binnenland

Plaatsvervangend korpschef Guyana terecht voor 231 aanklachten

Betaalt miljoenen voor borgtocht

PARAMARIBO – De Guyanese assistent-politiechef Calvin Brutus is maandag op borgtocht vrijgelaten nadat hij werd geconfronteerd met meer dan 200 nieuwe aanklachten voor financiële misdrijven. De rechtbank stelde de borgtocht vast op omgerekend bijna SRD 1,5 miljoen. De 44-jarige Brutus, een advocaat met 25 jaar ervaring bij de Guyanese politie, stond in oktober al terecht samen met zijn zwangere vrouw Adonika Aulder, een politiebrigadier en een zakenman. Het viertal werd beschuldigd van een reeks financiële en andere strafbare feiten. 

Tijdens die eerdere rechtszitting werden 30 aanklachten tegen Brutus ingediend, waaronder witwassen, fraude, wangedrag in openbare dienst, ambtelijke aansprakelijkheid en diefstal door een overheidsfunctionaris. Destijds werd hij op borgtocht vrijgelaten voor 6,2 miljoen  Guyanese dollar, omgerekend meer dan SRD 800 duizend.

Bij zijn verschijning op maandag kwamen daar 201 nieuwe aanklachten bij, waarmee het totale aantal op 231 komt. Om tijd te besparen, werd in overleg met zijn juridisch team besloten de aanklachten niet afzonderlijk voor te lezen. Waarnemend hoofdmagistraat Faith McGusty deelde mee dat de nieuwe aanklachten zich vooral richten op financiële misdrijven en ambtelijk wangedrag. 

De beschuldigingen tegen Brutus en zijn betrokkenheid bij dergelijke ernstige misdrijven hebben niet alleen publieke verontwaardiging gewekt, maar ook vragen opgeroepen over integriteit op hoog niveau binnen de Guyanese politieorganisatie. Ook de rol van zijn echtgenote, Adonika Aulder, voegt een extra dimensie toe aan de zaak. Het blijft onduidelijk in hoeverre de nieuwe aanklachten mogelijk gevolgen zullen hebben voor haar rechtspositie. 

Dharm Mungra: “Suriname moet zich schamen voor ontvangen voedseldonaties”

PARAMARIBO – Dharm Mungra, voorzitter van de Nieuwe Leeuw, zegt in een gesprek met Times of Suriname dat hij het waardeert dat India ongeveer 400 ton voedsel en andere consumptiegoederen naar Suriname heeft gestuurd. “Tegelijkertijd is het ook een gevoel van schaamte, aangezien wij een land hebben met verschillende rijkdommen maar toch moeten bedelen voor voedsel”, zegt Mungra.

Suriname heeft zaterdag 425 metrische ton voedsel en andere consumptiegoederen van India ontvangen. De zending is bedoeld ter ondersteuning van de sociale welzijnsprogramma’s van de Surinaamse overheid. Dit is de eerste zending van een reeks leveringen, gericht op het versterken van de sociale initiatieven van de Surinaamse regering. India erkent de sociale en economische uitdagingen in Suriname, en de donatie weerspiegelt de hechte samenwerking tussen de twee landen.

Mungra geeft aan dat Suriname vruchtbare gronden heeft, maar dat we deze niet benutten zoals we zouden moeten doen. De gronden worden eerder geroofd dan dat ze worden ingezet voor landbouw of andere nuttige doeleinden. Hij zegt tegen de krant dat landen zoals Haïti en Somalië voedselhulp veel meer nodig zouden hebben. Hij benadrukt dat Suriname alle mogelijkheden heeft om uit te groeien tot een welvarende natie. “Wanneer wij onze handen ophouden, feitelijk op bedeltoer gaan in het buitenland om de buiken van onze bevolking te vullen, moeten we ons wel schamen. Ik vermoed ook dat er meer schuilt achter de voedsel donaties die Suriname uit India heeft ontvangen”, aldus Mungra.

