Inheemse dorpen West-Suriname: “MoU Chinalco moet on hold”

PARAMARIBO – “We zijn bereid het pad van dialoog te volgen en eisen dat onze rechten en ons traditioneel gezag volledig gerespecteerd worden. Indien wij en onze rechten niet gerespecteerd worden, kunnen wij ook geen wederzijds respect opbrengen.” Dit staat in een spoedbrief van de inheemse dorpen van West-Suriname aan president Chandrikapersad Santokhi over de Memorandum of Understanding (MoU) met de bauxietmaatschappij Chinalco. Eerder heeft de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname(VIDS) een schrijven over onder andere de kwestie Chinalco gericht aan het staatshoofd, maar hij heeft hierop niet gereageerd.

De gemeenschappen van Apoera, Section en Washabo hebben zaterdag een gezamenlijke gemeenschapsvergadering gehouden, waarbij ook een delegatie van de moederorganisatie VIDS aanwezig was. “Wij staan op onze internationale rechten als inheemse volken, waaronder ons recht op zelfbeschikking, ons recht op free, prior and informed consent (FPIC), onze collectieve eigendomsrechten op onze voorouderlijke woon- en leefgebieden, en ons recht op ons eigen traditioneel gezag en zelf aangewezen vertegenwoordigers”, laten de gemeenschappen optekenen. “Deze rechten worden door de MoU tussen de regering van Suriname en het bedrijf Chinalco volledig genegeerd, en we zullen dat niet accepteren. Het is in strijd met het Kaliña & Lokono-vonnis en ook in strijd met diverse bepalingen in de Surinaamse wetgeving.”

“Wij herhalen bij deze de harde eis dat de MoU met Chinalco onmiddellijk on hold wordt gezet en niet eens in behandeling kan worden genomen door de Nationale Assemblee (DNA), en dat de regering vanuit een ‘nulpunt’ een FPIC-proces conform standaarden op internationaal niveau in werking stelt.” Bij dit proces willen de gemeenschappen in elke fase ondersteund worden door de VIDS. Hetzelfde geldt voor enig ander voornemen dat invloed kan hebben op de dorpen, inclusief de voornemens met de bedrijven Newmont, Goldline Mining, en zand- en grindbedrijven.

De dorpsbesturen hebben ook hun stellige afkeuring uitgesproken over voornemens en zelfs activiteiten die reeds gaande zijn, gericht op gronduitgifte aan particulieren binnen hun woon- en leefgebied. In de brief wordt gevraagd dat districtscommissaris Josta Lewis van Kabalebo wordt aangesproken. Er worden uitlatingen gedaan zoals “hier is domeingrond” of “hier is industriegebied”; er worden opmetingen gedaan binnen de dorpen, en men moet zich gaan registreren bij het districtscommissariaat voor grondaanvraag. “Onze gronden zijn geen domeingrond waar de overheid of een districtscommissaris over kan beschikken, maar onze voorouderlijke grondgebieden waarop we collectieve eigendomsrechten hebben die door internationaal recht beschermd worden. Er moet sprake zijn van respect en dialoog. Eenzijdige handelingen en besluiten zullen niet langer getolereerd worden.” De dorpshoofden blijven bereid tot overleg, met participatie van vertegenwoordigers van de VIDS.