binnenland

IMF-programma volgend jaar maart afgerond

PARAMARIBO – Het IMF-programma zal in maart 2025 worden afgerond. Tussen nu en maart zullen er geen ingrijpende maatregelen meer worden ingevoerd die verregaande gevolgen hebben voor het volk van Suriname. Ook zijn er volgens het programma geen ingrijpende zaken meer die nog gerealiseerd moeten worden. “Alle beleidsmaatregelen zijn al getroffen en het gaat nu vooral om de handhaving van die maatregelen”, zegt minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning aan Times of Suriname.

“Toen wij ruim drie jaar geleden begonnen met het IMF, hadden wij bijna twintig pagina’s aan maatregelen die we moesten doorvoeren om het land economisch en financieel gezond te maken. Nu is er nog maar een halve pagina over van wat we de komende maanden moeten realiseren, en verder gaat het vooral om de controle van alles wat er al is doorgevoerd. Een van de belangrijkste zaken die nog gerealiseerd moeten worden, is het overdragen van de extra EBS-inkomsten aan de Staat. Daaraan moeten we de komende periode nog werken, want het gebeurt nog niet doordat er ergens een probleem is in hun inkomsten- en uitgavenstroom. Dat moet worden uitgezocht, maar het is de bedoeling dat het extra geld volledig naar de Staat gaat, omdat we dat geld nodig hebben voor ons sociaal programma en de begroting omdat die anders gevaar lopen”, aldus de minister.

Door de Surinaamse regering is gevraagd om wat meer flexibiliteit van het IMF, en er is ook ruimte voor gegeven. “Wat meer flexibiliteit betekent voor ons meer geld om te kunnen uitgeven. De komende periode zullen hierover nadere gesprekken plaatsvinden. Er is een soort overeenkomst gesloten, waardoor wij wat meer ruimte hebben om geld te kunnen uitgeven en daarmee achterstallige zaken eindelijk kunnen betalen, maar daartegenover moeten wij uiterlijk in 2025 de problemen met EBS opgelost hebben”, zegt Raghoebarsing. De minister verwacht ook enkele andere aanpassingen, zoals de wijziging van de Anti-corruptiewet, uiterlijk februari 2025 rond te hebben.

In december volgt er nog een review, en de laatste review zal in februari 2025 plaatsvinden. Daarna wordt het programma met het IMF in maart 2025 afgerond. “Hopelijk eindigen we het IMF-programma met goede resultaten en hebben we alle doelen bereikt. Er zijn nog enkele zaken die we de komende periode moeten uitvoeren, en daar zullen we hard aan werken. We kijken met een positief gevoel uit naar het einde van dit programma”, aldus de minister.

Torarica Group heit eerste paal voor Long Stay Appartementencomplex

PARAMARIBO – De Torarica Group heeft gisteren de eerste paal in de grond geslagen voor de start van de bouw van het Torarica Long Stay Appartementencomplex (LSA). Het LSA zal worden gerealiseerd in het bruisende hart van het uitgaanscentrum, direct achter de Ballroom van Torarica.

Dave Boucke, directeur van de Torarica Group, vertelt in een interview met de krant dat de recente ontwikkelingen een bijzonder moment markeren voor het bedrijf. “Dit is een belangrijke mijlpaal, aangezien het niet alleen een uitbreiding van onze faciliteiten betekent, maar ook een duidelijke indicatie is van de groei en de vooruitgang van de Torarica Group”, aldus Boucke. De groep heeft al langere tijd gemerkt dat er behoefte is aan extra kamers, een probleem dat in de afgelopen jaren steeds urgenter werd.

De bouw van het nieuwe project is voor een periode van twee jaar uitgerekend, waarna de focus verschuift naar de inrichting van het LSA. Het project zal 116 moderne appartementen omvatten, die verdeeld zullen worden over vier bouwlagen: een begane grond en drie verdiepingen. Boucke legt uit dat de appartementen niet alleen zullen dienen als tijdelijk verblijf voor gasten, maar ook een duurzame bijdrage zullen leveren aan het huisvestingsaanbod in de regio.