Hij deelt de krant mee dat dit het resultaat is van het onvermogen van opeenvolgende regeringen. De huidige regering heeft herhaaldelijk plannen aangekondigd en beloftes gedaan, maar geen enkel plan of belofte is  uitgevoerd of nagekomen. Mungra benadrukt dat het volk verantwoordelijk moet gaan kiezen op basis van concrete ontwikkelingsplannen en niet op basis van beloften die niet worden waargemaakt wanneer men aan de macht komt.

Eindelijk rijst ingezaaid in Marowijne

PARAMARIBO – Na jarenlange pogingen om de rijstteelt ook in Marowijne tot ontwikkeling te brengen en enkele mislukte projecten die niet succesvol zijn geweest, is het eindelijk gelukt om een aantal hectaren aan rijst in te zaaien in het district Marowijne. Hoeveel hectare aan rijst precies is ingezaaid is niet exact bekend. Echter, er is wel een start gemaakt met de rijstteelt. Waarnemend president Ronnie Brunswijk hoopt dat dit een groot succes wordt voor het district.

Als deze inzaai succesvol is, zal er hoge kwaliteit rijst zijn. Er zijn al plannen om op grote schaal rijst te telen in Marowijne. Het plan is om uiteindelijk zowel de lokale als internationale markt te voorzien van rijst uit het oostelijke district. Vanuit dit initiatief zullen de lokale productie, voedselzekerheid en werkgelegenheid in de rest van het district worden gestimuleerd.

Fototekst: Maandag is onder grote belangstelling met behulp van een vliegmachine rijst ingezaaid op een rijstveld in Marowijne.

Suriname zet belangrijke stap richting certificering malaria-eliminatie

PARAMARIBO – Suriname heeft een mijlpaal bereikt in de strijd tegen malaria. Minister Amar Ramadhin van Volksgezondheid heeft maandag officieel het verzoek ondertekend voor de certificering van malaria-eliminatie in Suriname door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Het document werd overhandigd aan WHO/PAHO-vertegenwoordiger Yafflo Quattara. Dit gebeurde in aanwezigheid van de directeur van het Ministerie van Volksgezondheid, Rakesh Gajadhar Sukul en Stephen Vreden, Marthelise Eersel en Dayanand Panchoe van de Malaria Elimination Task Force Suriname.

Het laatste inheemse geval van malaria in Suriname werd op 21 oktober 2021 geregistreerd. De gezondheidsminister voegde eraan toe dat de succesvolle inspanningen van de afgelopen drie jaar om de herintroductie van malaria te voorkomen, het vertrouwen geven dat Suriname zijn malariavrije status kan behouden. Het land heeft de WHO nu formeel verzocht om het proces van certificering te starten. “Suriname is volledig bereid om alle ondersteuning en benodigde documentatie te leveren om dit proces succesvol te voltooien”, aldus minister Ramadhin.

Vreden, die een belangrijke rol speelt binnen de Malaria Elimination Task Force, benadrukte voortdurende waakzaamheid. “Dit is een mijlpaal, maar zeker geen eindpunt. Het succes vraagt om een blijvende inzet van ons allemaal.” Quattara sprak zijn bewondering uit voor Suriname. Volgens hem zou het land dit moment niet hebben bereikt zonder de toewijding van de overheid en haar deskundigen. “Dit is een voorbeeld voor de regio en de wereld. De WHO blijft Suriname volledig ondersteunen in dit proces”, voegde de WHO/PAHO-functionaris eraan toe.

Minister Ramadhin toonde zich trots over de behaalde resultaten en prees de samenwerking tussen nationale en internationale partners, deskundigen en instanties die zich de afgelopen 27 jaar hebben ingezet om malaria te bestrijden en uiteindelijk te elimineren. “Deze prestatie is het resultaat van jarenlange inspanning, toewijding en visie. Maar dit is slechts een stap. De uitdaging ligt nu in het behouden van deze status en het voorkomen van herintroductie”, onderstreepte de bewindsman.

Winston Ramautarsing: “Conceptwet depositobeschermingssysteem CBvS goed initiatief”

PARAMARIBO – Winston Ramautarsing, econoom en lid van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), zegt in een gesprek met Times of Suriname dat hij het concept van de wet op het depositobeschermingssysteem een goed initiatief van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) vindt. Het depositobeschermingssysteem is bedoeld om de tegoeden van personen bij banken te beschermen tegen het faillissement van financiële instellingen.

