Jongerenwerkers willen meer politiepatrouille bij scholen
PARAMARIBO – Vertegenwoordigers van verschillende jongerenorganisaties maken zich zorgen over het aantal vechtpartijen die sinds de start van het schooljaar hebben plaatsgevonden, zowel tijdens als buiten schooltijd. Ze vragen zich af of leerlingen wel echt naar school gaan om te leren, of alleen om anderen het leven zuur te maken. Jongerenwerkers Dwight Samuel en Anoushka Plet pleiten voor meer voorlichting vanuit de overheid, specifiek gericht op jongeren.
Plet merkt op dat de minister van Justitie en Politie recentelijk heeft aangegeven dat er meer politiepatrouille rond scholen is, maar in de praktijk merkt zij daar weinig van. Ze pleit voor zichtbare politiepatrouille voor en na schooltijd en, indien mogelijk, een militair op elke school die zorgt voor veiligheid, orde en rust.
Samuel vertelt over een gesprek dat hij afgelopen woensdag had met een moeder, wiens 12-jarige zoon bang is om naar school te gaan vanwege een ‘gang’ die kinderen lastigvalt, waaronder haar zoon. Hij heeft de moeder geadviseerd om aangifte te doen, aangezien het gaat om jongens tussen 15 en 18 jaar, die zelf niet meer naar school gaan. Samuel vraagt zich af waarom de ouders van deze jongeren hen niet tot orde roepen en waarom de jeugdpolitie niet wordt ingeschakeld om hen aan te pakken, zodat andere kinderen geen hinder ondervinden.
De jongerenwerkers roepen de ministers van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur en Justitie en Politie op, om samen te werken en meer voorlichting te geven op scholen. “Voorlichting over gewelddadig gedrag moet al op de kleuterschool beginnen, zodat leerlingen beseffen wat de gevolgen kunnen zijn”, stellen zij. Ook vinden ze dat leerlingen verder begeleid moeten worden wanneer ze een strafbaar feit hebben gepleegd, in plaats van alleen met een waarschuwing naar huis te worden gestuurd. “Sommige jongeren worden daardoor juist erger, maar er is ook een groep die verandert”, aldus de jongerenwerkers. Ze benadrukken dat de jeugd de toekomst van het land is en dat zij straks de verantwoordelijkheid zullen dragen…[+]