De directeur is duidelijk enthousiast over de positieve impact die dit project zal hebben op zowel de Torarica Group als de lokale gemeenschap. “Met deze uitbreiding bieden we niet alleen meer werkgelegenheid voor de regio, maar we dragen ook bij aan de economische ontwikkeling door het aantrekken van nieuwe gasten en zakelijke partners.” Hij kijkt dan ook met veel vertrouwen naar de toekomst, wetende dat de Torarica Group goed gepositioneerd is om de groeiende vraag te blijven bedienen.

Het is duidelijk dat de Torarica Group zich niet alleen richt op het aanbieden van accommodatie, maar ook op het verbeteren van de ervaring voor zowel gasten als medewerkers. Boucke concludeert: “We blijven investeren in zowel de fysieke uitbreiding als in de kwaliteit van onze service. Dit is slechts een begin, en we kijken ernaar uit om de komende jaren verder te groeien en in te spelen op de veranderende behoeften van onze gasten.”

Dit project vergroot het aanbod aan duurzame accommodatie in Suriname, en toont dat Torarica het risico durft te nemen om te investeren in de toekomst. De financiering voor de bouw komt uit eigen middelen en een obligatie van USD 20 miljoen, gefaciliteerd door de Finabank.

Fototekst: Achter de Ballroom van Torarica is gisteren de eerste paal geheid voor de bouw van het Long Stay Appartementencomplex van de Torarica Group.

Baby Cheton en moeder reizen vandaag af naar Colombia

PARAMARIBO  –  Personen die nog wat willen doneren voor de één maand oude baby Cheton Kamiran en zijn moeder kunnen dat nog altijd doen door storting op het rekeningnummer 1000112247 van Stichting 1voor12 op de Finabank onder vermelding: baby Cheton Kamiran. Dit voor voornamelijk voeding voor moeder en kind. Cheton vertrekt vandaag samen met zijn moeder naar Bogota, Colombia. De samenleving is goed ingekomen om baby Cheton en zijn moeder te helpen. Vandaag zullen de baby en zijn moeder door Louis Vismale, de voorzitter van Stichting 1 voor 12, naar Zanderij vervoerd worden.

Dit geval heeft de samenleving diep getroffen, omdat het om een baby gaat. Door tussenkomst van Stichting 1 voor 12 en anderen, zijn bepaalde zaken al geregeld, waaronder tickets voor de moeder en haar baby en de reisverzekering is ook al betaald.  De ticket van de baby is gedoneerd door All Travel service by Mer.  Districtscommissaris Marlene Joden heeft onlangs ook SRD 22.100 en USD 45 overhandigd aan de vader van baby Cheton. Dit geld is ingezameld door de Bestuursdienst, het bedrijfsleven en enkele bewoners van het ressort Para-Oost. Deze actie kwam na een oproep voor hulp in het tv-programma van de Stichting 1 voor 12.

Vismale heeft ook voor verblijf betaald en de koffers en wat spullen gekocht voor moeder en kind, met name ook voeding voor de baby. Hij is ervan overtuigd dat moeder en kind gezond en wel zullen terugkeren uit Colombia. Baby Cheton en zijn moeder zullen twee maanden in Colombia verblijven. De Armulov-regeling maakt het mogelijk om de behandeling in een ziekenhuis in Colombia uit te voeren.

Nu het begint te regenen draaien Wakay-pompen weer optimaal

NICKERIE – Als alles goed zit, moet er binnen twee dagen genoeg irrigatiewater beschikbaar zijn om de rijstarealen in de polders van Nickerie te bevloeien. Het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) regio West meldt in een bericht, dat alle drie pompen van het gemaal Wakay dinsdag in werking zijn gesteld. In de laatste week van oktober waren twee pompen te Wakay opgestart om de irrigatieleidingen alvast vol te laten lopen met water. Vanwege vertraagde levering van brandstof de vorige week moest één pomp tijdelijk uitgeschakeld worden. LVV is ervan overtuigd dat nu er brandstof beschikbaar is, er weer volop water beschikbaar zal zijn voor de landbouwakkers. Ook de boeren van Wageningen en omgeving kunnen volgens LVV een beetje opgelucht ademhalen, want ook in het voormalige padiedorp is er gewerkt aan het pompgemaal. Daar is één pomp hersteld en in werking gesteld. ¨Er wordt met man en macht eraan gewerkt om de tweede pomp in productie te hebben.¨ Op de landbouwers wordt een dringend beroep gedaan zuinig om te gaan met het water en indien mogelijk met inzaaikalenders te werken.

