WHO bestempelt apenpokkenuitbraak in Afrika tot internationale noodsituatie

WASHINGTON DC – De wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft de uitbraak van apenpokken of mpox in meerdere Afrikaanse landen bestempeld als een internationale noodsituatie. Dat meldt WHO-baas Tedros Adhanom Ghebreyesus woensdag op X. De WHO noemt de uitbraak een “medische noodsituatie van internationale betekenis” (PHEIC). Die status is het hoogste waarschuwingsniveau dat de WHO kan afkondigen. Dat doet de organisatie op basis van een advies van een speciale crisiscommissie.
De apenpokkenuitbraak is volgens de WHO een ernstige dreiging voor de volksgezondheid die internationale gevolgen kan hebben. Tedros zegt dat internationale samenwerking nodig is om de uitbraak onder controle te krijgen. De uitbraak begon in de Democratische Republiek Congo, maar het virus heeft zich inmiddels verspreid naar buurlanden als Kenia, Rwanda en Oeganda. Bovendien gaat het om een nieuwe vorm van het virus, die zich gemakkelijker lijkt te verspreiden.

 

Dat was voor de WHO aanleiding om actie te ondernemen. Tedros noemt de kans op verdere verspreiding in Afrika en daarbuiten “zeer zorgwekkend”. Apenpokken zijn dit jaar al veertienduizend keer geregistreerd, zegt Tedros. Dat is meer dan in heel 2023. Tot nu toe zijn er 524 sterfgevallen vastgesteld.

 

De WHO bestempelde de ziekte in juli 2022 ook al tot een wereldwijd gevaar voor de volksgezondheid. In Nederland is sinds het begin van de uitbraak in april 2022 tot en met 27 juni 2024 bij 1.306 mensen apenpokken vastgesteld, schrijft het RIVM. Wie apenpokken krijgt, kan last krijgen van koorts, hoofdpijn, spierpijn en algehele malaise. Na een aantal dagen ontstaat uitslag met blaasjes op de huid. Meestal worden mensen niet heel erg ziek van een infectie.

 

Het virus treft vooral mannen die seks hebben met mannen, maar het is geen geslachtsziekte. Het virus verspreidt zich via huid-op-huidcontact. Iedereen kan het virus oplopen. Apenpokken worden ook in verband gebracht met ernstigere complicaties bij kinderen, zwangere vrouwen en mensen met auto-immuunaandoeningen. (NU.nl)…[+]