Vorige week heeft de CBvS een conceptwet gepresenteerd voor het oprichten van dit depositobeschermingssysteem in Suriname. Het voorstel zal worden voorgelegd aan de minister van Financiën en Planning, Stanley Raghoebarsing, met de bedoeling het in het wetgevingstraject te brengen.

In Suriname wordt een fonds opgericht om vergoedingen uit te keren aan rekeninghouders wanneer een bank of spaarinstelling failliet gaat. Het depositobeschermingssysteem garandeert tegoeden tot SRD 50.000 per persoon, per bank, wat ongeveer 90% van alle rekeningen in Suriname beschermt. De CBvS heeft dit systeem ontwikkeld met steun van De Nederlandsche Bank. Het fonds wordt gefinancierd door premies van banken en spaarinstellingen en heeft als doel om 8% van de totale gegarandeerde deposito’s te dekken. Rekeninghouders kunnen hun geld binnen 30 werkdagen terugkrijgen, met de intentie om deze termijn in de toekomst te verkorten naar zeven werkdagen. Het systeem biedt ook bescherming voor rekeningen in vreemde valuta, zoals de USD en euro.

Ramautarsing stelt dat er momenteel geen andere wet bestaat die de burger op dezelfde manier beschermt en noemt het een belangrijke stap van de CBvS. Volgens hem is de burger nu beschermd voor een bedrag van SRD 50.000 per persoon. “De CBvS is eigenlijk laat met het depositobeschermingssysteem, want in andere landen bestaat het al veel langer”, zegt hij in het gesprek met de krant. Verder merkt Ramautarsing op dat SRD 50.000 ongeveer gelijkstaat aan USD 1500, wat relatief laag is. Hij denkt dat sommige gezinnen meer dan dit bedrag hebben gespaard en dat deze groep mogelijk het resterende spaargeld zou kunnen verliezen. Hij hoopt dat het beschermingsbedrag in de toekomst zal worden verhoogd, maar benadrukt dat het concept van de CBvS een positieve start is.

Regering krijgt toestemming te schuiven met middelen om kosten te dekken

PARAMARIBO – De regering krijgt toestemming van De Nationale Assemblee om binnen haar begroting te schuiven met gealloceerde middelen. In totaal zal er bijna SRD 800 miljoen bij de verschillende ministeries worden opgehaald om vooral lonen en salarissen te betalen en lopende vaste lasten te dekken, totdat de begroting van 2025 is goedgekeurd.

De oppositie voelt zich overgeslagen en voor de gek gehouden door de regering, omdat er op het laatste moment nog wat verschuivingen hebben plaatsgevonden, terwijl de behandeling van de suppletoire begroting nog onder de hamer is. Er werd geëist dat in commissieverband daarover gepraat kon worden. Een korte schorsing werd volgens fungerend parlementsvoorzitter Harriët Ramdien onvoldoende benut, dus werd besloten de vergadering voort te zetten. Dit zette kwaad bloed bij vooral de NDP-fractie. Ook deze keer kon fractielid Ebu Jones zijn emoties niet bedwingen en gilde luid door de zaal uit woede. Uit protest weigerden de fracties van de BEP en NDP langer mee te doen aan de stemming. De NPS-fractie had zich vóór de stemming reeds teruggetrokken uit de zaal.

Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning vindt dat er onnodig kabaal wordt gemaakt over de verschuivingen. Hij wees het parlement erop dat het gaat om een budget neutrale ingreep, wat betekent dat er geen extra geld op de goedgekeurde begroting van 2024 wordt bijgezet. Het budget blijft hetzelfde en het beleid blijft hetzelfde”, zegt de minister van Financiën en Planning.

NDP-fractie ontevreden over doordrukken aanvullende begroting

PARAMARIBO – De fractie van de Nationale Democratische Partij (NDP) in het parlement is boos, omdat ondanks protest de aanvullende begroting goedgekeurd is in De Nationale Assemblee (DNA). Volgens de fractie, met name  NDP-fractievoorzitter Rabin Parmessar, zijn haar vragen en kanttekeningen genegeerd door het parlement. Deze houding van de DNA-leiding speelt volgens de fractie al jaren.

