De energietransitie in Latijns-Amerika verloopt met wisselend tempo en intensiteit. Terwijl sommige landen aanzienlijke stappen zetten naar een duurzamere energiemix, blijft de regio als geheel sterk afhankelijk van fossiele brandstoffen.
Ook in Suriname zijn de afgelopen jaren stappen voorwaarts gezet om hernieuwbare energieopwekking te incorporeren, ondanks enkele uitdagingen. “Wat Suriname betreft hebben we aardig wat vorderingen geboekt”, zegt Orlando Olmberg, voorzitter van de Suriname Energy Chamber. “Als ik overall kijk, vanaf 2013 naar nu, dan zijn we gegaan van bijna 0 procent naar ongeveer 5 tot 7 procent van ons totale energiegebruik dat op zonne-energie draait.”
Suriname en Guyana lopen toch achter op de rest van Latijns-Amerika. Zonder de Afobaka-krachtcentrale, die zestig jaar geleden door Alcoa is opgezet met een ander doel, zou de bijdrage van hernieuwbare energie in Suriname verwaarloosbaar zijn in vergelijking met andere landen in de regio. Landen als Chili, Brazilië en Mexico hebben grootschalige projecten gelanceerd om hun elektriciteitsopwekking te vergroenen. Uruguay loopt hierin voorop: meer dan 90 procent van de elektriciteit wordt daar al opgewekt uit hernieuwbare bronnen.
Ondanks de achterstand ziet Olmberg toch reden voor optimisme. “Je hebt een goudmijn, Rosebel Goldmine, die een 5 megawatt zonne-energieproject heeft opgezet. Atjoni was ook het eerste grote dorp dat op zonne-energie is overgestapt. Dus we zien wel vorderingen. We zijn nog niet waar we moeten zijn, maar we gaan de goede kant op”, aldus Olmberg.
Een belangrijke stap in de energietransitie was de wet van 2016, die het mogelijk maakt om zonnepanelen zonder batterijen op daken te installeren en energie terug te leveren aan de Energiebedrijven Suriname. Dit stimuleert particulieren en bedrijven om te investeren in hernieuwbare energiebronnen.
Olie, gas en steenkool blijven vooralsnog een dominante rol spelen in de energievoorziening van de regio. Dit komt mede door de rijke fossiele brandstofvoorraden en de economische afhankelijkheid van exportinkomsten. Bovendien zijn deze sectoren een belangrijke bron van werkgelegenheid en leveren ze relatief betaalbare energie. Een plotselinge verschuiving naar hernieuwbare energie zou voor sommige gemeenschappen economische onzekerheid kunnen betekenen.