Implementatie energietarieven van tarievencommissie laat nog op zich wachten

PARAMARIBO – De implementatie van de energietarieven zoals die zijn voorgesteld door de energietarievencommissie laat nog even op zich wachten. Volgens het voorstel zou een kWh SRD 3,46 moeten kosten voor huishoudens. Dit voorstel is naar de president gestuurd, maar de commissie en de vakbeweging wachten nog op het moment dat officieel het principeakkoord hiervoor wordt getekend en het nieuwe tarief kan worden doorgevoerd.

“Er zijn een paar goede voorstellen gekomen vanuit de energietarievencommissie en een aantal van ze sluit ook goed aan op wat de regering eigenlijk wil, namelijk dat stroomopwekking efficiënter moet en ook kosteneffectief kan worden aangepakt.

Deze voorstellen zijn intussen al meegenomen door de EBS, maar wij moeten nagaan wat de resultaten hiervan zijn en wat het verschil is met dat wat voorheen werd berekend”, zegt minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning. Raghoebarsing zegt dat bij er bij de EBS nog enkele knelpunten te merken zijn als het gaat om het afbouwen van de subsidie en het efficiënt maken van de stroomopwekking. ”Er is wel goede wil bij de EBS om dit te realiseren, maar wij moeten hierin nog een stapje verder gaan totdat er daadwerkelijk ook wordt gewerkt hieraan. Afgesproken is dat zij de tariefsverhogingen moeten afdragen en hierop moeten wij nog strenger gaan letten. Afgesproken is met de EBS dat het de subsidie nog blijft krijgen maar de tariefsverhogingen dan moet afdragen. Daarover zijn wij nog in overleg met hen en nu met de voorstellen van de energietarievencommissie moet een aantal zaken, die zijn blijven liggen met EBS weer opgepakt worden. Dit alles wordt in samenspraak met de president en vicepresident uitgevoerd dus bij terugkomst van de president zullen wij ons wederom moeten buigen over de nieuwe tarieven”, zegt de minister….[+]

Platform Rijst krijgt schenking van bijkans USD 19.000 van NOB

NICKERIE – Het Platform Rijst heeft vrijdag een schenking van USD 18.900 gehad van de Nationale Ontwikkelings Bank (NOB). Het geld is bestemd voor het aanhuren van een consultant die een neutraal en transparant kostprijsmodel voor rijst en rijstproducten zal moeten vaststellen.

Een neutraal en transparant kostprijsmodel voor rijst en rijstproducten is binnen de rijstsector een noodzaak om te geraken tot een eerlijke inkomstenverdeling tussen producent en verwerkers en exporteurs van rijst en rijstproducten. Voor het Platform Rijst plaatste voorzitter Jitendra Kalloe zijn handtekening onder de schenkingsovereenkomst, terwijl commercieel directeur van de NOB, Shalini Khedoe, namens de bank haar handtekening plaatste.
Het consultancybureau Proplan van Winston Ramautarsingh is in aanmerking gekomen voor de uitvoering hiervan. Dit betekent dat Proplan zich de komende tijd gaat bezighouden met het samenstellen van een matrix voor de kostprijsberekening van de padieprijs. De overeenkomst heeft een looptijd van drie maanden. Het geschonken bedrag is afkomstig uit het Fonds Technische Bijstand Particuliere sector van de NOB. Boeren zeggen vol verwachting uit te kijken naar de uitkomst hiervan. Zij geven aan niet te vroeg te willen juichen, maar willen afwachten om te zien hoe dat zal werken en of de opkopers zich daaraan zullen houden.(AL)…[+]

Woordenwisseling eindigt in vechtpartij met dodelijke afloop

PARAMARIBO – Een manspersoon, van wie de persoonsgegevens vooralsnog onbekend zijn, heeft zaterdag het leven gelaten, na een vechtpartij op het visserscomplex aan de Anton Dragtenweg.

