PARAMARIBO - De beslissing over het Value Recovery Instrument (VRI), ter waarde van USD 275,6 miljoen, wordt doorgeschoven naar de volgende regering.
Het VRI is een bonus waar obligatiehouders van de Oppenheimer-lening recht op hebben wanneer de olieproductie in Block 58 van start gaat. President Chandrikapersad Santokhi stelt dat de regering tot aan de verkiezingen andere prioriteiten heeft en pas daarna hierover een definitief besluit zal nemen.
Times of Suriname meldde in eerdere berichtgevingen dat uit de contracten blijkt dat de toegang tot de volledige royalty-inkomsten uit Block 58, na de eerste USD 100 miljoen, wordt geblokkeerd totdat Suriname zowel het VRI als de uitstaande schuld van USD 650 miljoen heeft afgelost bij de obligatiehouders. Dit proces kan meer dan tien jaar in beslag nemen.
Minister van Financiën en Planning Stanley Raghoebarsing is voorstander van een spoedige afwerking van de aflossing, zodat de royalty’s niet gegijzeld blijven. Ook Staatsolie-directeur Annand Jagesar is optimistisch en stelt dat de aflossing van het VRI binnen drie jaar haalbaar is, gezien de verwachte inkomsten uit andere offshore-projecten. “Onze prioriteit op dit moment is het ondersteunen van de samenleving na de zware economische crisis met tal van projecten. We gaan nu geen middelen inzetten om een schuld af te kopen, dat kan wellicht later, na 2025”, zegt president Santokhi desgevraagd.
Totdat het VRI en de bijbehorende schuld zijn afgelost, zal het onlangs opgerichte Spaar- en Stabilisatiefonds Suriname, na de initiële afgesproken overmaking van USD 100 miljoen, geen royaltyinjecties uit Block 58 ontvangen.