naar wetten die zijn aangenomen en naar maatregelen om het land economisch weerbaar te maken tegen toekomstig wanbeleid en misstappen. Pas nadat deze fundamenten waren gelegd, kon de regering verder met de volgende fasen van herstel en ontwikkeling. “We hadden kunnen kiezen voor een populistische koers, gericht op het winnen van verkiezingen. Maar dat zou onverantwoordelijk zijn, gezien de situatie waarin we ons bevonden. In plaats daarvan hebben we de verantwoordelijkheid genomen om te werken aan duurzame oplossingen voor Suriname.”…[+]