PARAMARIBO – De kinderen in het binnenland verliezen wederom een maand onderwijs. Leerkrachten geven aan dat zij niet zullen vertrekken, ook al heeft het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC) dit gevraagd, omdat zij door hun voorraad heen zijn. Zij stellen dat ze pas zullen vertrekken wanneer zij hun salaris over de maand oktober hebben ontvangen, waarna zij weer voorraad kunnen inslaan. De leerkrachten kunnen niet begrijpen waarom de overheid er niet voor heeft gezorgd dat de vervoerders op tijd zijn uitbetaald, zodat de scholen in het binnenland ook op 1 oktober konden starten.
“De leerlingen in het binnenland hebben al een achterstand sinds COVID-19 en worden steeds weer achtergehouden in hun ontwikkeling. Wij vragen ons af waarom de leerlingen in het binnenland altijd stiefmoederlijk worden behandeld”, zegt een leerkracht. Ook ouders zijn ontevreden dat de school nog steeds niet is begonnen. Enkele ouders vragen zich af wanneer het ministerie zover is om de leerkrachten te vervoeren, zodat de school eindelijk kan beginnen.
Antonius Pokie, voorzitter van de Organisatie van Bus- en Boothouders in Suriname (OBS), zegt dat de overheid nog steeds niet heeft betaald aan de bus- en boothouders. Hij vraagt zich af waarom er zo wordt omgegaan met de leerlingen in het binnenland. Ook hekelt hij het feit dat minister van Onderwijs, Henry Ori, onlangs tijdens de viering van Marrondag heeft aangegeven dat het binnenland heel belangrijk is, terwijl niemand hem daar heeft gevraagd waarom dit in de praktijk niet merkbaar is. Pokie vindt het onacceptabel dat de kinderen in het binnenland steeds weer de dupe zijn, terwijl de scholen in de andere districten wel op 1 oktober zijn gestart. Pokie stelt dat de vervoerders de leerkrachten pas zullen vervoeren wanneer zij volledig zijn uitbetaald.…[+]