De docenten werden vorig jaar uit Cuba aangetrokken om tegemoet te komen aan de groeiende vraag naar Spaans onderwijs in het land.

Wat aanvankelijk een vlot traject leek, liep al snel vast. “We zijn naar acht scholen gestuurd en begonnen met lesgeven, maar tot op de dag van vandaag hebben we geen salaris ontvangen,” zegt een van de docenten, die anoniem wenst te blijven. Aanvankelijk werd een salaris tussen SRD 8.000 en 12.000 toegezegd aan de leerkrachten. Na drie maanden zou dit verhoogd worden naar SRD 12.000 tot SRD 15.000. Maar de afspraken bleven op papier en er werd geen werk van gemaakt om het verblijf en alle andere voorzieningen voor de Cubaanse leerkrachten in orde te maken.

Volgens Onderwijsminister Henry Ori werd de aanstelling van de docenten uitgevoerd in samenwerking met het ministerie van Justitie en Politie. Echter, het legaliseren van hun verblijf is nog altijd niet afgerond. “Zonder geldige verblijfspapieren kunnen de docenten niet officieel in dienst worden genomen.” “Dat verhindert ook de uitbetaling van salarissen”, legt hij uit. Hoewel de minister heeft aangegeven naar een oplossing te zoeken, wordt de samenwerking met de Cubaanse leerkrachten mogelijk stopgezet zodra de betaling is afgerond. “De situatie is niet houdbaar.” “Zonder geldige papieren zijn de docenten technisch gezien illegaal in het land en dat kunnen wij niet accepteren”, zegt Ori.

De kwestie ligt momenteel op het bureau van vicepresident Ronnie Brunswijk, die naar verluidt heeft toegezegd zich samen met de minister van Justitie en Politie te buigen over deze kwestie. De docenten geven aan intussen in financiële problemen te verkeren. “We hebben onze tijd en energie geïnvesteerd in  het lesgeven de afgelopen maanden en hebben ons aan de afspraken gehouden.” Wij voelen ons in de steek gelaten. Wij willen gewoon doen waarvoor we gekomen zijn naar Suriname en dat is lesgeven. “Maar dan wel onder eerlijke en legale voorwaarden en daar moeten de autoriteiten van Suriname voor zorgen”, zegt een van de Cubaanse leerkrachten.