“Wat wij zien, is een patroon van gebrek aan transparantie, gebrekkige verantwoording en een zorgwekkende neiging van deze regering om cruciale vragen te ontwijken. De regering heeft keer op keer geweigerd om op onze concrete vragen duidelijke antwoorden te geven. Na langer dan vier jaar is het gebleken dat non-transparantie de norm is geworden. Dit baart ons grote zorgen, vooral omdat het om zaken gaat die de levenskwaliteit van iedere burger direct beïnvloeden. Een voorbeeld is het budget voor vuilophaal. Er is SRD 130 miljoen aangevraagd. Op het eerste gezicht lijkt dit bedrag bedoeld voor november en december. Maar als we dit extrapoleren, zouden de kosten per jaar oplopen tot SRD 780 miljoen. Dit klopt niet. Waarom? Omdat deze aanvraag niet alleen voor de komende maanden is, maar ook om tekorten uit het verleden aan te vullen. Dit is onacceptabel”, haalt de fractievoorzitter aan tijdens een persconferentie dinsdag.


De fractievoorzitter zegt dat hij meerdere voorbeelden heeft op welke manier de regering verantwoording wenst af te leggen. Een goed voorbeeld volgens Parmessar is dat ondanks herhaaldelijke verzoeken van hun kant, de regering geen inzicht wil geven over de opbouw van de kosten van een liter diesel of gasoline. Ook zijn de vragen hoeveel wordt ingehouden van de government take op brandstof en btw en andere heffingen niet beantwoord. “ Deze informatie wordt het parlement onthouden – ongekend! Maar niet alleen het parlement, deze regering vindt het ook niet nodig om het volk hierover te informeren. Het volk heeft recht op deze informatie, maar de regering blijft deze achterhouden”, aldus Parmessar.

Gezien de gang van zaken binnen het parlement heeft de fractie besloten protest aan te tekenen. Dit is volgens de fractie geen impulsieve actie, maar een sterk signaal naar de regering toe. “Het is onacceptabel dat aan het einde van de tweede ronde grote wijzigingen worden ingediend zonder ruimte voor fatsoenlijk debat. Wij worden gedwongen om deze wijzigingen blindelings te accepteren, zonder uitleg, en dat weigeren wij. Deze werkwijze is niet alleen een desavouering van het parlement, het is ook een schoffering van onze democratische waarden”, zegt de voorzitter. Parmessar zegt dat ondanks dat er protest is aangetekend de fractie toch naar de parlementsvergadering zal blijven gaan. Maar iedere keer als zaken fout gaan, zal de fractie in opstand komen.

Niet alleen Parmessar, maar ook plaatsvervangend NDP-fractieleider Melvin Bouva is dik ontevreden over de gang van zaken binnen het parlement. Net als Parmessar zegt Bouva dat de fractie de komende periode niet stil zal zitten en ervoor zal kiezen om met het volk op straat te praten. Bouva zegt verder dat het hem dwarszit dat ingekomen stukken van het parlement al zes maanden niet zijn behandeld. De beperkte tijd om te debatteren, de te korte tijd om belangrijke en relevante stukken door te nemen en het feit dat de rondvraag als agendapunt wordt behandeld is een doorn in het oog van Bouva.

Foto-onderschrift

De NDP-fractie heeft gisteren een persconferentie belegd uit ontevredenheid over verschillende zaken binnen het parlement. Met name de aanname van de aanvullende begroting zit de fractie behoorlijk dwars.

Inhoudelijk niets bekend over schuldherschikking met China

PARAMARIBO – De regering van Suriname heeft eindelijk kunnen tekenen voor de schuldherschikking met China. Wat echter vreemd is, is dat behalve de bekendmaking over de schuldherschikking er verder geen details zijn gedeeld met de samenleving over wat de deal met China precies inhoudt. Het is tot nu toe niet duidelijk wat het exacte bedrag is dat Suriname China nog schuldig is, of er een haircut is afgesproken, welk rentepercentage er bij de nieuwe deal is afgesproken en wat de nieuwe aflossingstermijn zal zijn.

