Rechter verklaart dagvaarding drugsverdachte nietig
PARAMARIBO – De rechter heeft de dagvaarding van een man, die samen met een ander werd verdacht van poging tot smokkel van drugs, nietig verklaard. Chandra Algoe, de raadsvrouw van de verdachte, heeft aan Times of Suriname aangegeven dat de dagvaarding niet in overeenstemming met de wet heeft plaatsgevonden.
Het Openbaar Ministerie (OM) had de man openbaar gedagvaard, terwijl de verdachte een vaste woon- en verblijfplaats in Suriname heeft. Hij had eerst op zijn adres moeten worden gedagvaard. Pas als hij daar niet kan worden bereikt en zijn huisgenoten de dagvaarding ook niet willen ontvangen, kan de dagvaarding bij de districtscommissaris worden gedaan. Volgens Algoe heeft het OM de verdachte onmiddellijk openbaar gedagvaard. Zij wijst erop dat ook de akte van uitreiking fouten bevatte, omdat het kanton niet vermeld was. “Er was een serie formele fouten. Ik heb hiertegen een beroep gedaan.” De rechter heeft de raadsvrouw hierin gevolgd en geoordeeld dat de dagvaarding niet voldoet aan de vereisten en daarom nietig is.
De verdachte had een man afgezet te Zanderij, die later met drugs in zijn onderbroek werd aangehouden. Hij werd eveneens opgepakt, omdat er vermoedens bestonden dat hij betrokken was bij de poging tot drugssmokkel. De verdachte verklaarde echter dat de passagier tijdens het uitstappen geld in de wagen had achtergelaten. Toen hij dit ontdekte, reed hij terug naar Zanderij om het geld terug te geven. Hij had geen andere bedoelingen.
Na de aanhouding van de verdachte had Algoe een verzoek ingediend bij het Hof van Justitie om de verdachte in vrijheid te stellen. Nog voordat dit verzoek werd behandeld, had het OM de man echter vrijgelaten. De verdachte werd daarna gedagvaard om op de zitting te verschijnen. Pas tijdens de zitting werd hij bezwaard door de passagier die met de drugs was aangehouden. Volgens Algoe gaat het hierbij om de verklaring van de verdachte die tegenover zijn kompaan staat. Er was geen verdere ondersteuning voor de betrokkenheid van de verdachte in de drugszaak. Na zijn invrijheidstelling was de verdachte naar het buitenland gegaan. Het OM had een straf geëist van 24 maanden, waarvan zes voorwaardelijk, onder aftrek van de tijd in voorarrest, en een boete van SRD 10 duizend, subsidiair drie maanden hechtenis. Er werd ook gevraagd om gevangenneming. WJ…[+]