PARAMARIBO – De bewoners van de sociale woningbouwprojecten Helena en Altona 1 en 2, bekend als het Poenai-project, hebben president Chandrikapersad Santokhi in een open brief dringend gevraagd...
om directe overheidsinterventie. Honderden gezinnen dreigen hun woning te verliezen door aanhoudende misstanden binnen het project dat in 2018 werd gestart als een publiek-private samenwerking (PPP) tussen de overheid en projectontwikkelaar P&D Real Estate.
De bewoners, veelal jonge Surinamers, kregen bij de start van het project de belofte dat zij via reguliere bankfinanciering eigenaar zouden kunnen worden van hun woning en perceel. De lancering gebeurde onder goedkeuring van toenmalige autoriteiten, wat vertrouwen gaf in de duurzaamheid en betrouwbaarheid van het project.
Die hoop sloeg echter al snel om in frustratie. Tot eind 2022 slaagden de bewoners er niet in om noodzakelijke documenten – zoals perceelkaarten en onbezwaarde hypotheek uittreksels – te verkrijgen. Zonder deze documenten is bancaire financiering onmogelijk. Er werd hen verteld dat het Generaal Bureau voor de Landmeetkunde en de Landregistratie (GLIS) een achterstand had, en dat de ontwikkelaar bezig was met het aflossen van hypothecaire lasten. Beloftes over verbeteringen binnen zes maanden bleven echter uit.
Ondertussen bood de ontwikkelaar als noodoplossing een interne financieringsvorm aan, waarbij bedragen in euro’s betaald moesten worden. Veel bewoners voelden zich gedwongen hiermee akkoord te gaan, uit angst hun reeds betaalde voorschotten – variërend van 2500 euro tot 5000 euro te verliezen. De interne aflossingen bleken echter gekoppeld aan de eurokoers, die inmiddels boven SRD 40 ligt. De financiële druk is hierdoor enorm toegenomen.
De situatie is inmiddels zo ernstig dat sommige bewoners worden aangeklaagd wegens wanbetaling. Zij dreigen op korte termijn uit hun woningen te worden gezet. Tegelijkertijd verkeren de woonomstandigheden in erbarmelijke staat. Er is geen stromend drinkwater, de infrastructuur is gebrekkig, en de weg naar Altona is bij regenval amper begaanbaar. Ook laat de bouwkwaliteit van de woningen ernstig te wensen over.
Sinds 2020 hebben bewoners gesprekken gevoerd met diverse overheidsfunctionarissen, waaronder de vicepresident, de minister van Openbare Werken en de voorzitter van De Nationale Assemblée. Een parlementaire delegatie onder leiding van parlementariër Niesha Jhakry bracht in 2023 een bezoek aan de projecten en deed verslag van de schrijnende situatie. Toch bleef een structurele oplossing uit.
Begin dit jaar stelde het kabinet een Presidentiële Commissie in die vóór eind januari met een oplossingsmodel moest komen. Tot op heden is hier niets concreets uit voortgekomen. In hun open brief vragen de bewoners de president nu persoonlijk om in te grijpen. Zij pleiten voor de betrokkenheid van banken, verzekeraars en pensioenfondsen bij het ontwikkelen van een haalbare hypotheekconstructie, en voor het vastleggen van afspraken die zowel de ontwikkelaar als bewoners perspectief bieden. “We weigeren onze verplichtingen niet, maar willen deze onder eerlijke voorwaarden kunnen nakomen,” aldus de bewoners. “Voorkom dat er meer dan 300 gezinnen op straat belanden.” Wij rekenen op u.”