WIELRENNEN – Demi Vollering greep zaterdag opnieuw naast de wereldtitel bij de wegwedstrijd op de WK wielrennen. Het parkoers leek de Nederlandse te liggen, maar de renster eindigde uiteindelijk als vijfde in de loodzware omstandigheden. Ze kreeg na afloop flink kritiek vanwege haar manier van rijden, maar zelf baalde ze juist van haar ploeggenoten.

De Nederlandse ploeg leek op rozen te zitten toen Marianne Vos en Riejanne Markus samen in een kopgroep van vier rensters kwamen. Vollering, die door bondscoach Loes Gunnewijk was aangewezen als kopvrouw, leek daarmee in een zetel te zitten, want dankzij haar ploeggenoten voorin kon ze het werk in haar groep aan de anderen laten. Zelf zag ze dat echter totaal anders.

“Het was een beetje nadelig voor mij dat we Marianne en Riejanne van voren hadden zitten”, vertelde Vollering na afloop bibberend voor de camera van de NOS. “Bij ons in het groepje deden ze niet echt iets, het ging niet hard genoeg. Er was niemand die een aanval deed op die klim, dat was een beetje nadelig voor mij. Dan kom je in een situatie waar je niet zo veel kan.”

Vollering slaagde er uiteindelijk in om toch in de kopgroep te komen, maar door dat werk werden haar landgenoten gelost en was ze de enige Nederlandse in de groep. Dat verminderde de kansen op een Nederlandse winnares aanmerkelijk, maar zelf wilde ze nog niet zeggen of ze het anders aan had moeten pakken: “Dan moet ik het eerst terugkijken en erover nadenken. Achteraf is het altijd makkelijk om te zeggen: hadden we het maar zo en zo gedaan.”

De Nederlandse deed veel werk in de groep. Over die tactiek had ze zelf dan wel haar twijfels: “Achteraf deed ik misschein te veel, maar ik voelde me gewoon goed. Dus ik wilde het gewoon overal proberen. Ik wilde mijn eigen koers rijden en van mijn eigen krachten uitgaan. Dat heb ik gedaan, maar misschien te veel op vertrouwd.” (SN)