PARAMARIBO –  De Suriname Alcohol Beverages NV (SAB) heeft als nationale rumproducent een exclusieve Borgoe Rum ontwikkeld ter gelegenheid van 50 jaar Caribbean Community (Caricom). Steven Ma Ajong, directeur van de SAB, heeft donderdag de eerste fles overhandigd aan minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (Bibis) in het Rumhuis.

Ter gelegenheid hiervan waren ook aanwezig minister Rishma Kuldipsingh van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie, ambassadeur Virjanand Depoo van de Coöperatieve Republiek Guyana en het hoofd van het consulaat-generaal van de Republiek Haïti in Suriname, Jean Claude Lappe.

Borgoe 10 Year is een limited edition eerbetoon aan het 50-jarig jubileum van Caricom. Ter gelegenheid hiervan hebben Caribische rumproducenten samengewerkt met Caricom-regeringen om de prestaties van de Caribische gemeenschap in de afgelopen 50 jaar te eren door speciaal ontwikkelde rumblends ter ere van het 50-jarig jubileum te produceren. Minister Ramdin, die ingenomen was met de nieuwe blend, gaf aan dat rum een Surinaams kenmerk is.

Hij was bijzonder blij dat de SAB heeft gemeend deze nieuwe blend speciaal te maken voor de  50ste   verjaardag van de Caricom. Er is volgens de bewindsman veel creativiteit gestopt om het product zo Surinaams mogelijk te maken. “We zullen de rum binnenkort presenteren in Grenada tijdens de 50ste verjaardag van de Caricom en kijken uit naar de reacties”, aldus de bewindsman.

Producenten van 13 Caricom-lidstaten, leden van de regionale groepering de West Indies Rum & Spirits Producers Association, hebben kenmerkende rum geproduceerd die hun individuele erfgoed en stijlen vertegenwoordigen. “Onze masterblender heeft zorgvuldig met de hand een symfonie van 10 jaar oude rum geselecteerd, waaronder een zeldzame Pot Still-rum, om een ongeëvenaarde zachtheid te creëren”, liet directeur Ma Ajong optekenen. Het hoogtepunt van dit project zal een presentatie zijn van de volledige set van dertien soorten rum aan de regeringsleiders tijdens hun volgende bijeenkomst in Grenada in juli 2024.

Volgens de SAB-directeur laten deze producten de opmerkelijke diversiteit van de Caribische rum zien door het gemeenschappelijke thema van de prestaties van de regio in het verleden. “Rum is misschien wel het bekendste Caribische product naast het toerisme en de industrie en staat bekend om zijn premiumproducten van wereldklasse”, merkte de functionaris op…[+]

PARAMARIBO – De politieke partij ABOP vindt dat de bouw van de brug tussen Suriname en Guyana momenteel geen prioriteit zou moeten hebben. Dit standpunt werd duidelijk verwoord door ABOP-ondervoorzitter Marinus Cambiel tijdens een partijbijeenkomst in Nickerie, waar de brug zal worden gebouwd.

Cambiel gaf aan dat de regering, waar zijn partij deel van uitmaakt, zich eerst zou moeten richten op het asfalteren van wegen en straten. Opmerkelijk is dat de ABOP als coalitiepartij zich niet eerder zo expliciet heeft uitgesproken over dit onderwerp. Cambiel ging verder door te stellen dat ABOP-voorzitter Ronnie Brunswijk heeft gezorgd voor asfaltering van de Oost-Westverbinding tussen Meerzorg en Albina. Hij beloofde de Nickerianen dat als zij op Brunswijk stemmen bij de komende verkiezingen, hij ervoor zal zorgen dat ook het westelijke gedeelte van deze belangrijke weg geasfalteerd zal worden.

Deze beweringen roepen echter vragen op. Er is tot nu toe geen harde informatie beschikbaar die bevestigt dat Brunswijk verantwoordelijk is voor de asfaltering van de wegstrekking Meerzorg-Albina. Deze weg is onderdeel van het Initiatief voor Infrastructurele Integratie van Zuid-Amerika, een project dat al decennia geleden is gestart met als doel de noordkust van Zuid-Amerika te ontsluiten. In dit project is ook de bouw van bruggen naar Guyana en Frans-Guyana…[+]

PARAMARIBO – Tegen marktmeester G.D. is gisteren een gevangenisstraf van vijf jaar gevorderd voor het verkrachten van een vrouwelijke standhouder. Volgens de officier van justitie heeft de marktmeester misbruik gemaakt van de situatie van de vrouw.

De verdachte moest de stukken van de stand van het slachtoffer in orde maken. Volgens de vervolgingsambtenaar heeft de verdachte misbruik gemaakt van de afhankelijke situatie van het slachtoffer. “Verdachte had kennelijk gedacht dat zij geen aangifte zou doen, uit vrees dat zij haar stand zou verliezen. Immers, zoals het slachtoffer aangeeft, wilde hij de zaak zo ‘settelen’.” De vervolgingsambtenaar zegt dat het slachtoffer en twee andere getuigen hebben aangegeven dat er kennelijk nog meer vrouwen slachtoffer zijn. Zij vindt dat de marktmeester zich slechts heeft laten leiden door zijn eigen behoeften. Hij zou seks hebben afgedwongen bij de vrouw. Daarmee heeft hij volgens de officier van justitie een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer.

