‘Bordo’ wil geen uitlevering aan Frankrijk

PARAMARIBO – Joel Martinus, meer bekend als ‘Bordo’, wil niet aan Frankrijk worden uitgeleverd. Zijn advocaat Irvin Kanhai zegt aan Times of Suriname dat er een procedure in Brazilië is gestart, waarbij Bordo heeft aangegeven dat hij geen uitlevering aan Frankrijk wil. “Hij wil niet naar Frankrijk gaan”, benadrukt de raadsman.

Kanhai heeft contact gehad met zijn Braziliaanse collega, die rechtsbijstand verleent aan ‘Bordo’. Uit het gesprek met zijn collega is hij te weten gekomen dat de procedure in Brazilië eerst zal worden afgerond. De procedure heeft te maken met het feit dat ‘Bordo’ niet aan Frankrijk wil worden uitgeleverd.

Er is een uitleveringsverdrag tussen de regering van de Federale Republiek Brazilië en de regering van de Franse Republiek, dat gesloten is in Parijs op 28 mei 1996. Het Nationaal Congres heeft dit verdrag goedgekeurd op 30 juni 2004, waarbij het op 1 september 2004 in werking is getreden. De twee staten verbinden zich middels het verdrag dat er wederkerig in overeenstemming met de bepalingen van het verdrag, eenieder over te leveren die, zich op het grondgebied van een van de twee Staten bevindend, wordt vervolgd wegens een strafbaar feit of wordt gezocht met het oog op de tenuitvoerlegging van een straf door de gerechtelijke autoriteiten van de twee staten. 

In Frankrijk is ‘Bordo’ bij verstek veroordeeld voor zijn betrokkenheid voor het ronselen van drugskoeriers.  De Franse rechtbank sprak het vonnis in 2019 uit. Inmiddels is ook bekend dat ‘Bordo’ niet naar Suriname wil komen. Hij wordt in Suriname samen met Clifton J., Ramesh P. Prashant P. en Albert G. verdacht van overtreding van de Wet Verdovende Middelen en deelneming aan een criminele organisatie. Verder wordt hij in verband gebracht met de vermissing van de graafmachine-operator Ramrag Ramnauth. Er is een verdrag van Overdracht veroordeelde personen tussen Suriname en Brazilië van 24 maart 2011. Suriname en Brazilië hebben geen uitleveringsverdrag. WJ…[+]