De politie van het bureau Geyersvlijt deed na melding van de vechtpartij tussen twee manspersonen de plek aan voor onderzoek. Daar aangekomen troffen de wetsdienaren het lichaam van een man, die geen teken van leven meer vertoonde, aan. Uit het voorlopige onderzoek van de politie is naar voren gekomen dat zowel het slachtoffer als de verdachte werkzaam was bij de bedoelde sluis nabij het visserscomplex. Beide mannen zaten te borrelen, toen er op een gegeven moment een woordenwisseling ontstond tussen het tweetal. Die mondde uit in een vechtpartij. Op een bepaald moment haalde de verdachte A.S. een scherp voorwerp tevoorschijn en bracht zijn tegenstander een steekverwonding toe in de rug, met het voor de man noodlottige gevolg. Een arts stelde officieel de dood van het slachtoffer vast. Na de daad stapte de verdachte in zijn voertuig en verliet de plek, maar hij werd enige tijd daarna door de politie in de kraag gevat.
In opdracht van het Openbaar Ministerie (OM) is het ontzielde lichaam ter obductie door de politie in beslag genomen. De verdachte A.S. is na afstemming met het OM door de politie in verzekering gesteld….[+]

EBS-bond roept leden weer op voorspoedvergadering

PARAMARIBO – De bond bij de Energie Bedrijven Suriname (OWOS) heeft zijn leden vandaag weer opgeroepen voor een spoed algemene ledenvergadering (ALV) om 07.30 uur. Heet hangijzer tijdens deze vergadering is onder andere de kwestie van de beloofde lumpsum en desavouering van de bond.

In het afgelopen jaar is het vaker voorgekomen dat de EBS-directie en bond in conflict met elkaar kwamen. In juli van dit jaar schijnen er afspraken te zijn gemaakt over de uitbetaling van de lumpsum. De manier waarop de directie met deze kwestie is omgegaan heeft de OWOS en werknemers van de EBS boos gemaakt. De bond is daarnaast nog steeds ontevreden over de manier waarop de EBS-directie communiceert met de vakbond. Aangezien deze zaken spelen heeft het bestuur van de OWOS voor vandaag een spoed ALV uitgeschreven. Niet alleen in Paramaribo, maar ook in bijvoorbeeld Nickerie zijn de leden van de OWOS opgeroepen voor de ALV. Op deze vergadering zullen de leden beslissen welke stappen te ondernemen….[+]

Somohardjo:“Enige afspraak isteruggave Sozavoaan ABOP”

PARAMARIBO – PL-voorzitter Paul Somohardjo zegt dat het niet waar is dat er een afspraak was tussen de PL en ABOP om de ministeries van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (Sozavo) en Binnenlandse Zaken (BIZA), die aan PL waren toegewezen een jaar na de verkiezingen van 2020 terug te geven aan de ABOP. Dit zegt Somohardjo als reactie op de brief die vorige week door ABOP naar de president is gestuurd. In de brief is het staatshoofd op de hoogte gebracht van de afspraak.

