PARAMARIBO – Het hoeft volgens raadsman Milton Castelen geen betoog dat de staat Suriname aangeklaagd zal worden bij de aangewezen regionale gerechtshoven die jurisdictie hebben in Suriname, voor de schendingen van rechten, als gevolg van de onrechtmatige preventieve hechtenis van de vijf verdachten in de Pikin Saron-case. De mannen worden onder meer verdacht van brandstichting, poging tot doodslag en vernieling.
Volgens Castelen zitten de mannen reeds langer dan een jaar in hechtenis en maken zeer mensonterende omstandigheden door. “U wil niet weten hoeveel correspondentie er gevoerd moet worden door de raadslieden om de vrijheidsberoving van deze heren enigszins menswaardig te laten zijn.”
De raadsman zegt dat de vervolgingsambtenaar het onfatsoen van het Openbaar Ministerie doet blijken door in zijn requisitoir geheel voorbij te gaan aan het toegepaste onrechtmatige vuurwapengeweld bij de aanhouding van de verdachten. “Dit alles moet u zien in het kader van het ‘labelen’ en ‘framen’ van de verdachten als terroristen door het staatshoofd en zijn werkarmen. Er wordt hiermee legitimiteit verleend aan het buitenproportioneel gewelddadige optreden tegen de verdachten door de Staat.”
Castelen zegt voorts dat de vervolging inmiddels gemeend heeft voor een periode van langer dan een jaar te moeten vorderen dat de verdachten in preventieve hechtenis moeten worden gehouden. “Van meet af aan wordt met het in preventieve hechtenis houden van deze mannen een reeks van rechten geschonden die zij ontlenen aan het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens (AVRM), hetgeen hun vrijheidsberoving arbitrair en onrechtmatig maakt. Vanaf de verlenging van de inverzekeringstelling wordt de preventieve hechtenis ook bevolen op een wijze die in strijd is met het AVRM en de daarop gebaseerde rechtspraak van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens door rechter-commissarissen en de zittingsrechter”, aldus de advocaat. WJ…[+]
