NICKERIE – De arbeiders van het bacovenbedrijf FAI NV in Nickerie zijn blij dat hun actie voor betaling van de achterstallige kledingtoelage, vruchten heeft afgeworpen. De directie had toegezegd het bedrag, SRD 1000, in twee tranches te zullen storten op de bankrekeningen van de medewerkers.

Dat zou gebeuren in midden  en eind oktober. Inmiddels hebben de mensen al kunnen beschikken over de eerste tranche van SRD 500. Volgens enkele FAI-medewerkers beschikten zij woensdag al over het geld. De arbeiders zeggen blij te zijn dat de directie gehoor heeft gegeven aan hun ‘noodkreet’, zoals zij het zelf noemen. Zij hopen dat de directie zich aan haar afspraak houdt en het resterende bedrag, zoals afgesproken, voldoet. “In elk geval zijn we de directie dankbaar omdat we het zwaar hebben en het geld hard nodig hebben”, aldus een vrouwelijke FAI medewerker. De medewerkers hadden vorige week een wilde actie gevoerd omdat zij vonden dat er gedraald werd met het uitbetalen van de kledingtoelage die sinds januari moest worden uitbetaald. AL…[+]

PARAMARIBO – Leerkrachten aangesloten bij de  Stichting Onderwijs der Evangelische Broedergemeente in Suriname (SOEBGS) en de Stichting Rooms Katholiek Bijzonder Onderwijs kunnen geen leningen meer aanvragen of aankopen doen op huurkoopbasis bij de verschillende firma’s. Dit meldt een medewerker van de afdeling subsidie van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Minowc).

Een medewerker van SOEBGS vertelt dat zij de instructie hebben gehad vanuit het ministerie en deze hebben door gecommuniceerd naar de leerkrachten. Volgens haar kan de afdeling Subsidie niet precies aangeven waarom de inhoudingen niet meer verwerkt zullen worden. Hierdoor kunnen zij dan ook geen goedkeuring geven omdat de afdeling Mutatie die ook voor akkoord moet tekenen deze niet zal verlenen.

In het schrijven welke leerkrachten hebben ontvangen staat aangegeven dat de SOEBGS genoodzaakt is te stoppen met het accorderen van nieuwe en aangepaste inhoudingen ter bevordering van leningen en huurkoop, verder wordt in het schrijven aangegeven dat dit beleid te maken heeft met beleid binnen Onderwijs dat zij geen inhoudingen meer verwerken. Voorts wordt aangegeven dat alle mutaties van salarissen plaatsvindt via Minowc.

Leerkrachten zijn niet blij met deze mededeling omdat zij ervan uit gaan dat zij op allerlei manieren worden tegengewerkt. Een leerkracht op een basisschool is van mening dat het salaris al niet voldoende is om rond te komen en worden er nu een heleboel maatregelen getroffen  om het leven van de leerkrachten ondragelijker te maken. “In plaats dat men mogelijkheden creëert om de leerkrachten tegemoet te komen, worden er steeds weer verzwaarde maatregelen genomen”, stelt zij.…[+]

PARAMARIBO – De tractoren die door president Chandrikapersad Santokhi symbolisch zijn overhandigd aan de agro-coöperaties in Nickerie zijn hartelijk verwelkomd door de rijstboeren. De president overhandigde op 31 augustus de sleutels van de tractoren aan de coöperaties. De producenten zijn het staatshoofd hiervoor erkentelijk, omdat hun arealen nu veel goedkoper worden bewerkt. Door de inzet van de landbouwmachines zijn de productiekosten gelijk met ongeveer 30 procent omlaaggegaan. Dit zegt Radjesh Ramessar, rijstboer van de Van Drimmelenpolder.

De machines worden optimaal ingezet om de rijstarealen zowel droog als nat te bewerken. “Waar wij vorig seizoen nog SRD 3500 en meer moesten neertellen voor de droge grondbewerking en tussen de SRD 10.000 en SRD 15.000 voor de natte grondbewerking per hectare moesten neertellen, betalen we nu slechts SRD 2250 om SRD 7500 per hectare en dat is nu veel minder dan de prijzen die door machinehouders werden gevraagd”, zegt Ramessar. Hij is blij dat de machinehouders hierdoor hun prijzen verlaagd hebben. Dat betekent dat de rijstboer bij de komende inzaai, die begin november van start moet gaan, wat minder zal uitgeven aan de grondbewerking.

