PARAMARIBO – Vicepresident Ronnie Brunswijk weet zich geen raad meer met het onderwijsproces in het binnenland. Het beleid stuit op aanzienlijke weerstand vanuit de ministeries van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC) en Financiën en Planning. Volgens Brunswijk moet hij steeds uit eigen zak betalen om leerkrachten naar het binnenland te vervoeren en weer op te halen. Ondanks dat hij de tweede man in het land is, toont hij zich machteloos om de regering te kunnen dwingen de schooljeugd in het binnenland dezelfde kansen te geven als die in de kustvlakte.

“Ik moet zelfs vliegtuigen inhuren om die mensen weg te brengen”, klinkt de moedeloze stem van de vicepresident. Hij vindt het onvoorstelbaar dat hij zijn persoonlijke vermogen moet inzetten om te voorkomen dat het onderwijsbeleid van de regering in het binnenland in elkaar stort. “Als je in Paramaribo een dag geen school hebt, dan breekt de hel los. Iedereen wil bijna op straat, maar onze mensen daar blijven maanden zonder onderwijs”,  zegt Brunswijk.

Hij maakt de vergelijking tussen de mensen, waaronder de schooljeugd, in het binnenland en de gemeenschappen in de kustvlakte. Zijn conclusie is dat er totaal geen sprake is van gelijkheid en gelijke behandeling. Hij zegt ruim USD 15.000 uit eigen zak te hebben betaald om leerkrachten op verschillende scholen in het binnenland te krijgen, omdat er vanuit de centrale overheid geen actie ondernomen wordt. Daarnaast moeten de leerkrachten voor de vakantie straks weer terug naar de stad. Hij vraagt zich af of hij het varkentje weer zal moeten wassen. Duurzame planning vanuit de overheid om dit soort programma’s te financieren is naar zijn mening zoek en het ontbreekt aan anticipatie. Hij vraagt zich af of hij opnieuw zal moeten bijspringen, terwijl dit een overheidsverantwoordelijkheid is…[+]