EUROPA - We spreken vrienden via WhatsApp, delen foto's op Instagram, mailen met Gmail en werken massaal met Windows. Dat zijn allemaal Amerikaanse producten.
Met Donald Trump aan het roer schrikt Europa wakker: kunnen we nog wel op onze eigen digitale benen staan?
Het wordt realistischer dat de Amerikaanse regering techbedrijven inzet als politiek wapen, waarschuwde Mariëtte Huijstee vorige maand in de Tweede Kamer. De onderzoekscoördinator van het Rathenau Instituut is niet de enige die er zo over denkt. "Als Amerika ons niet meer zo aardig vindt, kan het drie kwart van de Nederlandse overheid platleggen", zegt onafhankelijk techexpert en voormalig AIVD-toezichthouder Bert Hubert tegen NU.nl.
Onze overheid draait namelijk voor een groot deel op diensten van Microsoft. Voor interne mails bijvoorbeeld, of het indienen van wetsvoorstellen. Vorig jaar bleek uit onderzoek van NOS dat de Amerikaanse overheid bij mails van Nederlandse overheden en bedrijven in kritieke sectoren (zoals de zorg) kan komen. Microsoft zal zich daartegen verzetten, maar dat kan maar tot op bepaalde hoogte.
In de afgelopen twintig jaar zijn Europeanen langzaam steeds afhankelijker geworden van big tech. En niet alleen wat betreft de programma's op overheidscomputers. Europa is lui geweest, vindt Hubert. "Zelfs al zou Trump onze grootste vriend zijn, dan nog kun je je afvragen of het niet raar is dat we ons afhankelijk hebben gemaakt van één of een paar bedrijven", zegt hij. "Nu beginnen we daar anders over te denken en komt er eindelijk een verschuiving op gang."