Gestrande astronauten geven persconferentie vanuit ruimtestation ISS

7 (02.00 uur) Gestrande astronauten geven persconferentie vanuit ruimtestation ISS

AMSTERDAM – De twee astronauten die sinds juni gestrand zijn in het internationale ruimtestation (ISS) hebben dit weekend een persconferentie gegeven. Daarin verklaarden ze dat de voorbije maanden “moeilijk” waren en dat ze mogelijk wel al hadden kunnen terugkeren “als ze wat meer tijd hadden gehad”.

Astronauten Suni Williams en Butch Wilmore zijn al sinds 6 juni aan boord van het ISS. Ze voerden een testmissie uit met de Boeing-ruimtecapsule Starliner die ongeveer een week had moeten duren. Maar door problemen met de Starliner konden ze niet terugkeren. Er werd gevreesd dat het toestel niet over de nodige stuwkracht zou beschikken om de baan rond de aarde te verlaten. Na weken van twijfel landde de Starliner deze week weer op aarde, zonder Williams en Wilmore.

“Ik denk dat we op het punt hadden kunnen komen dat we met de Starliner terug hadden kunnen vliegen, maar we hadden niet genoeg tijd meer”, zei Butch Wilmore vrijdag tijdens een live persconferentie vanuit het ISS.

“Als we wat meer tijd hadden gehad, zou het mogelijk zijn geweest”, voegde hij eraan toe. “De rotatie van de bemanning stond ons niet toe om langer te wachten met het nemen van een beslissing”, aldus Wilmore volgens Belga. NASA besloot de twee astronauten met een ruimtevaartuig van SpaceX weer naar huis te brengen. De Crew 9-missie van SpaceX zal daarom later in september met slechts twee van de vier voorziene astronauten naar het ISS vertrekken. Bij terugkeer naar aarde in februari volgend jaar, zullen Wilmore en Williams de twee vrijgekomen plaatsen innemen.

Op de vraag of hij zich “in de steek gelaten” voelde door Boeing, antwoordde Butch Wilmore: “Absoluut niet.” Maar hij gaf wel toe dat de laatste drie maanden van onzekerheid “moeilijk” zijn geweest. “Maar zodra de beslissing was genomen, steunden we die”, voegde hij eraan toe. “En het maakt niet uit of ik het ermee eens ben of niet.” (De Telegraaf)