Israël maakte volgens VN geen effectief onderscheid tussen Hamas en burgers
ISRAЁL – Israël heeft mogelijk meermaals het oorlogsrecht geschonden in de eerste drie maanden van de oorlog tegen Hamas. Dat staat in een gisteren verschenen rapport van de Verenigde Naties. Het Israëlische leger slaagde er niet in om onderscheid te maken tussen Hamas-strijders en burgers.
VN-mensenrechtenorganisatie OHCHR heeft onderzoek gedaan naar zes “typische aanvallen” van het Israëlische leger (IDF) in de eerste drie maanden van de oorlog tegen Hamas, die op 7 oktober vorig jaar begon.
Die aanvallen leidden volgens het rapport tot grote aantallen burgerslachtoffers en de verwoesting van talrijke burgerdoelen. Zo zijn woningen, een school, vluchtelingenkampen en een markt gebombardeerd. Daarnaast kwamen zeker 218 mensen om het leven, al ligt het werkelijke aantal doden waarschijnlijk nog veel hoger.
Eén van die zes aanvallen vond op 2 december plaats in de Gazastrook. Bij die aanval in de wijk Ash Shujaiyeh vielen zeker zestig doden. Vijftien gebouwen werden volledig verwoest en minstens veertien andere gebouwen raakten beschadigd.
Volgens het rapport heeft Israël veelvuldig gebruikgemaakt van explosieve wapens in dichtbevolkte gebieden en daardoor geen effectief onderscheid gemaakt tussen Hamas-strijders en burgers.
Bovendien gaf Israël bij vijf aanvallen geen waarschuwing vooraf. Daardoor is er bij OHCHR “bezorgdheid” ontstaan over schendingen van het beginsel dat burgers bij aanvallen beschermd moeten worden.
“De eis om methoden van oorlogsvoering te kiezen die schade aan de burgerbevolking voorkomen of tot een minimum beperken, lijkt consequent te zijn geschonden tijdens de Israëlische campagne van bombardementen”, zegt OHCHR-voorzitter Volker Türk.
Volgens het door Hamas gecontroleerde ministerie van Volksgezondheid zijn sinds begin oktober 37.400 Palestijnen omgekomen bij Israëlische aanvallen in de Gazastrook. (NU)…[+]