VIDS volhardt in volledige informatieschaffing Chinalco
PARAMARIBO – “Inheemse woon- en leefgebieden zijn geen domeingrond, waarover de Staat zonder voorafgaande free, prior and informed consent (FPIC) kan beschikken, maar zijn collectief eigendom van de desbetreffende inheemse volken. Dat collectief eigendom is beschermd onder het Amerikaanse Verdrag voor Mensenrechten en de VN-Verklaring inzake de Rechten van Inheemse Volken en de daarop gebaseerde internationale en nationale rechtspraak.” Dat staat in een nieuwe brief van de VIDS die de afgelopen week is gestuurd naar president Chandrikapersad Santokhi.
“Voortgaan met gronduitgiften in onze woon- en leefgebieden zijn schendingen van de legitieme rechten van de inheemse volken, waartegen wij consistent en onvermoeibaar zullen ageren op nationaal, regionaal en mondiaal niveau”, waarschuwt de VIDS. Het traditioneel gezagsorgaan van inheemse volken brengt in het schrijven in herinnering dat de VIDS op 2 december een brief heeft gestuurd naar het staatshoofd over de conceptovereenkomst met Chinalco in het woon- en leefgebied van de inheemse gemeenschappen van West- Suriname. De VIDS heeft hierover nog geen reactie gekregen.
Het traditioneel gezagsorgaan is na de bekendmaking van de bereikte MOU en conceptovereenkomst uitgenodigd door de presidentiële commissie Ontwikkeling West-Suriname Bakhuis Bauxiet. Met deze commissie, alsook met de voorzitter en ondervoorzitter van De Nationale Assemblee heeft de VIDS intussen informatieve gesprekken gehad, waarbij is benadrukt dat de Staat verplicht is om FPIC te verkrijgen van de betrokken gemeenschappen, voordat hij het besluit mag nemen om aan Chinalco rechten te verlenen om economische activiteiten in het inheemse woon- en leefgebied te ontplooien.
In dit kader herhaalt het traditioneel gezagsorgaan dat enige en elke verdere activiteit in de richting van het komen tot een definitieve overeenkomst dient te worden teruggedraaid of stopgezet. Door het opstarten van een proces van omstandige en volledige informatieverschaffing aan de betrokken gemeenschappen over het Chinalco-project kunnen ze in staat zijn om al dan niet een FPIC te geven aan het voornoemde project. Pas na verkregen FPIC mag de Staat op basis daarvan verder onderhandelen met Chinalco.
“Wij attenderen u erop dat het vereiste van het volgen van de FPIC-procedure geen eenmalig te volgen procedure is. Maar één is die telkenmale gevolgd moet worden bij elk te nemen besluit met het risico op een impact op de rechten en/of op het woon- en leefgebied van de inheemse gemeenschappen van het West-Suriname-gebied”, staat verder in het schrijven.
De VIDS is bereid om in samenspraak met de daartoe door de wet bevoegde instanties te werken aan het ontwerpen en uiteenzetten van de noodzakelijke volwaardige FPIC-procedures. Deze dienen te voldoen aan internationale FPIC-standaarden. Ook moeten erkende rechten van inheemse volken in acht genomen worden. De kosten verbonden aan deze processen zullen ook begroot worden, om te garanderen dat de financiële middelen voor die processen daadwerkelijk beschikbaar zijn. De VIDS wil in dit verband weten wie de rechtmatige vertegenwoordiger van de Staat is, die hierover met het gezagsorgaan in overleg zal treden.