PARAMARIBO – Ondanks Joel Martinus, meer bekend als ‘Bordo’, meerdere keren aan zijn raadsman te kennen heeft gegeven niet aan Frankrijk uitgeleverd te willen worden, zal dit toch gebeuren. ‘Bordo’ werd vorig jaar door de Braziliaanse federale politie in Brazilië aangehouden, na te zijn gevlucht uit Suriname.

Het Openbaar Ministerie meldt dat het gisteren via de diplomatieke weg in kennis is gesteld van de beslissing van de Braziliaanse justitiële autoriteiten om de persoon van Joel Martinus, waarvan de uitlevering was gevraagd door zowel Suriname als Frankrijk, uit te leveren aan Frankrijk.
De afwijzende beslissing op het
Surinaams verzoek is genomen op 9 december 2024, nadat op 6 december 2024 ‘the Supreme Federal Court’ tot het unanieme besluit kwam om de uitlevering aan Frankrijk toelaatbaar te verklaren.
Aan Suriname werd in de maand oktober 2024 om aanvullende informatie gevraagd, die in november werd opgestuurd via het Ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking naar de Braziliaanse ambassade, die de ontvangst bevestigde en verantwoordelijk was voor de verdere doorgeleiding. De opgeëiste Joel Martinus is momenteel nog in detentie en zal op een nader door de Braziliaanse en Franse autoriteiten overeengekomen tijdstip worden overgedragen.
In Frankrijk is ‘Bordo’ bij verstek veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij het ronselen van drugskoeriers. De Franse rechtbank sprak het vonnis in 2019 uit. Hij wordt in Suriname samen met Clifton J., Ramesh P. Prashant P. en Albert G. verdacht van overtreding van de Wet Verdovende Middelen en deelneming aan een criminele organisatie. Verder wordt hij in verband gebracht met de vermissing van de graafmachine-operator Ramrag Ramnauth.

In een eerder artikel meldde de krant dat uitlevering van ‘Bordo’ kan vanwege een uitleveringsverdrag. Er is een uitleveringsverdrag tussen de Regering van de Federale Republiek Brazilië en de Regering van de Franse Republiek, dat gesloten is in Parijs op 28 mei 1996. Het Nationaal Congres heeft dit verdrag goedgekeurd op 30 juni 2004, waarbij het op 1 september 2004 in werking is getreden. De twee staten verbinden zich middels het verdrag dat er wederkerig in overeenstemming met de bepalingen van het verdrag, eenieder over te leveren die, zich op het grondgebied van een van de twee staten bevindend, wordt vervolgd wegens een strafbaar feit of wordt gezocht met het oog op de tenuitvoerlegging van een straf door de gerechtelijke autoriteiten van de twee staten.

COMMEWIJNE – President Chandrikapersad Santokhi heeft zondag circa 400 bewoners van plantage Johanna en Margaretha in Commewijne toegesproken.
Johanna en Margaretha, gelegen aan de rechteroever van de Commewijnerivier, is een gebied met een rijke geschiedenis en immense potentie. “Het was bijzonder te zien hoe de gemeenschap leeft en werkt, en ik ben trots dat ik de eerste president ben die deze plek heeft bezocht. Johanna en Margaretha vormen samen met de dorpen Alliance, Rust en Werk en Kroonenburg een belangrijk deel van de rechteroever van de Commewijnerivier. Enkele maanden geleden stonden we schouder aan schouder met de bewoners van Alliance, toen we gezamenlijk de gevolgen van een dambreuk aanpakten. In 2022 hebben we ook een belangrijke stap gezet met de heropening van de poliklinieken van de Regionale Gezondheidsdienst op de plantages Kroonenburg, Johanna Margaretha en Rust en Werk, die volledig zijn gerenoveerd.”
Dit past binnen het beleid van onze regering: teruggeven aan de samenleving. Dat betekent ook ontwikkeling brengen voor elke Surinamer, in elk deel van het land. Gisteren hebben we naast de persoonlijke ontmoeting ook bijgedragen aan de sociale ondersteuning van de gemeenschap door het overdragen van essentiële hulpgoederen. Deze steun is bedoeld om de bewoners te helpen in hun dagelijkse behoeften en de gemeenschapsbanden verder te versterken. Ik heb opnieuw benadrukt hoe belangrijk het is de gemeenschap te ondersteunen bij het creëren van nieuwe kansen.
Samen bouwen we aan een toekomst vol hoop, groei en vooruitgang.

