De onderzoekers konden de zeebodem voor het eerst onderzoeken nadat een groot stuk van een ijsberg was afgebroken.

In januari brak een groot deel van de George VI-ijsplaat af. Volgens de onderzoekers gaat het om een stuk ijs van zo'n 500 vierkante kilometer. Dat is groter dan het  landoppervlakte van alle Waddeneilanden bij elkaar. De ijsberg, met de naam A-84, dreef vervolgens weg van het ijsplateau van Antarctica.

Een internationaal team van wetenschappers die toevallig in de buurt waren, zette direct koers naar de plek waar de ijsberg was afgebroken. Ze werden zo de eerste mensen die dat deel van de zeebodem konden onderzoeken. "We wisten dat dit een unieke kans was en hebben die met beide handen gegrepen", zei expeditieleider Patricia Esquete.

Het team trof veel onbekende diersoorten aan op het vrijgekomen stuk zeebodem. "We hadden niet gedacht zo'n prachtig, bruisend ecosysteem aan te treffen.” “De grootte van de dieren wijst erop dat ze er al tientallen, misschien wel honderden jaren leven", jubelde Esquete.

Tot een diepte van 1.300 meter zagen de wetenschappers vissen, zeespinnen en octopussen. Ook troffen ze koraal en zeesponzen aan. Dit ecosysteem kan overleven zonder voedingsstoffen die vanaf de oppervlakte doorsijpelen. De onderzoekers willen verder uitzoeken hoe het ecosysteem zichzelf in stand wist te houden onder het ijs. (Nu)