Somohardjo maakt duidelijk dat er geen sprake is van enige andere afspraak tussen de ABOP en PL dan de regeling omtrent Sozavo. Volgens Somohardjo was het specifiek de afspraak, die bij het formeren van de regering in 2020 werd gemaakt, dat dit ministerie na een jaar weer in handen van de ABOP zou komen. Hij benadrukt dat er geen andere ministeries, zoals het Ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT), zouden worden teruggegeven aan de ABOP. De focus lag uitsluitend op Sozavo. Somohardjo stelt dat er geen verwarring zou moeten zijn over deze zaak, omdat de afspraak duidelijk en onomstreden was, en dat het enkel Sozavo betreft. Hij maakt duidelijk dat deze afspraak in de context van de coalitievorming werd gemaakt en dat er sindsdien geen wijziging in is gekomen.
Somohardjo zegt verder ook dat waarnemend president en voorzitter van de ABOP, Ronnie Brunswijk, zelf bij een massameeting heeft aangegeven dat alleen Sozavo teruggaat naar de ABOP. “Brunswijk heeft alleen gesproken over teruggave van Sozavo en niet over BIZA”, benadrukt Somohardjo.
ABOP heeft in haar brief aan de president geschreven dat volgens de afspraak die zij heeft met PL een jaar na de verkiezingen van 2020 Sozavo en TCT moesten worden teruggegeven aan de ABOP. In augustus 2023 verruilde PL-minister Uraiqit Ramsaran zijn positie als minister van Sozavo voor een aanstelling als minister van TCT. Hoewel het in mei 2024 tijd was om de ministeries terug te geven aan de ABOP, wist de PL haar twee ministeries te behouden, totdat Bronto Somohardjo op 18 oktober vrijwillig zijn portefeuille ter beschikking stelde. Nu verwacht de ABOP dat zij, volgens de afspraak uit 2020, BIZA kan bemannen en rekent zij op de steun van de coalitie om deze afspraak na te komen.
Naar aanleiding van het gehaal en getrek tussen de PL en de ABOP over invulling van ministersposten heeft ook de partij van Somohardjo een verklaring uitgebracht. “Als nu blijkt dat Brunswijk blijft stampvoeten en dat wederom de druk op de president te groot wordt, waardoor hij zich niet aan de gemaakte afspraken kan houden, vragen wij van PL ons af wat wij dan moeten doen. Moeten wij nadat Bronto zich heeft opgeofferd nu ook de partij opofferen om de politieke druk weg te halen?
Wij van PL zijn dienaren van het volk. Wij vechten niet voor een functie, wij willen slechts het volk dienen. Volgens afspraak met de president hebben wij onze partijraad gehouden en 28 namen ingediend, onder wie de naam van Ustad Nasier Eskak, de huidige directeur van BIZA. Wij hopen dat de president dit keer wel de politieke druk kan weerstaan van de heer Brunswijk en dat de plotselinge in- en uitgeleide van de president naar het buitenland door de vicepresident niet wordt beloond met politieke onbetrouwbaarheid”, aldus een deel van de verklaring.JK…[+]

Niet alle leerlingen binnenland naar school vanwege lage waterstand

SIPALIWINI – Sinds de aanvang van het nieuwe schooljaar kunnen nog steeds niet alle leerkrachten naar school. Dit omdat het binnenland nu te kampen heeft met een lage waterstand waardoor de leerlingen die met de boot naar school moeten niet naar school kunnen. Een schoolleider vertelt dat de situatie vrij ernstig is, omdat de leerlingen al een achterstand hebben en deze alleen maar groter wordt. Zij heeft het probleem ook al gerapporteerd aan de Inspectie, dus wacht ze af wat er zal gebeuren.

Ook zijn nog niet alle leerkrachten die vanuit Paramaribo zijn vertrokken op hun standplaats. Dit omdat de boten niet kunnen varen en er nu kleinere boten zijn ingezet om de leerkrachten te vervoeren. Antonius Pokie, voorzitter van de Organisatie van Bus- en Boothouders vertelt dat hij dit probleem zag aankomen en had gewaarschuwd hiervoor. Hij vertelt dat hij constant in contact is met de bootsmannen om ervoor te zorgen dat de leerkrachten veilig hun standplaats kunnen bereiken.
Door de lage waterstand zijn de dorpen Godo Olo, Drietabbetje, Karmel, Moi Takki en Palumeu in het Tapanahonygebied moeilijk bereikbaar. Ook de leerkrachten van scholen in het ressort Coeronie, namelijk in de dorpen Alalapadu, Kwamalasamutu en Sipaliwini Savanna zijn nog niet op hun plek. Daar kan het transport van zowel goederen als personen alleen per vliegtuig en dat is nog niet beschikbaar. De leerkrachten die tewerk zijn gesteld in het binnenland vrezen dat door de lage waterstand zij straks verstoken zullen zijn van water. Zij vertellen dat zij het water van de rivier gebruiken voor verschillende doeleinden, zoals de afwas doen, kleren wassen en baden. De leerkrachten hopen dat het binnenkort zal regenen en de rivieren weer voorzien zullen zijn van water. Indien dit niet het geval is en de rivieren verder opdrogen, zullen zij genoodzaakt zijn naar Paramaribo terug te keren alvorens zij geïsoleerd raken in de verschillende dorpen….[+]

Laatste eer wordt morgen bewezen aan mensenrechtenactivist Rensch

PARAMARIBO – Aan Stanley Rensch wordt morgen de laatste eer bewezen. De mensenrechtenactivist overleed zondag op 84-jarige leeftijd.

