Leger Israël teruggetrokken uit Jenin, laat ravage achter
JENIN – Het Palestijnse persbureau Wafa meldt dat Israëlische militairen zich hebben teruggetrokken uit de stad Jenin. Het leger begon vorige week aan de grootste operatie op de bezette Westelijke Jordaanoever sinds het begin van de oorlog in de Gazastrook.
Een verslaggever van persbureau AP in Jenin zegt dat Israëlische voertuigen vannacht de stad uitreden en dat er vanochtend geen Israëlische troepen meer in Jenin te zien zijn. Burgers keren terug naar huis en vertellen AP over de verwoestingen die ze aantreffen.
“Overal zijn sporen van beschietingen, explosies, vernielingen. Overal”, zegt een man. De Israëlische inval ging gepaard met luchtaanvallen en met bulldozers die grote schade aan infrastructuur hebben aangericht. De terugtrekking is nog niet door Israël bevestigd. Het Israëlische leger zegt dat tijdens de operatie in Jenin veertien Palestijnse militanten zijn gedood en meer dan dertig verdachten zijn gearresteerd. Onder deze doden was een commandant van Hamas, zegt de terroristische organisatie. Israëlische troepen vielen tijdens de operatie ook andere gebieden op de Westoever binnen, waaronder Tulkarm en Tubas.
“Israëlische veiligheidstroepen blijven opereren om de doelstellingen van de contraterrorisme-operatie te bereiken”, zegt het leger. Daarmee werd de mogelijkheid opengehouden dat de terugtrekking vanochtend slechts tijdelijk is. Wafa meldt dat burgers bang zijn dat de Israëliërs terugkeren om de stad en het kamp opnieuw te bestormen, zoals ze vele malen eerder hebben gedaan. Het Palestijnse Ministerie van Volksgezondheid zegt dat 21 mensen zijn gedood in de stad en het kamp gedurende de inval van het Israëlische leger. Het ministerie maakt geen onderscheid tussen militanten en burgers. Dinsdag werd een Palestijns tienermeisje gedood in de buurt van Jenin, volgens haar vader en omstanders door Israëlische troepen. Israël heeft geen details hierover naar buiten gebracht.
Volgens het Israëlische leger ging het om een “anti-terreuroperatie”. De vluchtelingenkampen op de Westoever staan bekend als bolwerken van Palestijns gewapend verzet tegen de Israëlische bezetting. De Israëlische aanvallen vinden allemaal plaats in Zone A, dat onder Palestijns bestuur valt. Invallen komen daar sinds 7 oktober steeds meer voor. Op de Westelijke Jordaanoever wonen zo’n drie miljoen Palestijnen. Daarnaast wonen er intussen ruim 600 duizend Israëlische kolonisten. Israël heeft meer land in het bezette gebied tot staatseigendom verklaard. Met regelmaat worden Palestijnse burgers in het gebied aangevallen door kolonisten, vaak onder toeziend oog van het Israëlische leger. Daarbij is de toch al beperkte bewegingsvrijheid van Palestijnen op de Westoever sinds 7 oktober verder verkleind. Het leger heeft een lockdown ingevoerd en militaire controleposten zijn gesloten. In een groot deel van de Westoever is het nauwelijks mogelijk om tussen steden en dorpen te reizen. Israëliërs kunnen zich wel vrij bewegen. Het Internationaal Gerechtshof stelde vorige maand in een niet-bindend advies onder meer dat de voortdurende Israëlische aanwezigheid op de Westelijke Jordaanoever in strijd is met internationaal recht en dat Israël zich daar schuldig maakt aan apartheid. De Israëlische nederzettingen op de Westoever moeten worden ontmanteld, stelde het hof. (NOS)…[+]