PARAMARIBO – Politieke partijen die nog niet aan alle registratie-eisen hebben voldaan, dreigen uitgesloten te worden van deelname aan de verkiezingen als zij dat alsnog niet voor de deadline van maandag 24 februari voldoen.
De voorzitter van het Centraal Hoofdstembureau (CHS), Lilawati Punwasi-Raghoebier, zegt tegen Times of Suriname dat er na middernacht op maandag 24 februari geen uitstel meer zal worden verleend aan de partijen om ontbrekende stukken alsnog in te dienen. “Voor niemand zal er een uitzondering worden gemaakt”, zegt zij.
De afgelopen dagen zijn enkele partijen teruggekeerd om hun zaken alsnog op orde te brengen. Zo leverde de Algemene Progressieve Partij (APP) vrijdag haar verplichte stortingsbewijs in, nadat eerder alleen een betalingsbewijs werd overlegd – iets wat niet volstaat volgens de wet. De Pertjajah Luhur (PL) kwam op het laatste moment met het ARS-advertentieblad van de Republiek Suriname. Democratisch Alternatief 1991 (DA’91) moest zelfs op details worden aangesproken, omdat een apostrof ontbrak in de officiële naamsaanduiding.
CHS voorzitter Lilawati Punwasi-Raghoebier benadrukt: “We hebben de partijen voldoende tijd en ruimte gegeven om hun stukken in te dienen. Als dat maandag niet is gebeurd, kunnen ze worden uitgesloten voor deelname aan de verkiezingen. Ze moeten aan alle wettelijke vereisten voldoen en daar letten wij streng op. “De politieke partijen weten dat want er zijn voldoende informatie sessies vooraf met hen geweest”, zegt de CHS-voorzitter.
Na het verstrijken van de deadline start een intensieve screening van twee dagen. In deze periode worden de documenten ter inzage gelegd bij het CHS, waarbij andere politieke organisaties, belanghebbenden of burgers bezwaar kunnen maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als een partij naam of logo te veel lijkt op dat van een andere partij. Indien een partij het niet eens is met een beslissing van het CHS, kan zij binnen drie werkdagen administratief beroep aantekenen bij de president. Als dat beroep wordt afgewezen, bestaat de mogelijkheid om in tweede instantie in beroep te gaan bij het CHS zelf.