Suriname kreeg, toen het bijna vijftig jaar geleden onafhankelijk werd, van Nederland 3,2 miljard Neder-landse gulden, overeenkomend met of ruim USD 1 miljard om zijn ontwikkeling te stimuleren.
Dat is helaas niet gebeurd. Vanaf 1975 tot de dag van vandaag ontvluchten mensen het land voor een beter bestaan. Suriname, lees Staatsolie, staat op het punt USD 2,4 miljard te investeren in 20 procent van de winstolie van Blok 58 (Granmorgu). Dat is tweemaal het bedrag dat het land kreeg in 1975 om zijn economie te ontwikkelen. Heeft Suriname deze keer goed nagedacht over hoe het dit geld wil besteden. Vooral waar het deze keer gaat om geleend geld.
Belang van controle
De olievoorraden en de productie daarvan zullen de vraag tot ver na 2050 overtreffen, ondanks de roep wereldwijd om te stoppen met fossiele brandstoffen. Bij een normale marktwerking van vraag en aanbod zou de prijs ver onder USD 44 moeten liggen. Echter is de prijs op de wereldmarkt erg beweeglijk. De oorzaak daarvan ligt vooral bij de geopolitiek, zoals de (handels) sancties die Amerika landen oplegt. Op 7 maart 2025 was de prijs per vat Brent Olie USD 69 vergeleken met USD 75 in januari USD 84 in september 2024. In 2016 was de prijs zelfs minder dan USD 42.
Volgens de directeur van Staatsolie zal de investering van 2,4 miljard, exclusief rente het bedrijf USD 75 miljoen per jaar opleveren. Maar dit zal alleen mogelijk zijn als de prijs niet onder USD 80 per vat duikt . En juist daarvoor bestaat er geen zekerheid. Als het erom zou gaan dat de aanwezigheid van Staatsolie in de operatie van Blok 58 noodzakelijk is vanwege de controle op TotalEnergies, heeft Guyana bewezen dat lokale controleurs gevoelig zijn voor corruptie. Het buurland heeft niet zolang terug buitenlandse experts ingehuurd die het opschroeven van de kosten door Exxon, met USD 1,2 miljard hebben ontdekt. De boeken waren door de lokale controleurs en de minister onder wie olie valt, daarvoor reeds goedgekeurd. Er is dus geen enkel argument waaruit blijkt dat de investering van USD 2,4 miljard door Staatsolie in de 20 procent winstolie van Blok 58, noodzakelijk of financieel verantwoord is. Integendeel kan het Staatsolie en Suriname in grote financiële problemen plaatsen.
Goud, rijst, en oliepalm
Volgens de regering Venetiaan had Cambior (2003) USD 125 miljoen geïnvesteerd in Gross Rosebel Mines (IamGold) en had ze in het eerste jaar een productie van 7.800 kilogram goud. Intussen is het bedrijf doorverkocht aan Zijin voor USD 265 miljoen, met een productie van ruim 11.000 kg per jaar. Newmont heeft volgens haar eigen verklaringen USD 600 miljoen geïnvesteerd in de Merianmijn (2014) met een productie van 12.000 kg in 2017. De wereldmarktprijs van een kilogram goud op dit moment is USD 100.000. Met het investeren in twee goudbedrijven voor maximaal USD 800 miljoen zou Suriname bij de huidige prijs, na twee jaar een omzet van ruim USD 2.3 miljard met een winst van minstens een USD 1 miljard halen. Met een investering van USD 80 miljoen in een opslag voor padie en het plaatsen van nieuwe waterpompen te Wakay en Wageningen zou de inzaai van padie van 30.000 hectare naar 45.000 hectare per seizoen gebracht kunnen worden. Daarmee zouden de inkomsten voor de Staat van USD 35 naar 70 miljoen per jaar stijgen. Terwijl de kippensector ook van voldoende grondstoffen voor voer gegarandeerd zou zijn. Het Patamacca oliepalm bedrijf, groot 5000 hectare, had tot 1985 met een aanplant van 3200 hectare, nog geen USD 60 miljoen gekost. Dat zou ook weer opgestart kunnen worden. Ook hier zou er grondstoffen voor veevoer vrijkomen.
Hout, veevoer en bauxiet
Suriname exporteerde in 2018 nog ruim een miljoen kubieke meter hout voor USD 85 miljoen en importeerde zelf USD 30 miljoen aan houtproducten.
Een hypermodern houtverwerkingsbedrijf met een verwerkingscapaciteit van 12.000 kubieke meter per jaar kost USD zestien miljoen. Het zou producten kunnen produceren variërend van prefab huizen tot potloden. In zo een productieproces wordt elk deel van de boom gebruikt! Met een lokale vraag van meer dan 20.000 woningen is er genoeg ruimte voor meer dan één bedrijf. Het kapotrijden van de wegen door zware houttrucks zou uitblijven, waarmee de Staat aan onderhoudskosten aan wegen USD miljoenen zou kunnen besparen. Het opzetten van een veevoerbedrijf, met uitsluitend lokale grondstoffen, die de totale vee-, vis- en pluimveesector voor 100 procent kan voeden en verdubbelen, kost nog geen USD drie miljoen, zo blijkt uit het ontwikkelingsplan van de regering. In het verlengde daarvan kunnen een of meerdere vleesverwerkingsbedrijven opgezet worden, waarmee de Caricom-markt voorzien kan worden. Al deze investeringen kunnen binnen drie jaar veel meer opbrengen aan inkomsten voor de Staat dan olie en gas waarop politici zitten te wachten. De duizenden arbeidsplaatsen zijn nog niet eens mee gerekend.
Met de mogelijke investeringen die met de USD 2,4 miljard betaald kunnen worden, kan de Surinaamse economie duurzaam gediversifieerd worden en binnen drie jaren uit de financiële crisis gehaald worden. Er zou dan nog genoeg geld overblijven om het bauxiet in het Bakhuis-gebied zelf te mijnen en te verkopen aan Chinalco.