OHIO  –  Twee Amerikaanse astronauten die al ruim een maand vastzitten in het internationale ruimtestation ISS, kunnen voorlopig nog niet naar huis. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA voert op aarde testen uit om te weten of ruimtevaartuig Starliner veilig kan terugkeren.

Astronauten Suni Williams en Barry Wilmore vertrokken op 5 juni naar het ISS voor een missie die ongeveer een week had moeten duren. Het duo zou op 26 juni weer terugkeren naar de aarde. Het reisde met het nieuwe ruimteschip Starliner, dat door Boeing is ontwikkeld.

Maar het duo kan nog altijd niet terug naar huis, omdat hun vaartuig kuren heeft. Tijdens de vlucht kwam een heliumlek aan het licht. Zo’n probleem speelde ook al voor de lancering. Daarnaast waren er problemen met de voortstuwing van de Starliner. Het ruimtevaartuig zit nog altijd vast aan het ISS. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA voert op aarde testen uit met andere Starliner-motoren, om te weten of het vaartuig in staat is om veilig terug te keren in de dampkring. Het vaartuig krijgt dan namelijk te maken met enorme krachten.

Een klein mankement kan leiden tot een explosie van het vaartuig en de dood van de astronauten. Bovendien moeten de motoren ervoor zorgen dat de Starliner op het juiste moment afremt en de juiste snelheid bereikt. “We boeken goede vooruitgang, maar we zijn nog niet klaar”, zegt NASA.

Eind juni ontkende NASA dat de astronauten gestrand zijn. Volgens NASA en Boeing zou de Starliner de astronauten in een noodsituatie wel kunnen terugbrengen, maar mag het ruimteschip dat vanwege technische problemen niet doen als het niet stikt noodzakelijk is.  Door eerdere mankementen liep de ruimtemissie al jaren vertraging op. Boeing wil met de Starliner de concurrentie aangaan met de Dragon van SpaceX, het ruimtevaartbedrijf van Elon Musk. Maar Dragon is al meer dan twintig keer veilig naar het ISS en weer terug gevlogen. (NU)…[+]