De Feydrasi Fu Afrikan Srananman (FFAS)  is van mening dat de Afrikan Srananman het afgelopen jaar, dat is uitgeroepen tot een bijzonder jaar van slavernijverleden, niet voldoende heeft beseft dat een  ideologie van herdenken, vieren en ontwikkeling  moet worden geformuleerd. Dit na de afschaffing van de trans-Atlantische slavenhandel van de Afrikaanse voorouder. “Pas hierna kan het werkelijke proces van heling en wat dies meer zij robuust opgestart worden.”

In een verklaring in verband met 1 juli worden alle Afrikan Srananman, die in de eens gekoloniseerde delen van de wereld wonen en werken, opgeroepen een bijdrage te leveren aan het formuleren van de bewuste ideologie. “In de afgelopen decennia heeft de FFAS telkens een poging tot samen nadenken en ontwikkelen van de sociaal culturele en economische vooruitgang bepleit.”

In de Verklaring 2024 van de Afrikan Srananman geeft de FFAS nadrukkelijk het inzicht, dat door samen te werken en na te denken de zo gepropageerde wens van voormannen en vrouwen, voorzitters van organisaties, inclusief de politiek en het Gezag van Afrikan tribale samenlevingen, gestalte te laten krijgen na 1 juli 2024. Gemakshalve, maar bovenal voor de verduidelijking is het de FFAS eraan gelegen om de verantwoordelijken hierop aan te spreken en die zijn sinds jaar en dag in verschillende regio’s van Suriname actief.

FFAS  somt in willekeurige volgorde op: het Noordoosten met daarin de Aucanerstam van granman Bono Velanti, Paramaccaner-stam met granman Jozef, Misajere Forster en de stam der Aluku met granman Simeon Glunder.

Het zuidwesten welk gebied wordt bewoond door de volgende stammen: Saramaccaners met aan het hoofd, granman Albert Aboikoni, Matawai geleid door granman Lesley Valentijn en de Kwinti onder leiding van granman Remon Clemens.

Vervolgens concludeert de FFAS dat de regio’s Westen en Midden ook worden bewoond door nazaten van tot slaaf gemaakten met in Nickerie stichting 1 juli Keti Koti waarvan Igion Koulen voorzitter is en in Wageningen Djako Wid met Carlyn Agodeba als voorzitter.

In Coronie en Saramacca zijn er individuele vertegenwoordigers, die het domein van nazaten van Afrikan Srananman bekoren en wanneer het mogelijk is activiteiten organiseren op 1 juli,  Ketikoti.

“In het midden van Suriname zien we zeer actieve organisaties als de Federatie van Para-plantages onder voorzitterschap van Hesdy Ommen. We kennen ook drie regio’s die zich in de voor hen zelfstandige wijze na de afschaffing van de slavernij hebben ontwikkeld. Dat zijn Commewijne, waarvan bekende families afkomstig zijn als die van Barryl Biekman, Cottica-gebied met als bekende exponent Mildred Caprino en Carolinaressort aan de Surinamerivier, met als bekende familie Wijngaarde.”

Ook Paramaribo valt in de optiek van de FFAS onder de middenregio, waar verschillende Afro-organisaties gevestigd zijn als NAKS met als voorzitter Siegmien Staphorst, Fiti Fu Wini waarvan Kortensia Sumter-Griffith voorzitter is, de voorzitter van de Rastafari Federatie Suriname, Saskia Kontino, de stichting 10 oktober 1760 waarvan Leo Atomang voorzitter is, stichting 19 september 1762/stichting Saamaka Daka, die geleid wordt door Rinaldo Huur.

De oproep die in deze Verklaring van de FFAS wordt gedaan is tevens gericht aan: de voorzitters van politieke organisaties NDP, ABOP, NPS, BEP, allen met zetels in DNA, vertegenwoordigers van niet uitgesproken Afrikan Srananman op politiek ideologische stroming gestoelde partijen als DOE, PALU, DA’91, maar ook de vakbonden. Apart wordt genoemd de vertegenwoordiger van de Caricom Ten Point Plan for reparatory Justice, Armand Zunder, tevens lid van de Caricom Reparations Commission, coördinator Slavernijverleden Suriname, Silvano Tjong-Ahin, en ook de wetenschap heeft in het afgelopen jaar van Slavernijverleden van zich laten merken in de personen van Franklin Jabini, Helmut Gezius, Manon Sanches en Cynthia McLeod-Ferrier. Van de religie winti noemt de FFAS ten slotte Juliёn Zaalman en Ramon Mac-Nack. De FFAS heeft de robuuste overtuiging dat samen nadenken en ontwikkelen van de sociaalculturele en economische status van de Afrikan Srananman vooruitgang niet zal uitblijven. “Wij zijn het nu verplicht aan onze nazaten.”

Paramaribo, 1 juli 2024
De Feydrasi Fu Afrikan Srananman…[+]

PARAMARIBO- Ondernemers die werken in het binnenland voelen zich niet meer veilig. Zij maken zich ernstig zorgen over de vele roofovervallen in hun werkgebied. “Haast elke dag slaat een rover toe en het ergste is dat zij gelijk en gericht schieten op de slachtoffers. Ook vinden wij het erg dat een vrouw recentelijk verkracht is geworden”, zeggen enkele ondernemers. Zij pleiten dringend voor meer veiligheidsmaatregelen in het binnenland, zodat zij zonder vrees kunnen werken.