G.D. heeft in eerste instantie ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan verkrachting. De officier van justitie zegt dat de verdachte daarna teruggekomen is op zijn verklaring. Hij gaf aan een seksuele relatie met de standhouder te hebben. Uit vrees voor zijn vrouw had hij eerst ontkend. De vervolgingsambtenaar geeft aan dat de vrouw van G.D. een ander had benaderd om vanaf het prille begin te bemiddelen in de zaak. De marktmeester heeft in zijn verhoor aangegeven dat hij de naam van het slachtoffer niet kent, maar geeft vervolgens ook aan dat zij een geheime relatie hebben. De openbare aanklager zegt verder dat twee personen het slachtoffer kort na de verkrachting huilend hadden aangetroffen.

Voorts zegt de officier dat de verdachte meerdere verklaringen heeft afgelegd over het mogelijke motief van het slachtoffer om hem te beschuldigen. Zo zegt de verdachte dat de vrouw kennelijk een serieuze relatie met hem wilde. Hij vermoedt ook dat de vrouw bang was om haar vriend de waarheid te vertellen. Hij denkt dat de vrouw hem niet meer als marktmeester wilde hebben, omdat zij dat had aangegeven tijdens een persconferentie. In deze zaak zal een gerechtelijke plaatsopneming, namelijk descente, plaatsvinden. Daarna zullen de raadslieden Maureen Nibte en Raoul Lobo hun pleidooi houden. WJ…[+]

PARAMARIBO –  Het is noodzakelijk om extra lessen in te zetten. De peilingstoetsen hebben aangegeven dat we achterstanden hebben in de vakken taal, rekenen en lezen. Dit zei minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur tijdens de regeringspersconferentie van woensdag. 

“Dit zijn de basisvaardigheden en het team zal bezig zijn met het afstemmen met leerkrachten, leerlingen en ouders om extra lessen te volgen. Dit zal op vrijwillige basis gebeuren. Wie niet wil, moet het maar zelf weten, we gaan niemand dwingen. Het gaat erom dat dit experiment stevig wordt opgepakt, zeker in buurten waar het noodzakelijk is. We hebben een aantal buurten en scholen geïdentificeerd die aan dit pilotproject zullen meedoen”, aldus minister Ori.

Verder zei de bewindsman dat er extra activiteiten buiten het curriculum worden ontplooid om de onacceptabele achterstanden aan te pakken, en daar kan niemand tegen zijn. “Onderontwikkeling is een keuze. Als ouders en leerkrachten ervoor kiezen om niet mee te werken, moeten ze dat vooral doen. Maar ik denk dat er genoeg leerkrachten, ouders en verantwoordelijke mensen zijn die gebruik zullen maken van de mogelijkheden die het ministerie zal creëren.”

“De vergelijking met naschoolse opvang gaat hier mank omdat dit daar helemaal niet op lijkt. We hebben het hier over extra lessen die worden verzorgd door gemotiveerde leerkrachten die nog in dienst zijn.” De minister benadrukt dat het een vrije keuze is om uw kinderen hieraan deel te laten nemen, en als leerkrachten niet willen meewerken, zijn er genoeg anderen die dat wel willen.

De naschoolse opvang die door de vorige regering werd ingevoerd, was gewoon een nyang patu geweest, waarvan we de effecten nog steeds niet kunnen inschatten, vertelt Ori verder. “Er is meer dan SRD 90 miljoen schade geleden en we hebben nog steeds onderzoeken lopen bij CLAD. De middagschool zal ook op vrijwillige basis zijn, maar vanuit het ministerie zullen we alles doen om extra mogelijkheden te bieden om achterstanden die door allerlei oorzaken zijn ontstaan in het systeem, aan te pakken. Het is geen verloren schooljaar”, aldus de minister.

Verder haalde Ori aan dat het doorstroombeleid van ex-minister Marie Levens na twee jaar is gestopt, wat betekent dat er dit jaar strengere normen zullen gelden bij de overgang. De resultaten zullen naar verwachting aan de magere kant zijn, daar heb ik voortekenen van gezien, maar het zal nooit een verloren schooljaar zijn. Door de COVID-19-situatie zijn kinderen gemakkelijker overgegaan naar een volgende klas zonder een aantal criteria en normen te hoeven doorstaan. Dit heeft geleid tot een ophoping van zwakkere leerlingen in het systeem en tot minder goede resultaten op scholen. Door middel van huiswerkbegeleiding zijn talent, sport en muziek geïntroduceerd om de jeugd uit sociaal zwakkere buurten bezig te houden. In juli begint de tweede spellingtoets…[+]