Ook de NDP-fractie heeft gisteren tijdens een persconferentie aangegeven dat zij vraagtekens plaatst over de gang van zaken rond de schuldherschikking met China. “Ondanks herhaaldelijk vragen heeft men geweigerd om in het parlement de vragen te beantwoorden over de herschikking van de schuld. Het verbaast ons ook dat de minister van Financiën en Planning slechts een mededeling heeft gedaan dat er overeenstemming is bereikt en dat er is getekend met China, maar verder heeft hij geen uitleg aan het parlement gegeven over de nieuwe afspraken met China en wat de deal voor Suriname precies inhoudt. Dit is vreemd en wij roepen de regering op om zo snel als mogelijk duidelijkheid hierin te brengen”, zegt NDP-parlementariër Rabin Parmessar.

In een persbericht heeft de regering wel het volgende verklaard over de schuldherschikking met China: “Suriname en China hebben een Suppletoire Finance Agreement ondertekend. De leningen die met China zijn aangegaan, zijn: buyer’s credit, prefenrential buyer’s credit en concessionele leningen. Al deze bilaterale leningen komen van de Export-Import Bank (EXIM Bank) van China. De concessionele leningen zijn tegen een lage rentevoet en een langere looptijd verstrekt. Fase 1 van de herschikking heeft te maken met alle achterstanden die lopen tot 2021 en herschikking van de betalingen die gedaan moesten worden in 2022 tot 2024. Die betalingen zijn zowel interestbetalingen als aflossingen. Die bedragen zijn nu herschikt voor een langere periode. Voor fase 2 zal er weer onderhandeld worden met China.”

Bedevaartsoord Weg naar Zee onder water gelopen

PARAMARIBO – Het verhogen van de dijk en het verhogen van de hulpdam bij het Bedevaartsoord Weg naar Zee heeft niet kunnen voorkomen dat er zondag water op het terrein is gekomen tijdens de springvloed. Ook andere gebieden in de omgeving zijn onder water gelopen.  Dit vertelt Ramon Baijnath, de voorzitter van de Stichting Bedevaartsoord Weg naar Zee, aan de krant.

“Onze president is meer in de lucht dan wat anders en de rest van de regering slaapt, terwijl Suriname gevaar loopt”, zegt Baijnath. De situatie is erger geworden en de overheid doet niets. Brantimakka is ook onder water gelopen, dus als hier niet snel wordt aangepakt is Weg naar Zee binnen tien jaar helemaal onder water. Niet alleen dit gebied, maar ook Paramaribo-Noord kan onder water lopen. Ondernemers van de buurt kunnen werken aan een oplossing voor dit probleem, vindt Baijnath. De hele kustvlakte moet beschermd worden, dus er moet echt actie worden ondernomen voor het te laat is.

Baijnath had de dam zelf met 25 cm verhoogd, desondanks is het zeewater door de hoge golven overgelopen. Hij heeft nu echter geen geld meer om dit te doen. Er zijn seniorenburgers en arme gezinnen woonachtig daar. Als het zo blijft doorgaan, gaan ze moeten verhuizen. Ook de mensen die aan de Oedayrajsingh  Varmaweg wonen, de weg die leidt naar het bedevaartsoord,  gaan  over twee jaar last krijgen van de  springvloed. Landbouwgebieden gaan ook onder water komen te staan, waardoor er geen productie en export meer zullen zijn.

Baijnath heeft geadviseerd om een langere dijk te bouwen, want dan is heel Paramaribo beschermd, maar er komt geen enkele actie vanuit het Ministerie van Openbare Werken.  

“Er moet nu echt een oplossing komen, want het kan zo niet doorgaan; ik ben echt boos, want geen enkele minister of iemand anders van de regering is geweest om de situatie te bekijken”, aldus Baijnath.

