PARAMARIBO – De regering moet binnen een week de verhoging van de waarborgsom, die politieke partijen moeten betalen voor deelname aan de verkiezingen van 2025, terugdraaien. Zo luidt de reactie van de voorzitter van de politieke partijen DA’91, De Nieuwe Leeuw en De Nieuwe Wind. “Als de regering in staat is om binnen 24 uur wetten te behandelen en goed te keuren in het parlement dan moet ze zeker weten binnen een week in staat zijn de verhoging van de waarborgsom die geldt voor de verkiezingen terug te draaien of aan te passen”, luidt de reactie van Angelic Del Castillo van DA’91 gisteren na de openbare zitting van het Constitutioneel Hof (Chof).
Het Chof heeft de wetswijziging in de Kiesregeling over de waarborgsom getoetst tegen de Grondwet en internationale verdragen en op basis daarvan beslist dat het heffen van een waarborgsom voor deelname aan de verkiezingen van 2025 niet in strijd is met de Grondwet en internationale verdragen die door Suriname zijn geratificeerd. De verhoging van het tarief van de waarborgsom met 1000% is wel in strijd met een aantal wettelijke bepalingen in de Grondwet en de verdragen.
“Opvallend is dat een duidelijke motivatie voor deze aanzienlijke verhoging van de waarborgsom met 1000% ontbreekt. Er is niet toegelicht waarom en hoe men tot dit specifieke percentage is gekomen. Dit gebrek aan transparantie heeft het Chof ertoe aangezet om advies in te winnen bij deskundigen en een vergelijkende studie uit te voeren om de verhoging toch te kunnen toetsen. Het Chof heeft daarbij specifiek de inflatiecijfers van de Centrale Bank van Suriname geraadpleegd. Door de verhoging te relateren aan deze inflatiecijfers, heeft het Chof bij benadering kunnen vaststellen dat de verhoging disproportioneel hoog is. Tevens heeft het Chof door analyse van de kiezerslijsten van het Centraal Bureau voor Burgerzaken een inschatting kunnen maken van het bedrag van de waarborgsom. Deze informatie was cruciaal om de impact van de verhoging op verschillende politieke partijen te kunnen beoordelen”, luidt de uitleg van het Chof.
In het besluit heeft het Chof geconcludeerd dat de verhoging disproportioneel en in strijd is met het kiesrecht. Het Chof benadrukt dat een disproportionele waarborgsom een discriminerende impact heeft, waardoor de kleinere of minder gevestigde partijen op basis van vermogen worden uitgesloten van deelname aan de verkiezingen. De eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden, waaronder het kiesrecht, zijn essentieel voor een democratische Staat en deze zijn in het onderhavige geschonden. Het directe rechtsgevolg van dit besluit is dat de wetsbepaling die de verhoging regelt, onverbindend is. Dit betekent dat deze bepaling geen rechtskracht meer heeft en niet meer toegepast mag worden. Nu de wetsbepaling conform artikel 144 lid 3 onverbindend is geworden, is het verder aan de wetgever, in deze dus de regering om deze in te trekken, te verbeteren of aan te vullen…[+]