De machines, die voornamelijk zullen worden ingezet voor de grondbewerking van rijstarealen, zijn voor 25% gefinancierd door de overheid; de overige 75% zal door de coöperaties zelf worden betaald. Hiervoor hebben de coöperaties via het Nationaal Ontwikkelingsfonds voor Agribusiness (NOFA) elk ongeveer 4 miljoen Surinaamse dollars geleend. Ze zullen deze lening over acht seizoenen bij de bank moeten aflossen, met een rente van 5,5% en een aflossingsvrije periode van 10 maanden.

Sinds de overhandiging van de machines in de derde week van september, hebben de tractoren elk ongeveer 50 draaiuren gemaakt, wat ook betekent dat de machines optimaal arbeid hebben verricht. De onderhoudskosten van de machines zijn enorm. “Vandaar dat wij een dringend beroep doen op de president om zijn invloed aan te wenden, zodat de coӧperaties voorzien worden van betaalbare brandstof waardoor wij ons kunnen blijven inzetten om de productiekosten in de rijstsector verder te helpen verlagen, wat ook het uiteindelijke doel is van de overheid”, aldus Ramessar.

De tractoren maken deel uit van een groter project waarbij ook graafmachines en combines casu quo oogstmachines onder dezelfde voorwaarden beschikbaar zullen worden gesteld aan de agro-coöperaties in Nickerie. De coöperaties zijn verheugd dat zij in deze fase ook een combine en een graafmachine zullen krijgen, waardoor de kosten verder omlaag zullen gaan en hun leden meer kunnen besparen. Met dit project wil minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij het tekort aan machinecapaciteit binnen de rijstsector verminderen. Deze machines, die door de coöperaties tegen betaling aan hun leden zullen worden ingezet, moeten er ook voor zorgen dat de prijzen voor grondbewerking in de rijstsector dalen. Dit zal de boer in staat stellen zijn kostprijs te verlagen, waardoor hij meer winst overhoudt na de verkoop van padie.…[+]

PARAMARIBO – Suriname beschikt over veel gedocumenteerde en gevalideerde informatie die gebruikt zou kunnen worden voor het maken van goede en effectieve wet- en regelgeving. Dat die informatie vaak niet gebruikt wordt bij het maken van wetgeving, heeft deels ermee te maken dat die informatie over het algemeen niet gedigitaliseerd is en/of ergens vergeten in een lade ligt, waardoor die moeilijk toegankelijk is. Maar veelal heeft het ermee te maken dat er geen interesse en/of de wil is om op zoek te gaan naar zoveel mogelijk informatie om een goed product te kunnen leveren. De hierboven geschetste situatie is de aanleiding voor dit artikel, geschreven in het kader de Mental Health maand in Suriname.

Al decennialang worstelt Suriname met zorgwekkend hoge suïcidecijfers. Het suïcide- of zelfdodingsvraagstuk is gebleken groot, complex en hardnekkig te zijn. Zelfdoding heeft sociale, economische, medische, ethische, juridische en politiek-bestuurlijke oorzaken. Daarom moet de aanpak ervan heel hoog op de prioriteitenlijstjes van deze vakgebieden staan. Dus ook bij het maken van wet- en regelgeving.

Wet- en regelgeving ordent de samenleving door onder andere zekerheid aan eenieder te geven om een menswaardig leven te kunnen leiden. Maar dat neemt niet weg dat wet- en regelgeving ook het ongewenste effect van ontwrichting van het leven van individuen, de samenleving of gedeelten daarvan kan hebben. Om dat ongewenste negatieve effect te voorkomen moet de werking van wet- en regelgeving gemonitord, geëvalueerd en waar nodig aangepast worden. Deze taak rust op de rechter en de wetgever.