Padieboeren nog steeds verstoken van water

NICKERIE – Padieboeren geven aan dat ze nog steeds water moeten pompen. Ze hebben weinig vertrouwen in het idee dat alle drie de pompen op volle toeren draaien. Landbouwer Sanjay Sahadew, lid van de Nickerie Padieboeren Organisatie, zegt dat hij uit ervaring spreekt. Volgens hem zouden de boeren nu volop water hebben als alle drie pompen daadwerkelijk op volle capaciteit zouden draaien. Wanneer de pompen op 710 RPM draaien, zou er voldoende water voor iedereen zijn. Als de drie pompen stationair draaien, betekent dit dat slechts één pomp op volle toeren werkt, waardoor het waterpeil niet zal stijgen.

Sahadew merkt op dat het water dat momenteel wordt gepompt onvoldoende is, aangezien de sluizen slechts voor een derde openstaan. Hierdoor stroomt het water naar het autonome gebied, waar vertegenwoordigers van het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij, grote ondernemers en pelmolenaars hun gewassen van water voorzien. Zij krijgen wel voldoende water. De boeren blijven echter de dupe, omdat zij moeten pompen wanneer er maar een beetje water beschikbaar is. Ze vragen zich af: als alle drie de pompen draaien, waarom krijgen wij dan nog steeds geen water? Er moeten extra kosten worden gemaakt om water te pompen.

De boeren zouden al moeten kunnen inzaaien, maar kunnen dat niet omdat ze nog steeds wachten op water. Ze hebben weinig vertrouwen dat alle drie pompen daadwerkelijk op volle toeren draaien, want als dat het geval zou zijn, zouden alle boeren inmiddels water moeten hebben. De praktijk wijst echter anders uit dan wat door LVV wordt beweerd. Het waterpeil in alle irrigatieleidingen is momenteel extreem laag.

Personeel Times of Suriname volgt brandpreventietraining

PARAMARIBO – De afdeling Voorlichting van de brandweer, onder leiding van Olton Pinas, heeft gisteren een training verzorgd aan het personeel van Times of Suriname. Tijdens deze training leerden de personeelsleden hoe zij een brandblusser moeten gebruiken bij eventuele calamiteiten die zich kunnen voordoen op de werkvloer en ook werd benadrukt het belang van een evacuatieplan.

Brandweervoorlichter Olton Pinas verzorgde samen met twee collega’s van het brandweerkorps de training. De medewerkers leerden over de verschillende soorten brandblussers en het belang van snel en effectief handelen bij brand. Daarnaast werd er aandacht besteed aan het opstellen van evacuatieplannen, het herkennen van vluchtroutes en het kalm blijven tijdens een noodsituatie.

De training werd goed ontvangen en het personeel voelt zich beter voorbereid op mogelijke brand- of noodsituaties. De sessie benadrukte ook de toewijding van Times of Suriname aan de veiligheid van haar medewerkers en bezoekers. Pinas sloot de training af met de oproep om altijd een evacuatieplan paraat te hebben.

Times of Suriname heeft een aantal jaren terug te maken gehad met brandincidenten, die gelukkig snel waren verholpen, maar heeft daarom gemeend de veiligheid van het personeel voorop te stellen. Deze training onderstreepte daarbij de noodzaak van goede brandpreventie en een gedegen voorbereiding op onverwachte situaties. De brandweer hoopt dat deze training bijdraagt aan meer bewustzijn en een grotere paraatheid binnen de Surinaamse samenleving, zowel op de werkvloer als in het dagelijkse leven.

Fototekst: Personeel van Times of Suriname luistert aandachtig naar de uitleg van Olton Pinas over brandveiligheid.

