PARAMARIBO – Het leven, werk en vooral het gedachtegoed van Anton de Kom staan vanaf 23 maart centraal in Openluchtmuseum Fort Nieuw Amsterdam.
Daar opent de nieuwe, permanente expo Anton de Kom – schrijver, strijder, wegbereider. Surinamers, in het bijzonder scholieren, en toeristen kunnen daar kennismaken met deze Strijder des Vaderlands, die zijn tijd ver vooruit was.
De Kom – ‘Adek’ – werd in 1898 geboren in Frimangron, een wijk waar vooral Afro-Surinamers woonden. Suriname was destijds nog een kolonie van Nederland. Na afronding van de MULO aan de St. Paulusschool ging De Kom aan het werk. Hij had oog voor de slechte omstandigheden van de arbeiders en kwam op voor hun rechten. In 1920 verhuisde Adek naar Nederland. Hij ging daar het leger in en werkte daarna als assistent-accountant. Hij trouwde met Nel Borsboom en samen kregen ze vier kinderen. Ook in Nederland werd hij geconfronteerd met ongelijkheid. Hij maakte kennis met communistische ideeën over gelijkheid en stelde in kritische artikelen de wantoestanden binnen de werkende klasse aan de kaak.
In 1932 keerde De Kom met zijn gezin terug naar Suriname, waar hij zich al snel ontpopte als mensenrechtenactivist. Landgenoten, onder wie veel Hindostaanse en Javaanse contractarbeiders, klaagden hun nood bij Adek – tot ongenoegen van het Nederlandse bewind, dat hem verbood om lezingen te houden. Adek startte daarom een adviesbureau aan de Pontewerfstraat (nu Anton de Komstraat), maar werd in 1933 zonder enige aanleiding opgesloten op gezag van de gouverneur en daarna verbannen.
In 1934 publiceerde hij in Nederland zijn boek Wij slaven van Suriname, een heldere aanklacht tegen racisme, uitbuiting en koloniale overheersing: een schreeuw om rechtvaardigheid. Minder bekend zijn zijn andere – onuitgegeven – publicaties, zoals verhalen over Anansi, de slimme en vindingrijke spin die overal raad op wist, en een roman. In de Tweede Wereldoorlog schreef Adek artikelen voor een Nederlandse verzetskrant. De nazi’s arresteerden hem, en hij overleed in 1945, kort voor de bevrijding, in een Duits strafkamp.
Anton de Kom blijkt onsterfelijk: zijn idealen en opvattingen werden in de 21ste eeuw herontdekt in zijn geboorteland en later ook in Nederland. Er verscheen een nieuwe uitgave van zijn levenswerk Wij slaven van Suriname, en er waren exposities in de Nederlandse musea De Lakenhal in Leiden en het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem.
Hoog tijd om Anton de Kom ‘thuis te brengen’, vonden velen. Na een grondige voorbereiding en ‘Surinamisering’ staat de expo uit Arnhem nu in Openluchtmuseum Fort Nieuw Amsterdam in Commewijne. Een ideale locatie, mede omdat die dicht bij de plantages ligt waar tot slaaf gemaakten en contractarbeiders ooit gebukt gingen onder het koloniale juk. Bovendien sluit de expo naadloos aan bij de tentoonstelling in Fort Nieuw Amsterdam over de migratiegeschiedenis van Suriname. Het Openluchtmuseum is open voor het algemene publiek. Voor schoolkinderen is er een speciaal programma samengesteld, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor Anansi.
De expo, een samenwerking tussen het Openluchtmuseum Fort Nieuw Amsterdam en het Nederlands Openluchtmuseum, wordt in Suriname gedragen door projectleider Ann Hermelijn, tekstschrijver Alida Neslo en beeldend kunstenaar Ken Doorson, in samenwerking met het Nationaal Archief Suriname, NAKS, Museum De Lakenhal en Universiteit Leiden. De beeldend kunstenaars Ruben Cabenda en Dhiradj Ramsamoedj leveren een bijdrage. Ondersteuning kwam van het Fonds voor Cultuurparticipatie, de Nederlandse ambassade in Suriname, DutchCulture en het Cultuurfonds.