WASHINGTON - NASA is van plan één van de laatste instrumenten aan boord van ruimtesonde Voyager 2 uit te schakelen. De zet volgt een maand na een soortgelijke ...
energiebesparende maatregel bij Voyager 1. Volgens NASA wordt hiermee de levensduur van andere meetapparatuur van de ruimtemissies verlengd. Het gaat om de laag-energetische-deeltjesmeter, een instrument aan de arm van Voyager 2 die kosmische straling meet. Het draait elke 192 seconden in een andere richting om in 360 graden rond de sonde te kunnen meten. NASA wijst erop dat dit instrument berekend was op 500 duizend rotaties, maar er uiteindelijk 8,5 miljoen zijn gemaakt. Bij Voyager 1 werd op 25 februari al een ander instrument om kosmische straling te meten uitgezet, waarmee energie en stroming van protonen werd vastgelegd. Daarmee zijn op allebei de sondes nog drie van de tien instrumenten in werking.
De Voyagers werden in 1977 binnen anderhalve maand gelanceerd. De primaire missie was een bezoek aan de planeten die het verst van ons af staan, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Daarna werden de sondes op een pad diep het heelal in gestuurd om metingen te verrichten in de buitenste regionen van ons zonnestelsel. Ze krijgen daarbij stroom van een kernaccu, die plutonium gebruikt om energie op te wekken. Dat leverde in het begin de 160 watt die nodig was om alles draaiende te houden, maar inmiddels verliezen de Voyagers door het uitdoven van de energiebron zo'n 4 watt aan kracht per jaar. En dat terwijl er voor de radioantenne van de sondes bijvoorbeeld al 22 watt nodig is, ongeveer de hoeveelheid stroom die er voor een koelkastgloeilamp nodig is. Hoewel de officiële missie allang voorbij is, doet NASA er toch alles aan om de Voyagers draaiende te houden. (NOS/NASA)