Rensch was een Surinaams mensenrechtenactivist. Hij stelde in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw talloze schendingen van de mensenrechten in Suriname aan de kaak, met name gepleegd tijdens de Binnenlandse Oorlog (1986-1992). Rensch werd geboren in het binnenland van Oost-Suriname. In 1960 ging hij naar Nederland en studeerde pedagogiek in Utrecht. In Nederland ontmoette hij zijn uit Drenthe afkomstige vrouw. Samen kregen ze twee zoons.
In 1965 werd hij voor het eerst geconfronteerd met humanitair onrecht in Suriname. Toen werd zijn geboortedorp ontruimd en onder water gezet bij de aanleg van het Brokopondostuwmeer. In 1973 vestigde hij zich met zijn vrouw en kinderen in Paramaribo. Hij ging er werken op het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, toen Ronald Venetiaan er minister was. Rensch’ doel was om via het opzetten van goed onderwijs een fundament te leggen voor de opbouw van Suriname, met het oog op de aanstaande onafhankelijkheid van Nederland.
Eind jaren zeventig werd Rensch onderdirecteur op het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. Na de staatsgreep van 1980 distantieerde hij zich van de coupplegers bij zijn leidinggevenden. Daarop werd hij op het ministerie onder militaire bewaking gesteld. Korte tijd later werd hij overgeplaatst naar de Kweekschool als leraar psychologie en pedagogiek.
In 1986 werden bij het plaatsje Moiwana enkele tientallen marrons vermoord door het regime-Bouterse. Dit bloedbad zorgde ervoor dat Rensch zich volledig ging inzetten voor de mensenrechten. In augustus 1987 richtte hij het mensenrechtenbureau Moiwana ‘86 op, naar voorbeeld van Amnesty International. Na verloop van tijd nam het advieswerk zoveel tijd in beslag, dat hij zijn baan aan de Kweekschool opzegde om zich volledig te kunnen richten op het bijstaan van nabestaanden en verdrukte Surinamers.
Het bureau kreeg een paar vaste medewerkers en een groot aantal vrijwilligers. Men richtte zich vooral op het registreren van meldingen van problemen met de mensenrechten en het aanleggen van dossiers daarover. Verder rapporteerde de organisatie regelmatig misstanden aan de media in de hoop zo nieuwe gevallen te voorkomen. Regelmatig werden hij of medewerkers van het bureau opgepakt en verhoord in Fort Zeelandia op beschuldiging van het ondernemen van staatsondermijnende activiteiten.
Rensch was twee decennia lang een belangrijk criticus van de Surinaamse autoriteiten. Hij gold samen met schrijver Theo Para als het geweten van Suriname. Naast hem streed ook Ilse Labadie, die ijverde voor herdenking van de Decembermoorden en vervolging van de plegers. Een belangrijke verdienste was dat hij bewustwording bracht onder de Surinamers van het begrip mensenrechten. Hij zorgde ervoor dat talloze moordpartijen die plaatsvonden in de Binnenlandse Oorlog bekendheid kregen in binnen- en buitenland. Daarbij maakte hij gebruik van zijn goede relatie met de pers en zijn vele contacten in Nederland en de Verenigde Staten. Ook onderhield hij goede relaties met andere organisaties die opkwamen voor de mensenrechten, zoals de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede, Amnesty International en met de kerken in Suriname….[+]

Torarica Group en Finabank starten bouw nieuw project

PARAMARIBO – De Torarica Group en Finabank NV zullen vandaag de eerste paal slaan voor de bouw van het Torarica Long Stay appartementencomplex, dat 116 duurzame appartementen zal hebben en in 2026 opgeleverd zal worden. Dit project vergroot het aanbod aan duurzame accommodatie in Suriname, en toont dat Torarica het risico durft te nemen om te investeren in de toekomst. De financiering voor de bouw komt uit eigen middelen en een obligatie van USD 20 miljoen, gefaciliteerd door de Finabank.