PARAMARIBO – De Nationale Democratische Partij (NDP) heeft haar oprechte dank en waardering uitgesproken aan iedereen, die op welke manier dan ook heeft bijgedragen aan de respectvolle en waardige uitvaart van hun geliefde erevoorzitter, Desire Delano Bouterse.
De woordvoerder van de NDP, Ricardo Panka, heeft in gesprek met de krant aangegeven, dat het te verwachten was dat het volk zich zou inzetten voor de crematie van Bouterse, maar dat de betrokkenheid boven verwachting was. Hij benadrukte dat Bouterse een man was die van het volk hield, en dat het volk ook van hem hield. De familie en de partij van de voormalig president waren diep geraakt door het aantal mensen dat zich had verzameld. Panka maakte bovendien duidelijk dat niet alleen NDP’ers aanwezig waren.

De NDP is dankbaar voor de steun, betrokkenheid en het medeleven tijdens de uitvaart van Bouterse. De ceremonie werd een krachtig eerbetoon door de zorg en inzet van de gemeenschap, die Bouterse respectvol heeft begeleid. De bijdrage van vrienden, politieke partijen, diplomaten en internationale organisaties wordt zeer gewaardeerd. De NDP benadrukt hoe de gemeenschap samenkwam in deze tijd van verlies en onderstreept het belang van het voortzetten van het werk en de ideologie van Bouterse, met als doel een sterker en welvarender Suriname.
Panka deelt de krant mee dat de partij haar activiteiten richting de verkiezingen zal voortzetten en de gemaakte afspraken over de mobilisatie in alle districten weer zal oppakken.

PARAMARIBO – Een aantal aannemers dat verantwoordelijk is voor de vuilophaal, heeft besloten het werk stil te leggen. De reden hiervoor is een betalingsachterstand van maar liefst zeven maanden. Volgens een van de aannemers heeft het merendeel van de ondernemers de werkzaamheden gestaakt, terwijl slechts een klein aantal doorwerkt. Naast de achterstallige betalingen kampen de aannemers met andere financiële problemen, waaronder schulden bij brandstofleveranciers en onbetaalde salarissen van hun werknemers.
De aannemers stellen dat de contracten met het Ministerie van Openbare Werken inmiddels zijn verlengd, maar slechts voor een periode van zes maanden. Dit baart hen zorgen, omdat hun vaste kosten zoals brandstof, onderhoud van voertuigen en salarissen gewoon doorgaan.
“Onze medewerkers willen niet steeds horen dat ze niet uitbetaald worden, omdat wij op onze beurt nog geen betaling hebben ontvangen van de overheid. Ze hebben ook gezinnen te onderhouden”, aldus een gefrustreerde aannemer. Hij geeft aan dat hij sinds juli de lonen niet volledig heeft kunnen uitbetalen.
De aannemers zijn het wachten beu en vinden dat er onvoldoende rekening met hun situatie wordt gehouden. “We krijgen telkens te horen dat de stukken onderweg zijn, maar het lijkt erop dat de minister van Financiën en Planning achterloopt met het ondertekenen ervan”, zeggen ze.
Het Ministerie van Openbare Werken heeft inmiddels een bekendmaking geplaatst, waarin burgers worden opgeroepen problemen met vuilophaal te melden via de
telefoonnummers 490100, 462445, 491951 of WhatsApp 8612123. “Uw snelle melding zorgt voor directe actie”, staat er in de mededeling.