In het verleden hebben de wetgever en de rechter al ingegrepen bij wetgeving met negatieve effecten op de samenleving. Denk aan de opheffing van de handelingsonbekwaamheid van gehuwde vrouwen in 1981 en de expliciete strafbaarstelling van discriminatie op grond van iemands seksuele geaardheid in 2015.

Ook de beslissingen van de kantonrechter en het Hof van Justitie dat de naams- en geslachtsaanduiding van transgenders gewijzigd moet kunnen worden in de openbare burgerregisters. Ook het Constitutioneel Hof heeft geoordeeld dat het personen- en familierecht gelijk moet gelden voor LGBTQI- en heteropersonen. En het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens heeft beslist dat het recht op een menswaardig bestaan en op het familie- en gezinsleven gelijk moet gelden voor LGBTQI- en heteropersonen.

Inclusieve wet- en regelgeving omarmt diversiteit en moet ongewenste ongelijkheden wegmaken door een weerbare, veilige, gezonde en productieve samenleving te creëren waarin eenieder op gelijke voet en op een menswaardige wijze naar eigen inzichten en potentie kan leven. Daarbij dienen delen van de samenleving die kwetsbaar zijn voor discriminatie versterkt te worden.

Suriname is een zeer diverse samenleving met een mooie en een donkere kant. Diversiteit blijkt namelijk een voedingsbodem te zijn voor discriminatie, een van de factoren die bijdraagt aan het hoge percentage van zelfdoding in Suriname. Tot nu toe zijn de uitdagingen van onze diverse samenleving nog onvoldoende geadresseerd door nationale inclusieve wet- en regelgeving. Ook het op 13 augustus 2024 aangenomen herziene Burgerlijk Wetboek schiet daarin tekort.  

In juni 2016 heeft het Ministerie van Volksgezondheid in het Nationaal Preventie- en Interventieplan 2016-2020 uiteengezet waarom discriminatie een van de potentiële risico’s vormt voor zelfdoding in Suriname. En dat met name voor LGBTQI-personen. De uiteenzetting is gedaan op basis van een aantal verrichte onderzoeken. Zo blijkt uit onderzoek van 2015 dat maar liefst 13,5% van mannen in Suriname die seks hebben met mannen (MSM) zelfdodingsgedachten had. De zelfdodingsgedachten onder de transgender-gemeenschap waren nog veel hoger, namelijk 27,8%.

Daarnaast blijkt dat er onder de LGBTQI-gemeenschap vaak ernstige en langdurige depressie voorkomt. Deze psychische toestand hangt samen met identiteitsvragen, zelfbeeld, stigma, interpersoonlijke problemen, weinig steun van familie, isolatie, eenzaamheid, lichaamsbeeld en hormoonbehandelingen bij transgenders. Homo-en biseksuele jongeren toonden vaker suïcidegedachten en deden vaker suïcidepogingen. De kans op een suïcidepoging bij heterojongeren is 1,5% tegenover 14,5% bij bi-en homoseksuele jongeren.

Deze suïcidecijfers eisen dringende acties om jonge levens en menselijk leed te besparen, maar ook om al het beschikbare menselijke potentieel te behouden voor de ontwikkeling van Suriname. Het is daarom zeer betreurenswaardig dat van de eenenvijftig volksvertegenwoordigers slechts twee zich hebben beijverd voor een LGBTQI-inclusief Burgerlijk Wetboek. De overige volksvertegenwoordigers hebben demonstratief de erkenning en bescherming van LGBTQI-personen doodgezwegen of geweigerd. Met de beschikbare informatie is niets gedaan. LGBTQI-personen, hun omgeving en de totale Surinaamse samenleving verdienen deze behandeling niet. Ook LGBTQI-personen moeten het vrije genot kunnen hebben van de hen toekomende burgerlijke rechten. Hopelijk zal de Surinaamse wetgever het herziene Burgerlijk Wetboek zeer gauw alsnog wijzigen naar een inclusief wetboek. …[+]

Milton A.Castelen

Consultant ‘Stand With Us Programma’

Het Stand With Us Programma uitgevoerd door Projekta en PAREA, draagt bij aan een LGBTQI-inclusief Suriname en wordt ondersteund door de Europese Unie.