NVO wil verlenging vergunning vissers

NICKERIE – De Nickerie Vissers Organisatie (NVO) heeft in een schrijven aan de minister van Landbouw, Veeteelt en Viserij (LVV), Parmanand Sewdien, door tussenkomst van districtscommissaris Senrita Gobardhan gevraagd om de in 2022 en 2023 ingetrokken vergunningen van vissers, te verlengen  onder alle voorgeschreven vergunningsvoorwaarden. Ook hebben burgers nieuwe vergunningen aangevraagd. NVO geeft aan dat de visserijsector dreigt dood te bloeden in het westen van het land. De directeur van de afdeling Visserij, Parveen Amritpersad, heeft op 22 maart 2022 middels een brief aan de leden van de NVO kenbaar gemaakt dat LVV ter uitvoering van het visserijmanagementplan 2021-2025 het proces heeft ingezet voor ordening van de visserijsector, daar het toegestane maximum aantal visvergunningen drastisch is overschreden. Dit was de reden dat er visvergunningen ingetrokken waren en er geen nieuwe visvergunningen verleend werden. Doordat de visvergunningen ingetrokken waren, zijn mensen  brodeloos  geworden. De NVO weet dat na de rijstsector de meeste jonge Nickeriaanse kleinondernemers hun weg zoeken naar de visserijsector. De sector heeft volgens de voorzitter van de NVO, Radjinder Churamon, een grote gap in het westen en wenst na jaren actieve bijdrage door de inkomsten van de visserij in het bijzonder in Nickerie en Coronie nu eindelijk dat personen wiens vergunning is ingetrokken, weer  in aanmerking komen voor een visvergunning. De overige vissers die wel een vergunning hebben, hebben besloten om in actie te gaan door de boten aan de ketting te leggen. Het gaat om ongeveer 40 personen die momenteel vissen. De vissers wiens vergunning is ingetrokken, hebben geïnvesteerd in boten, machines en netten. Zij kunnen helaas geen vergunning krijgen. De vissers is voorgehouden dat er geen nieuwe visvergunningen verleend zullen worden. De NVO geeft aan dat er juist een grote vraag is naar visvergunningen. Het gaat om de visvangst voor de kust van Nickerie en Coronie en de monding van de Corantijnrivier. De NVO wil de visserijsector nieuw leven inblazen, waardoor er veel meer werkgelegenheid zal zijn.

President Santokhi naar Guyana voor CARICOM-India Summit

PARAMARIBO – President Chandrikapersad Santokhi vertrekt naar Georgetown, Guyana, om deel te nemen aan de tweede CARICOM-India Summit. De bijeenkomst op regeringsleidersniveau wordt bijgewoond door prominente leiders uit de regio en de Indiase premier Narendra Modi. Volgens minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) betreft het een intensief eendaags bezoek. “De president zal morgenochtend vroeg vertrekken en tegen middernacht terugkeren. Dit is zeer waarschijnlijk de laatste buitenlandse reis van de president dit jaar, en mogelijk ook voor een deel van volgend jaar,” aldus de bewindsman.

De summit op woensdag 20 november biedt een platform om de samenwerking tussen India en de CARICOM-landen verder te versterken op tal van gebieden, waaronder energie, landbouw, gezondheidszorg en politiek. Naast regionale samenwerking zullen ook bilaterale gesprekken plaatsvinden met premier Modi. Suriname zal onderwerpen aan de orde stellen die door verschillende ministeries zijn voorbereid. “We hebben lopende projecten op het gebied van energie, IT, woningbouw en meteorologie. Daarnaast kijken we uit naar het heractiveren van projecten die eerder on-hold stonden vanwege de schuldherschikking, zoals de bouw van een stadion en een energieproject met het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen,” vertelt minister Ramdin.

Tijdens de summit zal president Santokhi ook zijn visie delen over het versterken van het people-to-people contact tussen India en Suriname, een belangrijk thema binnen deze samenwerking. De relatie tussen de twee landen is de afgelopen maanden intensiever geworden. Minister Ramdin licht toe: “India heeft US$ 1 miljoen geschonken voor machines en apparatuur voor fruitverwerking. Daarnaast is er een schenking van US$ 12 miljoen aan voedselproducten, zoals thee, koffie en babymelk, die in tien zendingen beschikbaar worden gesteld aan het Surinaamse volk.”

Het bezoek van premier Modi aan de summit is bijzonder, aangezien het plaatsvindt op zijn terugreis van de G20-top in Rio de Janeiro. “Deze ontmoeting onderstreept het belang dat India hecht aan de relatie met de CARICOM-regio,” voegt de BIBIS-minister eraan toe. De top wordt afgesloten met een gezamenlijke verklaring waarin de gemaakte afspraken worden vastgelegd. India zal daarnaast concrete samenwerkingsprojecten presenteren. “Het doel is niet alleen om de regionale samenwerking te versterken, maar ook om nieuwe mogelijkheden te creëren voor bilaterale samenwerking,” aldus minister Ramdin.