PARAMARIBO – De bijdrage van vreemdelingen in de productie- en dienstensector is onmisbaar geworden in Suriname. Dit komt vaak naar voren tijdens het naturalisatieproces in De Nationale Assemblee (DNA), waarbij het opleidingsniveau van deze groepen ter discussie staat. Zowel Chuanrui Wang (VHP) als Melvin Bouva (NDP) hebben deze week gewezen op het feit dat er banen zijn die Surinamers niet willen of kunnen doen. Hierbij werd ook de werkdiscipline van Surinamers vergeleken met die van buitenlandse arbeiders.

Wang wees op Haïtiaanse arbeiders die een cruciale rol spelen in de bananensector van Suriname. Daarnaast worden Cubanen en Venezolanen steeds zichtbaarder in de horecasector. “Surinamers willen deze banen niet, maar deze groepen vullen de vraag naar arbeidskrachten in”,  aldus Wang. Hij voegde eraan toe dat de bouw- en visserijsector voornamelijk door Guyanezen wordt bemand.

Bouva, die naast zijn rol in de politiek ook ondernemer in de horeca is, bevestigde de waarnemingen van Wang. “Ik ben zoals bekend ook een beetje actief in die sector en inderdaad zie je dat”,  zei Bouva. Hij benadrukte dat het probleem niet alleen is dat Surinamers zich niet aanbieden, maar ook dat er een gebrek is aan werkdiscipline en kennis bij lokale arbeidskrachten.

Bouva riep de regering op om duidelijkheid te scheppen over welke sectoren volledig open zijn voor buitenlandse arbeiders en welke sectoren voorbehouden moeten blijven aan Surinamers. “En in welke sectoren je degelijk moet investeren voor je eigen lokale mensen met trainingen en opleidingen”,  aldus Bouva.

Deze discussie onderstreept de noodzaak voor een beter beleid omtrent arbeidsmigratie en opleiding van lokale arbeidskrachten om de balans te vinden tussen het benutten van buitenlandse arbeidskrachten en het versterken van de Surinaamse beroepsbevolking…[+]