Naar zeggen van de ondernemers zijn de berovingen steeds gewelddadiger geworden, inclusief schietpartijen op voertuigen. Zij vrezen dat als er geen adequate maatregelen worden genomen, bedrijven gedwongen zullen worden hun deuren te sluiten, wat resulteert in werkloosheid voor veel mensen in het binnenland. Ze doen een dringend beroep op de ministers van Justitie en Politie en van Defensie om samen te werken en controleposten op te zetten om de veiligheid te waarborgen.

De ondernemers uiten ook hun bezorgdheid over de veiligheid van toeristen die het binnenland willen bezoeken. Zij stellen voor om hulpposten op te zetten in verschillende gebieden, zodat de politie sneller kan reageren op meldingen van berovingen. Een ondernemer vertelt dat hij nu bang is om naar Paramaribo af te reizen. “ Ik ga met andere ondernemers in het gebied praten om te kijken wat wij kunnen doen aan de veiligheid, ik denk eraan om een professionele security bedrijf te nemen om te zorgen voor de veiligheid. Echter de rovers zijn zo gevaarlijk dat zij met machinegeweren opereren in het binnenland”, stelt hij…[+]

PARAMARIBO –  De verplichte landsdienarenregistratie die is gehouden van oktober 2022 tot en met februari 2023 heeft geen rechtskracht, zegt de kortgedingrechter. Dit omdat het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BIZA) zich niet heeft gehouden aan artikel 36a, het nieuwe artikel in de Personeelswet.

“Indien dat had plaatsgevonden, zou het misschien wel rechtskracht hebben, maar dat gaat niet plaatsvinden”, aldus Micheal Sallons, voorzitter van de Werknemers Organisatie Openbare Werken (WOOW).  Sallons vertelt dat hij sinds het begin van de verplichte landsdienarenregistratie erop heeft gewezen dat ambtenaren zich niet hoeven te laten registreren.  Het was toen onmogelijk dat er sancties getroffen zouden worden  tegen landsdienaren. “Op het moment dat men begonnen is met de verplichte landsdienarenregistratie was de wet nog niet aangenomen en goedgekeurd.  Op gegeven moment is de aanpassing van de Personeelswet aangenomen en goedgekeurd en dat heeft gemaakt dat ik de wet ben gaan bestuderen en er wat juridische vragen bij mij zijn opgekomen, waarna ik contact heb gemaakt met mijn advocaat”, stelt de vakbondsman verder. “We hebben samen ernaar gekeken en zijn toen beland op zaken, waarbij wij bedenkingen hadden. Zodoende hebben we deze zaken meegenomen en gezegd dat we gaan kijken hoe men uitvoering zal geven aan het implementeren van die wet of wat dan ook zou moeten gebeuren.”

Hij vertelt dat de vakorganisatie weet dat er een aantal mensen is, die zich om allerhande redenen niet hebben kunnen  registeren, waarna BIZA is uitgekomen met een rondschrijven aan alle ministeries, hoe te handelen bij mensen die zich niet hebben geregistreerd.  Een schrijven dat voor mij geen enkele waarde heeft, aangezien de wet niet volgens de Personeelswet is toegepast. Wat ik niet aan u mag verzuimen mee te geven, is dat wij niet tegen een registratie van landsdienaren zijn, maar voer het volgens de wet en regels uit in de Personeelswet, hetgeen niet heeft plaatsgevonden. Wij zijn er voorstander van dat mensen die niet werken niet uitbetaald moeten worden, dat staat als een paal boven water. Mensen die vanwege veranderde beleidsinzichten thuis zijn gezet, moeten wel worden uitbetaald, vindt Sallons.  

De advocaat van de WOOW, Ashna Kanhai,  heeft aangegeven dat de kantonrechter heeft vastgesteld dat de Staat niet op een degelijke wijze de landsdienarenregistratie heeft uitgevoerd en niet heeft gehandeld met beginselen van behoorlijk bestuur met name het rechtszekerheidsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel. “Wat ook belangrijk is, is dat de kantonrechter aangeeft dat de registratieperiode en de opgelegde straffen dus de tuchtstraffen, onrechtmatig zijn, omdat op het moment dat die landsdienarenregistratie werd uitgevoerd er geen wettelijke grondslag was”, aldus Kanhai.

In het prachtig geformuleerde vonnis is aangegeven dat de afkondiging van de wijziging van de Personeelswet in juni heeft plaatsgevonden en dus in die periode van kracht was. Wat heel frappant was voor de advocaat is, dat bij de comparitie van partijen vaak de vertegenwoordiger van de Staat aangaf dat die registratie terugwerkende kracht heeft, terwijl in Suriname wetten geen terugwerkende kracht hebben. Daarop heeft de kantonrechter gelukkig voortgeborduurd en aangegeven dat die wijziging in de Personeelswet, waarin de  verplichte landsdienarenregistratie is opgenomen in juni 2023 van kracht is gegaan. Dat wil zeggen dat alle registraties die te maken hebben met de periode van de landsdienarenregistratie van oktober 2022 tot januari 2022 geen wettelijke grondslag hebben, aldus Kanhai…[+]