De viering van 1 juli 2024 is een scharniermoment waarin we het gedenkjaar van 160 jaar afschaffing van de slavernij in 1863, dat vorig jaar op 1 juli werd ingezet, voltooien. Tegelijkertijd willen wij ons richten op de verdere invulling van alles wat in het afgelopen jaar naar voren is gebracht, is uitgesproken en op tafel is gelegd. Het is duidelijk dat de menselijke kwesties die verbonden zijn aan het slavernijverleden heel diep graven en hun doorwerking hebben in het heden.
Sommigen willen niets meer horen over de slavernij en vinden dat het nu te ver achter ons zou liggen om nog te spreken over doorwerking. Het zou slechts een denken in slachtofferrollen in stand houden en daarmee een stagnatie betekenen voor het oppakken van ontwikkeling en vooruitgang. Vele anderen echter zijn het pricipieel oneens met zo een houding en zien daarin het negeren van de complexiteit van de situatie, die geen recht doet aan de waarheid van verleden en heden.
De vele kwesties over het slavernijverleden, over betrokkenheid en mogelijke medeverantwoordelijkheid, en over de doorwerking van het slavernijverleden in de realiteiten van hedendaagse post-koloniale samenlevingen, zijn gevoelig en roepen vaak sterke emoties op. Dit is ook begrijpelijk omdat het wezen van slavernij nu eenmaal gevormd wordt door moeilijke zaken zoals structuren van bewust in stand gehouden ongelijkheid van economische en politieke macht. Het gaat om de vernederende onderwerping van allen die tot slaaf werden gemaakt en het brute geweld dat gebruikt werd bij deze onrechtvaardige beroving van menselijke waardigheid, vrijheid en identiteit. Dat alles omwille van de winstmaximalisatie van de machthebbenden in deze verhoudingen.
Het slavernijverleden is daarom een veelomvattende maatschappelijke realiteit, die nog steeds gevolgen heeft op het zelfbeeld, de ontplooiingsmogelijkheden, de familiestructuren en de taaie werkelijkheid van armoede, waar vele nazaten van tot slaaf gemaakten nog steeds mee te maken hebben. De christelijke geloofsgemeenschappen in Suriname en in allerlei delen van de wereld kunnen zich niet aan deze kwesties onttrekken. Als CCK merken we op, dat ook binnen de kerken en gemeenten in onze Surinaamse samenleving er zeer uiteenlopende gevoelens en reacties, standpunten en houdingen leven, waardoor het moeilijk was om dit bijzondere gedenkjaar onbezorgd te vieren.
Het CCK wil met inlevendheid hiermee omgaan. Maar tevens weet het zich verantwoordelijk voor het aangeven van richtingen. Het is van mening dat het bijbelse geloof een onmiskenbare gevoeligheid en solidariteit leert voor de armen en noodlijdenden. En daarmee ook slechts authentiek zal blijven alsook de vaak ongemakkelijke vragen naar de diepere oorzaken en economischpolitieke structuren die armoede, onrechtvaardige verhoudingen en maatschappelijke ongelijkheid veroorzaken en in stand houden, op tafel blijven.
Tot de meest fundamentele verhalen van de Bijbel behoren die rond de bevrijding van de Hebreeuwse tot slaaf gemaakten uit de slavernij van Egypte en de vervulling hiervan in Christus’ kruisoffer en verrijzenis. Ook kennen we de bijbelse ethische regel om niet met een ander te doen wat je voor jezelf niet zou willen: “Wat jij niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander niet” (Tobit 4:15); “Alles wat gij wilt dat de mensen voor u doen, doet dat ook voor hen. Dat is Wet en Profeten” (Matteüs 7:12).
Het CCK roept daarom op tot een visie van de gelijkheid in persoonlijke waarde en waardigheid van alle mensen, die allen kinderen zijn van eenzelfde God. Dit moet het fundament blijven voor het nadenken over de inrichting van de maatschappij, zowel op de kleinere lokale niveaus alsook in de internationale verhoudingen. Het CCK roept daarom op om de vaak ongemakkelijke kwesties niet te ontlopen, maar om met geduld en inzet deel te blijven nemen aan de debatten. Zij hoopt op een wijze balans tussen aan de ene kant de economisch-politieke aspecten van deze problematieken en aan de andere kant de innerlijke weerbaarheid, creativiteit en waardigheid waaraan wij zelf zullen moeten werken.
Onze Surinaamse samenleving worstelt echter niet alleen met de kwesties van het slavernijverleden, maar ook met de economie, de maatschappelijke problematieken, en het politieke klimaat waar corruptie en grote verstrengelingen van economische belangen de wederopbouw van een welvarende, rechtvaardige en sociaalbewogen Surinaamse samenleving vertragen. Wij menen als gevolg hiervan veel ontmoediging te zien en merken net zoals eenieder op, dat er weer Surinamers wegtrekken om elders een bestaan op te bouwen.
Het CCK roept daarom op tot opbouwende debatten die met grootmoedigheid een waarachtig gezamenlijk zoeken zullen zijn naar de verheffing, de waardigheid en de innerlijke kwaliteit van onze Surinaamse multiculturele, multireligieuze en multi-etnische samenleving. Wij noemen in deze context het bekende vers van een van de meest beroemde zangers van onze Caraibische regio, Bob Marley, uit zijn lied Redemption Song: “Emancipate yourself from mental slavery, for none but ourselves can free our minds.”
Het CCK herinnert eenieder aan de belofte van Gods verborgen aanwezigheid en leiding, voor allen die Hem oprecht eren. De oprechtheid zullen wij steeds toetsen aan het daadwerkelijk handelen naar de waarden en normen die besloten liggen in het geloof in God. Omdat God, zoals wij zingen in ons volkslied, onze Fesiman is, mogen wij steeds in dat geloof bemoediging en inspriratie vinden om met vastberadenheid gezamenlijk ons in te zetten voor een Suriname waar niemand wordt achtergesteld of vergeten, maar waar er waardigheid en welzijn zal zijn voor alle inwoners van ons geliefd land. Met deze gedachten wenst het CCK de gehele Surinaamse samenleving een gezegende Ketikoti toe. (CCK)…[+]