PARAMARIBO – De rechter heeft vorige week Wilfried B niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om op grond van het uitzitten van twee derde van zijn straf Voorwaardelijke Invrijheidstelling (VI) te krijgen.

Zij zegt dat het bezwaar niet tijdig is ingesteld. Dit moest gebeuren binnen veertien dagen nadat de veroordeelde de afwijzing van de VI had ontvangen van de minister van Justitie en Politie. Advocaat Georgette Leter zegt dat Wilfried B op 12 juli 2016 in verzekering werd gesteld. Hij werd veroordeeld tot vijf jaar celstraf voor verkrachting. Op 10 november 2019 had hij reeds twee derde van zijn straf uitgezeten. Op 4 november heeft hij de beschikking ontvangen dat hij niet voor VI in aanmerking komt. Volgens Leter zijn de overwegingen in de beschikking zeer algemeen. Ze zijn niet toegespitst op Wilfried B. Volgens haar is er bovendien geen resocialisatieplan. Wilfried B heeft zich altijd goed gedragen in het gevang. Zij vindt dat de minister van Justitie en Politie in de beschikking geen steekhoudend argument heeft opgenomen, waarom het verzoek is afgewezen. De vervolgingsambtenaar zegt dat de afwijzingsbeschikking van 4 november is maar dat het bezwaar op 4 februari is ingediend. De termijn van veertien dagen is overschreden…[+]