De appartementen zijn ontworpen om in te spelen op de groeiende vraag naar comfortabele, langdurige verblijfsopties. Als onderdeel van de integrale dienstverlening van de Torarica Group hebben gasten toegang tot diverse faciliteiten, waaronder wellness, moderne kamers en exclusieve diensten, waarmee Torarica zijn leidende positie in de Surinaamse hospitality-sector versterkt.
De obligatie-uitgifte was een groot succes met een 34 procent overschrijving die het vertrouwen van de investeerder in de Torarica Group onderstreept. De inschrijving voor de obligatie met een looptijd van 10 jaar en een rentepercentage van 7,5 procent per jaar was gericht op professionele investeerders. Finabank heeft hierbij opgetreden als adviseur, arrangeur, agent, administrateur en underwriter.
“Met de bouw van de Torarica Long Stay appartementen zetten we niet alleen een belangrijke stap in de uitbreiding van ons aanbod, maar dragen we ook bij aan de lokale economie door nieuwe werkgelegenheid te creëren. De rol van Finabank als onze financiële partner was hier cruciaal in”, zegt Dave Boucke, Chief Executive Officer van de Torarica Group. Almar Giesberts, Chief Commercial Officer, voegt hieraan toe: “De Torarica Group is iconisch voor Suriname en is bekend om haar rijke geschiedenis en bijdrage aan het toerisme. De stap die de Torarica Group heeft gezet getuigt van visie en ondernemerschap en wij zijn er trots op hierbij te hebben geadviseerd en de financiering innovatief te hebben gefaciliteerd.”
Met de bouw van de Torarica Long Stay appartementen kijken beide organisaties uit naar een bloeiende toekomst voor de toeristische en hospitality-sector in Suriname, gericht op kwaliteit, duurzaamheid en maatschappelijke impact….[+]

President Santokhi heeft onderhoud met Azerbeidzjaanse ambtgenoot

PARAMARIBO – President Chandrikapersad Santokhi heeft een beleefdheidsbezoek gebracht aan de Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev. De ontmoeting vond zondag plaats in het Bakoe Conference Center. Azerbeidzjan treedt op als gastheer van de 29ste Conferentie van de Partijen bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (COP29).

Tijdens het bezoek waren aan Surinaamse zijde ook de ministers Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (Bibis) en Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) aanwezig.
President Santokhi bracht zijn dank uit aan president Aliyev en de Azerbeidzjaanse regering voor de warme ontvangst en de organisatie van de COP29. Suriname en Azerbeidzjan zijn 24 jaar geleden diplomatieke betrekkingen aangegaan en de samenwerking omvat diverse sectoren en thema’s. President Santokhi gaf aan dat Suriname op een belangrijk kruispunt staat inzake de offshore-ontwikkelingen. Tegelijkertijd blijft Suriname toegewijd aan het behouden van zijn status als een van ‘s werelds meest beboste en carbon negatieve landen.
President Aliyev heette zijn ambtgenoot welkom in Azerbeidzjan en gaf aan dat zijn land 30 jaar ervaring heeft met olieproductie, waarvan 95 procent offshore. Het delen van kennis en expertise van de olie- en gasindustrie, landbouw en onderwijs zijn enkele onderwerpen die aan de orde kwamen. President Aliyev gaf aan dat de Azerbeidzjaanse regering een studiebeurzenprogramma aan Suriname – met name bijstand aan Surinaamse studenten in de studierichtingen olie en gas – zal faciliteren. Voorts werd concrete interesse getoond voor investeringen in de agribusiness in Suriname. Daarnaast zullen er gesprekken worden gearrangeerd tussen de Staatsolie Maatschappij Suriname en de nationale oliemaatschappij van Azerbeidzjan Socar- voor het verkennen van samenwerkingsverbanden.
Beide presidenten zijn het erover eens dat dit onderhoud als beginpunt kan dienen voor het verder intensiveren van de relatie en de landen spoedig kunnen overgaan tot het ondertekenen van twee overeenkomsten om de samenwerking richting te geven. Binnenkort zullen minister Ramdin en zijn Azerbeidzjaanse collega vervolgstappen ondernemen om hieraan meer gestalte te geven….[+]