Volgens NDP-parlementariër Rabin Parmessar is het huidige wetsvoorstel een sterk afgezwakte versie van eerdere inspanningen en wordt het vooral gebruikt als politiek middel in de aanloop naar de verkiezingen. “Hieraan gaan wij dus niet meewerken,” zegt Parmessar.

Het vraagstuk rond grondenrechten is al jaren een gevoelig onderwerp in Suriname. De vorige regering heeft vier jaar lang gewerkt aan een rapport, waarbij alle relevante partijen werden geconsulteerd. Inheemse en tribale leiders, maatschappelijke organisaties en andere deskundigen werden meerdere keren betrokken bij de gesprekken. Dit resulteerde in een uitgebreide analyse en een reeks aanbevelingen.

Volgens de NDP-parlementariër werd het werk van de vorige regering echter grotendeels genegeerd door de huidige coalitie. “In plaats daarvan kwam er een wetsvoorstel dat onduidelijk en onvolledig is. Vele belangrijke bepalingen zijn verwijderd, waardoor de wet in de praktijk weinig zou veranderen. Het wetsvoorstel is dus ‘verminkt’ en essentiële zaken ontbreken. In het oorspronkelijke voorstel was duidelijk vastgelegd hoe inheemse gemeenschappen hun rechten konden opeisen, maar nu is alles vaag en onduidelijk,” zegt Parmessar.

Daarnaast benadrukt hij dat de regering veel bepalingen uit het wetsvoorstel heeft gehaald, met de belofte deze later in aparte wetten te verwerken. Dit wordt gezien als een strategie om tijd te winnen en politieke verantwoordelijkheid te vermijden. “Je kunt geen wet goedkeuren die fundamentele zaken naar later doorschuift,” stelt hij.

Niet alleen de oppositie, maar ook de traditionele gezagdragers van de inheemse en tribale gemeenschappen verwerpen het wetsvoorstel. Volgens hen biedt het geen echte bescherming voor hun landrechten en wordt hun inspraak niet serieus genomen. De traditionele leiders zijn met name bezorgd over de procedure die gemeenschappen moeten doorlopen om hun grondenrechten te verkrijgen.

Een van de meest besproken punten in het debat is de vraag of de regering dit wetsvoorstel vooral gebruikt als verkiezingsstunt. Oppositieleden verwijten de coalitie dat het wetsvoorstel puur bedoeld is om kiezers te overtuigen, zonder een echte oplossing te bieden. “Men doet alsof men het grondenrechtenprobleem wil oplossen, maar in werkelijkheid wordt er niets fundamenteels aangepakt,” zegt Parmessar.